Hoofdstuk 4 een eigen bedrijf
4.1 werken in loondienst of als eigen baas
Als je gedurende korte of langer tijd in dienst van iemand anders werkt en je ontvangt daarvoor loon
of salaris, dan werk je in loondienst. De werkgever is degene voor wie je werkt en jij bent de
werknemer die werkt. En loon ontvangt. Je kunt ook als zelfstandige werken, als eigenaar van een
eigen bedrijf. We noemen dat eigen baas of zelfstandige ondernemer. De laatste jaren komt een
nieuwe groep zelfstandigen op. De zzp’ers. Een zzp’er is een zelfstandige zonder personeel.
4.2 omzet, brutowinst, nettowinst
Je moet bij het verkopen letten op:
De verwachte omzet
De verwachte inkoopprijzen
De hoogte van de bedrijfskosten
Verwachte omzet
De verwachte omzet is een schatting van de toekomstige omzet of totale opbrangst. Omzet of totale
opbrangst is het bedrag in geld dat de verkoper ontvangt van de kopers. Je berekent het door de
verkooprijs x het aantal artikelen te doen. Het geld waarvoor je een product verkoopt noemen we de
verkoopprijs. Het aantal producten dat je verkoopt noemen we de afzet.
Verwachte brutowinst
De inkoopwaarde van de omzet geeft aan wat een handelaar of winkelier zelf heeft betaald voor de
producten. Het geld dat over blijft heeft brutowinst. Om de verwachte brutowinst te berekenen
moet je de verwachte omzet verminderen met een schatting van de inkoopwaarde van de omzet.
Verwachte nettowinst
Bedrijfskosten zijn kosten die nodig zijn om je bedrijf uit te oefenen en producten te kunnen
verkopen. Het geld dat over is als de brutowinst de bedrijfskosten zijn afgetrokken noemen we de
nettowinst.
Werkelijke omzet, brutowinst en nettowinst
Deze bereken je op dezelfde manier als bovenstaand, alleen ga je hier van de werkelijk, gerealiseerde
omzet, inkoop- en overige kosten uit.
4.3 een ondernemingsplan schrijven
In een ondernemersplan beschrijft een startende ondernemer in detail wat zijn ideeën en plannen
zijn voor zijn onderneming. Hij beschrijft wie hij is, over welke vaardigheden hij beschikt en wat het
doel is van zijn onderneming. Hij onderzoekt aan welke regels en vergunningen er nodig zijn. In het
marketingplan beschrijft de ondernemer hoe hij zijn producten en diensten onder de aandacht van
4.1 werken in loondienst of als eigen baas
Als je gedurende korte of langer tijd in dienst van iemand anders werkt en je ontvangt daarvoor loon
of salaris, dan werk je in loondienst. De werkgever is degene voor wie je werkt en jij bent de
werknemer die werkt. En loon ontvangt. Je kunt ook als zelfstandige werken, als eigenaar van een
eigen bedrijf. We noemen dat eigen baas of zelfstandige ondernemer. De laatste jaren komt een
nieuwe groep zelfstandigen op. De zzp’ers. Een zzp’er is een zelfstandige zonder personeel.
4.2 omzet, brutowinst, nettowinst
Je moet bij het verkopen letten op:
De verwachte omzet
De verwachte inkoopprijzen
De hoogte van de bedrijfskosten
Verwachte omzet
De verwachte omzet is een schatting van de toekomstige omzet of totale opbrangst. Omzet of totale
opbrangst is het bedrag in geld dat de verkoper ontvangt van de kopers. Je berekent het door de
verkooprijs x het aantal artikelen te doen. Het geld waarvoor je een product verkoopt noemen we de
verkoopprijs. Het aantal producten dat je verkoopt noemen we de afzet.
Verwachte brutowinst
De inkoopwaarde van de omzet geeft aan wat een handelaar of winkelier zelf heeft betaald voor de
producten. Het geld dat over blijft heeft brutowinst. Om de verwachte brutowinst te berekenen
moet je de verwachte omzet verminderen met een schatting van de inkoopwaarde van de omzet.
Verwachte nettowinst
Bedrijfskosten zijn kosten die nodig zijn om je bedrijf uit te oefenen en producten te kunnen
verkopen. Het geld dat over is als de brutowinst de bedrijfskosten zijn afgetrokken noemen we de
nettowinst.
Werkelijke omzet, brutowinst en nettowinst
Deze bereken je op dezelfde manier als bovenstaand, alleen ga je hier van de werkelijk, gerealiseerde
omzet, inkoop- en overige kosten uit.
4.3 een ondernemingsplan schrijven
In een ondernemersplan beschrijft een startende ondernemer in detail wat zijn ideeën en plannen
zijn voor zijn onderneming. Hij beschrijft wie hij is, over welke vaardigheden hij beschikt en wat het
doel is van zijn onderneming. Hij onderzoekt aan welke regels en vergunningen er nodig zijn. In het
marketingplan beschrijft de ondernemer hoe hij zijn producten en diensten onder de aandacht van