100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting diervoeding

Rating
-
Sold
-
Pages
44
Uploaded on
27-08-2025
Written in
2022/2023

Dit document bevat een goede samenvatting van het vak diervoeding. Mogelijke stof voor examenvragen staat aangegeven met een omkadering.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
August 27, 2025
Number of pages
44
Written in
2022/2023
Type
Summary

Subjects

Content preview

Samenvatting diervoeding

Inleiding


 TMR = total mixed ration, mengsel van alle grondstoffen: natte grondstoffen
gemengd met krachtvoer.
 MPR = melk productie resultaat
 Vaak kunnen veel problemen worden opgelost via de voeding
 Bij productiedieren veel geld naar veevoeding  kennis als DA daarover nodig
 Diervoeding verandert mee met de dieren en de
mens!

BARF = biologically
appropriate raw Wat bereiken we met voeding?
food of bones and 1. Basisbehoeften van het dier (zorgen dat dieren in
raw food (was leven blijven)
vorig jaar 2. Prestaties beïnvloeden
examenvraag) 3. Beïnvloeden van het eindproduct (consument wenst
hoger omega-3-vetzuren in melk  pens hydrogeneert de dubbele bindingen van de
omega-3-vetzuren)
4. Klinische diervoeding (voorbeeld: anti-allergie voeding, dieetvoeding)
5. Milieu-aspect (stikstof en fosforproblematiek)

Vraag: hoogdrachtig schaap op weide in voorjaar.
Heeft dit dier nood aan bijvoeding? Welke gevaren voor deficiënties?

Stap 1: basisbehoeften inschatten
- Onderhoud (basaal metabolisme, thermoregulatie en beweging)
- Dracht
- Groei
- Lactatie

Stap 2: inschatten van aanbod
- Voorjaarsgras

Uit tabellen blijkt dat aanbod niet de energiebehoefte dekt en dat dus moet worden
bijgevoederd  bietenpulp (1 VEM = 6,9 kJ NE), bietenpulp zwelt op.

Toekomst: schaalvergroting van productie zonder extra belasting van het milieu.
 Beter benutten van de eiwitfractie in voer (stikstof komt dan in de spieren en niet in de
mest.
 Beter benutten van fosfor in het voer
 Methaanuitstoot (= vnl rund), ecologische voetafdruk van productie
 Oplossen van het ‘’eiwitprobleem’’ door soja te geven (maar groeit niet hier dus moet
worden geïmporteerd dus dat geeft juist weer een ecologische voetafdruk)

,Begrippen:
1. Voedsel/voeder: materiaal dat, na opname door het dier, verteerd en benut kan
worden.
2. Ingrediënt: substantie die wordt gebruikt voor de bereiding van voeder/voedsel en
die in het eindproduct (eventueel gewijzigd) aanwezig is. Vb. tarwe of sojaschroot.
3. Nutriënt: bestanddeel van een ingrediënt of van het voedsel/voeder dat deze
ingrediënten bevat. Vb. eiwit, vet, koolhydraat, lipiden, mineralen etc. Obv
nutriënten kan voeder worden vergeleken.
4. Mens  dieet / Dier  rantsoen

Voeder of voedermiddel definiëren/beschrijven  nutriënten bepalen/meten
- In laboratorium
- Weende-analyse


Chemische samenstelling van voedsel/voeder

De Weende-analyse:
1. Vocht: water, vluchtige zuren en basen
2. Ruw as: minerale elementen
3. Ruw eiwit: eiwitten, aminozuren, aminen, nitraten, N-bevattende glucosiden, -
glucolipiden, B-vitaminen, nucleïnezuren
4. Ruw vet: vetten, oliën, wassen, organische zuren, pigmenten, sterolen, vitamines
A/D/E/K
5. Ruw vezel: cellulose, hemicellulose, lignine
6. N-vrije extractstoffen of Overige koolhydraten: cellulose, hemicellulose, lignine,
suikers, fructanen, zetmeel, pectines, organische zuren, harsen, tannines, pigmenten,
vitaminen…

Aandachtspunten: staalname (moet representatief en homogeen zijn) en
monstervoorbereiding (vb. malen -> vocht verdampen -> gekoelde maalmolens want dan
minder vochtverlies)

Stap 1: drogen van het monster  vochtgehalte bepalen
- Standaard: 4 uur bij 103 graden (in water zitten veel opgeloste stoffen die de
kooktemp van het water verhogen)
- Probleem met suikerrijke grondstoffen? Suiker zorgt voor korstvorming 
karamelliseren en water kan dan niet meer verdampen; oplossing: zand bijmengen.

Stap 2: verbranden/oxideren van gedroogd monster: RAS bepalen
- Standaard 4 uur bij 550 graden
 Organische fractie: brandbaar
 Anorganische fractie: RAS blijft over
- Waarom ruwe as? Natriumoxide, oxide deel heeft ook gewicht dus je weegt niet
alleen het natrium, waardoor het ruwe schatting is

Stap 3: N-extractie Kjeldahl: N x 6.25 = RE

, - Aanname: gemiddeld 16% N in aminozuren
- Waarom ruw eiwit? Alle stikstofmoleculen worden geanalyseerd, niet alleen die van
de aminozuren, daarom ruw.

