Deel 1. Stad & stadssociologie: les 1 – 2 – 3
Les 1 Inleiding cursus stadssociologie + Stad en stedelijkheid
Waarom
- sociologie als hulpmiddel -> snelle veranderingen in samenleving herkennen, kunnen kaderen,
je ertoe verhouden
- uit versch. disciplines sta bekijken om snappen; social cohesion and climate -> stad= dens ->
hoe leefbaar maken
Les 1: stad & stedelijkheid
1. Mondialisering is verstedelijking
- meerderheid Vlamingen -> woont in stad -> naar +- 80% midden 21e E
- wat is stad? – ontelbare definities
- 3 kernelementen: - waar zeer veel mensen wonen
- op beperkt opp.
- en dus grote densiteit/ dichtheid (#inwoners/ km²)
-> bewoners & gebouwen
- vele functies stad: (eerste 6 -> evident)
- wonen: voordelen: -- ruimtebeslag, geringe mobiliteit, kleine eco voetafdruk…
- economische functie: tewerkstelling (-> verkeer) ->++ belastingen; industrie; horeca…
- bestuurlijke functie: vooral hoofdsteden; instellingen zoals parlement, regering etc.
- culturele functie: historie, erfgoed, productieplaats (musea, opera…)
- sociale functie: ontmoeting op straat, café, park…
- centrumfunctie: voor bewoners én economie uit rand
- vrijplaatsen – denkers, activisten, onderzoekers…: interactie & confrontatie -> vrijheid
-> makkelijker gelijkgezinden vinden
- toevluchtsoorden: ++ anonimiteit
- aankomstplaatsen: migratie
- emancipatiemachines: mensen kunnen opklimmen sociale ladder
=> vele functies tegelijkertijd: interactie ++ mensen bep. Opp. -> maakt stad -> stedelijkh
- in stad vind je (bijna) alles:
- steden vervullen vele functies, zo niet alle tegelijk
- interactie maakt: vele huizen & mensen + beperkte oppervlakte = stad.
- Vanuit interactie -> vormen stedelijkheid
1
,2. Wat is stedelijkheid -> nog vager concept dan stad
- stad = ++ dan gebouwen & historisch centrum
- In steden -> vormen v stedelijkheid:
- door aard v bebouwing & inrichting v openbare ruimte (de fysieke stad)
- maar ook & vooral -> manieren waarop mensen met ruimte en elkaar omgaan
- In steden -> vormen v stadscultuur
- Stedelingen ontwikkelen & verwerven een vorm v ‘stedelijkheid’.
-> Die stedelijkheid = moeilijk definieerbaar
!-> Witboek defintie: stedelijkheid = kwaliteit -> kenmerken v samenleven in stad
-> gaat (volgens wb) -> densiteit, diversiteit & democratie
- Maar ook: houding -> open -> ervaringen & ontmoetingen - anderen, vaak onbekenden
- vrijheid - eigen levensstijlen & omgaan met anderen die ook doen -> -- sociale controle
- omgaan met veelheid -> impulsen & wisselingen + voortdurende confrontaties
- Die omgeving prikkelt, stimuleert, leidt ook vaak tot creativiteit
- R. Florida benadrukt belang v die creatieve stad -> kunst & economie
-> broedplaats voor innovatie
- (etnisch-culturele) diversiteit -> basiskenmerk(en) vd geglobaliseerde stad in de 21ste E
- met die diversiteit kunnen omgaan = vandaag kenmerk v stedelijkheid
- Stedelijkheid overschrijdt de grenzen van de stad:
-> Vandaag verwijst stedelijkheid ni meer -> stadscultuur/ grenzen stad
- Stedelijkheid niet langer gebonden -> historische stadshart/ openbare ruimte
- Vele (voormalige) stadsbewoners & (huidige) stadsgebruikers wonen vandaag
-> (steeds minder) groene rand rond stad - maar wel - stad levensstijl behoud
-> gebruiken stad & genieten v groot- stedelijke functies (werken, studeren,
uitgaan), maar leven toch buiten stad (in deel v grootstedelijk geheel)
- stad = onderdeel v stadsregio/ stadsgewest én v stedelijk netwerk
!- credo ‘stadslucht maakt vrij’:
- Historisch - feodale samenleving -> vrijheid & burgerschap binnen stadsmuren
- stad als broedplaatsen verandering in samenleving
- Maar: stad ook weerstand - stad als ‘oord des verderf’ -> “stad gevaarlijk”
-> Arbeiders, vreemdelingen, zedeloosheid, anonimiteit, prostitutie,
criminaliteit, sociale problemen, …
-> Zeker conservatieven worstelen met steden
- Vlaanderen nog steeds grote terughoudendheid – steden
-> zien op beleidsvlak & woonkeuzes
3. Vlaanderen worstelt met zijn steden
- Vlaanderen traditie -> anti-stedelijkheid
- ‘baksteen in de maag’ v vele Vlamingen vaak best in verkavelen veld
-> deel Vlaamse middenklasse betekend(e) succes -> nieuwbouw rond stad/ verder
- slecht -> Vlaanderen & steden: veel verkaveling-> -- open ruimte & ++ auto
- 1950-2000: selectieve (witte) stadsvlucht vd middenklasse
- Bevolkingsdaling v steden
- Verarming vd bevolking – verval stad: rijken verlaten -> minder belastingen
2
,3.1 Steden groeien opnieuw in de 21ste eeuw:
- In 21ste E -> historische kentering in grootste Vlaamse steden
- 3 factoren -> plotse ommekeer in stedelijke bevolkingscijfers
1) stad terug iets aantrekkelijker -woonplek -> jongeren & jonge gezinnen (unif)
2) ++ migratie
3) terug geboorte- overschot stad, opmerkelijk in tijden v vergrijzing
- verjonging & verkleuring steden
- ++ #kinderen Vlaamse steden - gezinnen -> andere etnische afkomst
Antwerpen
- Na halve eeuw stadsvlucht opnieuw sterke bevolkingstoename:
* Antwerpen anno 2025 +/- 540.000 bewoners
* En zal stijgen naar 600.000 inwoners volgend decennium
- grote uitdaging -> Woningen, scholen, leefkwaliteit, mobiliteit, …
- Waarom groei bevolking Antwerpen:
- Drie componenten: - Natuurlijke groei (++ geboorten dan sterfte)
- Binnenlandse & internationale migratie
- Gevolg: een radicale verjongingskuur van de steden
- Vergroening (meer geboorten)
- Verkleuring: superdiversiteit
- En verkleurende armoede
3.2. Ondanks bevolkingstoename - stadsvlucht blijft - (witte) middenklasse
- achter stijging # inwoners -> complexer verhaal
- Te gemakkelijk zegt men: ++ inwoners = einde stadsvlucht
=> te statische kijk - bevolkingscijfers
- Groepen die naar stad komen -> zwakker inkomensprofiel dan -> stad verlaten
3.3 Mechanismen achter de stadsvlucht
- Surburbia trekt aan, de stad stoot af
-> bv verkaveling: homogene stijl -> mensen ook weinig divers (30-50j, wit)
- stad = fysiek & psychisch 'vol'
- Zoeken -> groen & ruimte kinderen
- ‘veilig’ verkeer buiten de stad? Of oeverloze files?
- onveiligheidsdiscours’ – leidt vaak -> jongeren- én stadscriminaliteit
- Stad = migratie: - stad vd 21ste E = stad in diversiteit – met kansen & spanningen
- Die diversiteit voedt - ‘witte stadsvlucht’ -> versnelt diversificatie v stad
- alles samen -> aantrek stad & zorgen -> blijvende suburbanisatie
- sociale uitsortering => ++ ruimtelijke ongelijkheid
3
, Les 2 Basisinzichten stadssociologie Giddens Cities & Urban Life
1. Steden vroeger en nu: Context (gesch)
- afgelopen 250 jaar wereldwijde urbanisering (groei)
- Onderdeel moderniteit -> na de industriële revolutie - groei
- Groei global cities & megacities (westen: London, New York) + stadsuitbereidingen
- Grootste urbanisering in zuiden & oosten
- #inwoners + mate van integratie & connectiviteit
- Oudheid: Steden vroeger: Babylon, Athene, Rome, …
- Heel andere vorm van stadsleven:
- kleine (rurale) nederzettingen -> ++ bevolking -> groter
-> vooral water, xpt… -> interessant
- Ommuurde steden
- Centrum = religie, paleis en bestuur, publiek plein, handel
- Elite woonde centraal
- Invloed steden op samenleving buiten de stad eerder beperkt -> weinig interactie
- industrialisering & urbanisering (gingen hand in hand)
- Beginnende industrialisering midden 18e E -> urbaniseringsgolf
- Groot-Brittannië bakermat industrialisering & urbanisering
- door ++ industrie -> luchtqualiteit slecht -> werd gezien – beeld vooruitgang
- De ontwikkeling van de moderne stad:
- Nu wereldwijd proces:
- 1950: 30% wereld- pop. stedelijk/ 21ste E: 50%/ 2030: min. 60%/ 2050: 80%
- Wat = stad (volgens Giddens (boek))
- Grote bevolking & hoge densiteit
- Maar ook: - Arbeidsmarktspecialisatie
- Permanente markten (steden = plek consumentie) (bv. Beurs, overdekt…)
- & ++ onpersoonlijke, rationele omgang bewoners
- stad = mix demografische, sociale & psychologische kenmerk -> niet arch. Wel context
- tegenwoordig zonder muren/omwalling - waar stop stad
Global cities: stads- & economisch sociologe Saskia Sassen (toonaangevend sociologe)
- Commandocentra global economy - hoofdzetel grote transnationale bedrijven
- Kernsteden voor financiële markten, technologiebedrijven en consultancy
- Productie & (vooral) innovatiesites nieuwe industrieën (media, ICT, games, …)
- Markten (financiële producten, hyperconcentratie diensten, …)
- schreef boek -> New York, London, Tokyo -> volgens haar toen meest ‘stad’ -> op
wereldvlak belangrijkst financieel (beurs) -> architectuur: financial district groei -> ook
schaduwarbeid ( kuisen, pizza…)
- Globalisering én lokalisering (spec. Diensten -> plaatsspecifiek (post))
4