PENSIOENRECHT VU - UvA - tentamen18 december 2019
Dit tentamen bestaat uit 10 vragen. Het aantal te behalen punten is per vraag 10.
Antwoorden moeten zijn gemotiveerd met de duiding van wetgeving en rechtspraak of
opvattingen (in literatuur of van collegestof).
Tijd = 2 1/2 uur, voor degenen met verlenging 3 uur
Schrijf svp duidelijk. Op antwoordpapier (elk blad) naam, student nr en vu of uva (student)
invullen.
Dombo BV exploiteert traditionele supermarkten, evenals Bert Gaaij BV. Sinds kort is er een
nieuwe speler op de markt, QuickPic, bij wie slechts online boodschappen kunnen worden besteld.
Dombo en Bert Gaaij zijn aangesloten bij de BPF Levensmiddelen. Volgens de
verplichtstellingsbeschikking bouwen de volgende personen pensioen op bij haar:
a. Werknemers werkzaam bij een (rechts)persoon die een supermarktbedrijf (fysiek of online)
exploiteert
b. Zzp’ers werkzaam bij een (rechts)persoon die een supermarktbedrijf (fysiek of online)
exploiteert
Vragen:
1. Kunnen zzp’ers onder een BPF vallen?
Volgens art. 2 lid 1 wet Bpf 2000 kan een vpl betrekking hebben op “personen” die “
werkzaam” zijn. De eis van een arbeidsovereenkomst is niet gesteld. Het kan dus, indien de
partijen die over de werkingssfeer gaan de zzp hieronder laten vallen
2. QuickPic heeft twee BV’s: QuickPic Goederen BV, die de boodschappen verkoopt en
QuickPic Diensten BV die o.m. personeelsdiensten levert aan QuickPic Goederen BV. Het
BPF wijst QuickPic erop dat zij verplicht is aangesloten en premie moet betalen. QuickPic
Goederen BV laat weten dat zij geen personeel in dienst heeft en QuickPic Diensten BV
laat weten dat zij geen supermartkbedrijf exploiteert en dat zij dus nergens toe verplicht
zijn. Noem voor het standpunt van het BPF en voor dat van QuickPic ieder een argument.
BPF: QP Goederen exploiteert een supermarkt. Daar werkzame werknemers vallen volgens
vpl onder de verplichtstelling indien werkzaam bij, dat is dus niet in dienst van , maar in de
bedrijfstak werkzaam als bedoeld in art. 2 Wet Bpf 2000. Dat de werknemers niet in dien
dienst zijn van Goederen maakt niet uit want het criterium is “werkzaam bij” (NB arrest
HR in PGGM niet vergelijkbaar want daar was de eis hebben van arbeidsovereenkomst met
werkgever in de bedrijfstak)
QP: dit is nog niet zo eenvoudig te bedenken. Dat QP zelf geen supermarkt exploiteert is
niet van belang, want als werknemers onder vpl vallen moet de werkgever premie betalen,
= "Error! No document variable supplied." ="True" Document1 22514790v01 1
Dit tentamen bestaat uit 10 vragen. Het aantal te behalen punten is per vraag 10.
Antwoorden moeten zijn gemotiveerd met de duiding van wetgeving en rechtspraak of
opvattingen (in literatuur of van collegestof).
Tijd = 2 1/2 uur, voor degenen met verlenging 3 uur
Schrijf svp duidelijk. Op antwoordpapier (elk blad) naam, student nr en vu of uva (student)
invullen.
Dombo BV exploiteert traditionele supermarkten, evenals Bert Gaaij BV. Sinds kort is er een
nieuwe speler op de markt, QuickPic, bij wie slechts online boodschappen kunnen worden besteld.
Dombo en Bert Gaaij zijn aangesloten bij de BPF Levensmiddelen. Volgens de
verplichtstellingsbeschikking bouwen de volgende personen pensioen op bij haar:
a. Werknemers werkzaam bij een (rechts)persoon die een supermarktbedrijf (fysiek of online)
exploiteert
b. Zzp’ers werkzaam bij een (rechts)persoon die een supermarktbedrijf (fysiek of online)
exploiteert
Vragen:
1. Kunnen zzp’ers onder een BPF vallen?
Volgens art. 2 lid 1 wet Bpf 2000 kan een vpl betrekking hebben op “personen” die “
werkzaam” zijn. De eis van een arbeidsovereenkomst is niet gesteld. Het kan dus, indien de
partijen die over de werkingssfeer gaan de zzp hieronder laten vallen
2. QuickPic heeft twee BV’s: QuickPic Goederen BV, die de boodschappen verkoopt en
QuickPic Diensten BV die o.m. personeelsdiensten levert aan QuickPic Goederen BV. Het
BPF wijst QuickPic erop dat zij verplicht is aangesloten en premie moet betalen. QuickPic
Goederen BV laat weten dat zij geen personeel in dienst heeft en QuickPic Diensten BV
laat weten dat zij geen supermartkbedrijf exploiteert en dat zij dus nergens toe verplicht
zijn. Noem voor het standpunt van het BPF en voor dat van QuickPic ieder een argument.
BPF: QP Goederen exploiteert een supermarkt. Daar werkzame werknemers vallen volgens
vpl onder de verplichtstelling indien werkzaam bij, dat is dus niet in dienst van , maar in de
bedrijfstak werkzaam als bedoeld in art. 2 Wet Bpf 2000. Dat de werknemers niet in dien
dienst zijn van Goederen maakt niet uit want het criterium is “werkzaam bij” (NB arrest
HR in PGGM niet vergelijkbaar want daar was de eis hebben van arbeidsovereenkomst met
werkgever in de bedrijfstak)
QP: dit is nog niet zo eenvoudig te bedenken. Dat QP zelf geen supermarkt exploiteert is
niet van belang, want als werknemers onder vpl vallen moet de werkgever premie betalen,
= "Error! No document variable supplied." ="True" Document1 22514790v01 1