Stap 4: Etherextractie (Soxhlet): bepaling RV
- Resultaat is afhankelijk van welk gebruikt organisch solvent
- Waarom ruw vet? Er zitten ook vetoplosbare vitaminen in, deze leveren geen
energie.

Stap 5: koken met zure en alkalische detergenten: oplosbare cel inhoud (eiwit, vet,
koolhydraten, oplosbare vezels) spoelt weg, RC blijft over.

Stap 6: OK = 100 – vocht – RE – RVET – RAS – RC

Leg mij de problematiek rondom ruwe celstof uit adhv deze grafiek: (examenvraag)




Lijnen geven de oplosbaarheid van de ruwe celstof componenten (lignine, hemicellulose en cellulose)
Bij pH 7 is quasi niks oplosbaar.
Bij licht zuur milieu (pH = 4) is een deel van de hemicellulose oplosbaar, dit raak je dus kwijt want
daarna ga je het wegfiltreren en verlies je dus een deel van de hemicellulose in de analyse.
Bij licht basisch milieu (pH = 11) is een deel van de hemicellulose en een deel van de lignine oplosbaar.
Het deel wat je overhoudt na het koken in alkalische en zuur milieu is maar een klein deel van de
hemicellulose, een deel van de lignine en quasi alles van de cellulose. Dus in deze analyse een vrij
grote fout bij hemicellulose en lignine. Dit is echt een ruwe celstof meting aangezien hemicellulose en
lignine al deels verloren zijn en dus niet gemeten kunnen worden.


Weende 5 analyse uitgebreid naar Weende 7 analyse -> suiker en zetmeel apart bepalen
(belangrijke energieleveranciers dus goed zicht hebben hierop)

Examenvraag: gehalte Onder- en overschattingen zijn onvermijdelijk.
overige koolhydraten
berekenen op basis van
lijstje hiernaast:

OK = 100 – 8 – 34 – 10 – 4
– 5.8

, Herkauwers: Van Soest methode
NDF (Neutral Detergent Fiber)  bevat alles (cellulose + hemicellulose + lignine)
Koken in zure detergent; hemicellulose weggewassen => ADF (Acid Detergent Fiber) 
lignine + cellulose, NIET hemicellulose
Koken in geconcentreerde zwavelzuuroplossing; cellulose weggewassen => ADL  lignine

Weende-analyse is vrij milieubelastend en tijdrovend dus daarom NIRS (Nabij Infrarood
Spectroscopie); +: snel en goedkoper -: blijft inschatting (obv ijklijn)

Als je nutriënten wilt vergelijken ALTIJD terugrekenen naar droge stof basis.

GEHALTE OP DROGESTOFBASIS = GEHALTE IN PRODUCT / AANDEEL DS
(getal tussen 0 en 1)

Wegen van ingrediënten om samenstelling van een totaal voeder te kennen

Weende analyse geeft snel inzicht in de chemische compositie van enkelvoudige en
samengestelde voeders. De chemische structuur zegt niet alles, de fysische structuur (vb
malen, hakselen, breken van granen, persen of extruderen -> korrels/pellets, kruimelen) ,
transitsnelheid (gerst laat dit afnemen, dus betere vertering), voederstrategie (ad libitum vs
gelimiteerde hoeveelheid) en individuele vertering en benutting per dier zijn ook van belang.
Door hitte behandeling kan je betere voederconversie (= hoeveelheid voeder nodig om 1 kg
groei te realiseren) krijgen, maar wel minder ontwikkelde maagdarmkanalen (minder lengte
van de darm etc).

Spijsvertering per diersoort


Doel spijsvertering: opnemen van nutriënten en afbraak tot kleine opneembare moleculen.
Afscheiding van antistoffen. Productie en excretie van hormonen. Uitscheiding van vast en
onbenut materiaal.

Mechanisch proces (kauwen, herkauwen etc), enzymatische/chemische processen,
microbiële processen (enzymatisch maar dan door bacteriën etc)

Mond: speeksel -> smeerstof + smaakperceptie
- Amylase (bij varkens) -> zetmeel afbraak
- Anorganische zouten -> pH regelen
- Lysozyme -> antimicrobieel

Maag: secretie van pepsinogeen, HCl en mucus
- Sterk geplooid slijmvlies -> contact oppervlak vegroot
- Pepsinogeen + HCl -> pepsine
- Maag van belang in eiwitvertering
- Gastrine  maaglediging en secreties pancreas, galblaas
- Chymus schuift door naar duodenum ( meeste vertering)
$17.52
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
DGKstudent123

Get to know the seller

Seller avatar
DGKstudent123 Universiteit Gent
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
1
Member since
3 months
Number of followers
0
Documents
18
Last sold
3 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions