Anatomie van het prikkelvormend en –geleidend systeem .................................................................... 2
Depolarisatie van de atria en de ventrikels ............................................................................................. 2
Het ECG .................................................................................................................................................... 3
Oefening: in welk deel van het hart is hier een probleem ? ............................................................... 4
Het 12-afleidingen ECG............................................................................................................................ 4
De 3 standaardafleidingen : Driehoek van Einthoven ............................................................................. 4
Driehoek van Einthoven .......................................................................................................................... 5
Einthoven (basisafleidingen I,II,III) ...................................................................................................... 5
De 3 versterkte afleidingen (aVR, aVL, aVF) ............................................................................................ 5
De basis- en versterkte afleidingen ......................................................................................................... 6
De elektrische hart-as (frontale vlak) ...................................................................................................... 6
De elektrische hart-as .............................................................................................................................. 6
De elektrische hart-as: praktisch ......................................................................................................... 6
De elektrische hart-as: invloed op het ECG ......................................................................................... 6
De Hart-as simulator........................................................................................................................ 6
De elektrische hart-as: praktisch ......................................................................................................... 7
Berekening van de hart-as uit I en AVF .................................................................................................... 7
Voorbeeld 1: berekening hart-as ......................................................................................................... 7
Voorbeeld 2: berekening hart-as ......................................................................................................... 7
De afwijkende elektrische hart-as ........................................................................................................... 8
De 6 unipolaire precordiale afleidingen (V1-V6) ..................................................................................... 9
De 12 verschillende afleidingen ............................................................................................................ 10
De 12 verschillende afleidingen: plaatsing van de electrodes .......................................................... 10
Monitoring: 3 electrodes ................................................................................................................... 10
, Het ECG praktische benaderd: deel 1
- Belangrijk vorige les: anatomie van coronaire bloedvaten, hart als pomp en hartcyclus
o Coronagrafie kan verschillen bv. links dominant hart (linker coronaire die bijna heel
hart bevloeid dat die dus meer dominant is)
- Isovolumetrisch: contractie druk stijgt maar geen doorstroom van bloed als de druk hoog
genoeg gaat het bloed doorpompen
- Vulling van de coronaire arteriën duur van de diastole
- RPP= Hf * syst. bloed
o Meer O2 sturen dus door flow verhogen dus door dilatatie bloedvaten
o Prikkelgeleiding is belangrijk
Anatomie van het prikkelvormend en –geleidend systeem
Depolarisatie van de atria en de ventrikels
- Sinusknoop depolarisatie over wand van atrium en prikkel komt toe in AV knoop en zorgt
voor depolarisatie van atria (contractie) dan vulling van de ventrikels en dan pas contractie
van ventrikels (pauze in AV-knoop is nodig voor de contractie van het hart)
- Eerste deel zegt iets over atria en dan de AV-knoop en dan depolarisatie van ventrikel. Eerst is
er de depolarisatie van atria (klein van spiermassa) kleine vector want signaal is niet sterk.
Het ventrikel depolariseert in 3 fases, zijn er om de weg te volgen via bundel van his en vezels
van Purkinje. Het septum depolariseert eerst, van linker naar rechter ventrikel (kleine
spiermassa), 2de van elke stroom naar + pool + uitslag op ECK, en negatief is terugstroom van
+ pool.
- Kleine spiermassa dus klein en +, tijd gaat verder maar geen contractie. Nadien is er een
depolarisatie van het ventrikel, depolarisatie van het septum klein en +, depolarisatie
ventrikels, veel spiermassa en in richting elektrode (depolarisatie spiermassa weg van
elektrode is negatief (noemen we QRS)
- P zegt iets over de atria, pq tijd zegt iets over de AV-knoop en QRS complex vertelt iets over
de manier waarop de ventrikels worden gedepolariseerd.
- Prikkel links vertrekken: zorgt voor links negatieve p top maar veranderd niks aan qrs
complex, scheiding atria
Depolarisatie van de atria en de ventrikels ............................................................................................. 2
Het ECG .................................................................................................................................................... 3
Oefening: in welk deel van het hart is hier een probleem ? ............................................................... 4
Het 12-afleidingen ECG............................................................................................................................ 4
De 3 standaardafleidingen : Driehoek van Einthoven ............................................................................. 4
Driehoek van Einthoven .......................................................................................................................... 5
Einthoven (basisafleidingen I,II,III) ...................................................................................................... 5
De 3 versterkte afleidingen (aVR, aVL, aVF) ............................................................................................ 5
De basis- en versterkte afleidingen ......................................................................................................... 6
De elektrische hart-as (frontale vlak) ...................................................................................................... 6
De elektrische hart-as .............................................................................................................................. 6
De elektrische hart-as: praktisch ......................................................................................................... 6
De elektrische hart-as: invloed op het ECG ......................................................................................... 6
De Hart-as simulator........................................................................................................................ 6
De elektrische hart-as: praktisch ......................................................................................................... 7
Berekening van de hart-as uit I en AVF .................................................................................................... 7
Voorbeeld 1: berekening hart-as ......................................................................................................... 7
Voorbeeld 2: berekening hart-as ......................................................................................................... 7
De afwijkende elektrische hart-as ........................................................................................................... 8
De 6 unipolaire precordiale afleidingen (V1-V6) ..................................................................................... 9
De 12 verschillende afleidingen ............................................................................................................ 10
De 12 verschillende afleidingen: plaatsing van de electrodes .......................................................... 10
Monitoring: 3 electrodes ................................................................................................................... 10
, Het ECG praktische benaderd: deel 1
- Belangrijk vorige les: anatomie van coronaire bloedvaten, hart als pomp en hartcyclus
o Coronagrafie kan verschillen bv. links dominant hart (linker coronaire die bijna heel
hart bevloeid dat die dus meer dominant is)
- Isovolumetrisch: contractie druk stijgt maar geen doorstroom van bloed als de druk hoog
genoeg gaat het bloed doorpompen
- Vulling van de coronaire arteriën duur van de diastole
- RPP= Hf * syst. bloed
o Meer O2 sturen dus door flow verhogen dus door dilatatie bloedvaten
o Prikkelgeleiding is belangrijk
Anatomie van het prikkelvormend en –geleidend systeem
Depolarisatie van de atria en de ventrikels
- Sinusknoop depolarisatie over wand van atrium en prikkel komt toe in AV knoop en zorgt
voor depolarisatie van atria (contractie) dan vulling van de ventrikels en dan pas contractie
van ventrikels (pauze in AV-knoop is nodig voor de contractie van het hart)
- Eerste deel zegt iets over atria en dan de AV-knoop en dan depolarisatie van ventrikel. Eerst is
er de depolarisatie van atria (klein van spiermassa) kleine vector want signaal is niet sterk.
Het ventrikel depolariseert in 3 fases, zijn er om de weg te volgen via bundel van his en vezels
van Purkinje. Het septum depolariseert eerst, van linker naar rechter ventrikel (kleine
spiermassa), 2de van elke stroom naar + pool + uitslag op ECK, en negatief is terugstroom van
+ pool.
- Kleine spiermassa dus klein en +, tijd gaat verder maar geen contractie. Nadien is er een
depolarisatie van het ventrikel, depolarisatie van het septum klein en +, depolarisatie
ventrikels, veel spiermassa en in richting elektrode (depolarisatie spiermassa weg van
elektrode is negatief (noemen we QRS)
- P zegt iets over de atria, pq tijd zegt iets over de AV-knoop en QRS complex vertelt iets over
de manier waarop de ventrikels worden gedepolariseerd.
- Prikkel links vertrekken: zorgt voor links negatieve p top maar veranderd niks aan qrs
complex, scheiding atria