Thema’s: Utopische stede; Evoluties in de 19de-eeuwse stad; Evoluties in de 20ste-eeuwse
stad; Groen in de stad; Erfgoed en herbestemming in de stad; Water in de stad; Infrastructuur in
de stad; Wonen in de stad; Fundamenten van het stadsontwerp; Publiek opdrachtgeverschap;
Hedendaagse stad
Examen:
-> mogelijke vragen:
- Welke evoluties in utopisch denken en geef voor elk een voorbeelde
- Verschillende concepten / utopieën
- Actoren & publicaties: waarvoor staan ze & positionering historisch context (tijd ruimte)
- Beeldfragementen: concept en positionering in historische context (tijd en ruimte)
Les 1: Introductie & stedelijke utopieën
Dromen, denken & werken -> ideale landschap/ de ideale stad/ publieke ruimte
- “Steden ontstaan en groeien spontaan, maar worden ook bewust geschapen. In de loop der
tijd heel wat mensen nagedacht over wat ‘hun’ stad of ‘de’ stad zou moeten zijn.” (De
gedroomde stad, p.112)
-> boek: antwerpen utopische plannen: 3 elementen:
stroom & positie haven; herbestemming militaire instal.; ontwik. linkeroever
- Etymologie ‘city’/ ‘cité’: romeinse civitas.-> zowel fysieke ruimte stad als (politieke) organisatie
Utopische stad
- Utopische stad = denkbeeldige stad -> gecreëerd – mogelijk geluk/ harmonie in sociale
samenleving – vaak + herstructureren wetenschappelijke & maatschappelijke vooruitgang
- Utopie: droom v niet verwezenlijken ideaal (op aarde) -> mogelijk verweven: eschatologie
(dogmatische droom hiernamaals), deontologie (ideeën kaderer – maatsch handelen)
=> relevantie: Historische blik helpt - denkkader & reflectie -> hedendaagse & toekomstige stad
Historische utopische stedelijke modellen
Humanisme en de stedelijke utopie (16de eeuw)
- Utopia (Thomas More, 1516): Humanisme
Visie:
- reactie socio-econ. & politieke wantoestanden (Hendrik VIII)
- eigendom & bezit -> verderfgelijk -> geen persoonlijk bezit
- politiek: resprestatie (1 pers per 30 man) & parlementaire democratie
- beroep en bedrijvigheid onderhevig aan strenge controle
- gevrijwaarde tijd – persoonlijke ontwikkeling
- opvoeding & onderwijs prioriteit
- gemeenschappelijke voorzieningen – individu < gemeenschap
Morfologisch:
- Cirkelvormig eiland vb 200 mijl doorsnede
- 54 steden - dagreis v elkaar
- Steden - zelfde patroon als hoofdstad Amaurote
- woningen duurzaam & voorzien individuele tuinen (eigen voedsel)
1
,- Città del Sole (Tommaso Campanella, 1616-1636): bouwt verder- Utopia –afzetten centr m8
Zonnenstad als ‘Politiek manifest - communistische visie
- uitschakelen particuliere bezit & gelijke verdeling /toegankelijkheid v producten
- gemeenschap domineert (geen traditionele gezinnen) - neemt rol v opvoeding over
- arbeidsplicht = erezaak
- kosmische orde centraal
Morfologisch: geënt op Hell – wetenschap - tijdsgebonden
- gebouwd als een heuvel
- opgebouwd uit 7 concentrische muren
- concentrische wallen -militaire & educatieve functie, daartussen wooneenheden
- wooneenheden: gelijkvloers gemeenschappelijke delen, boven gaanderijen
- centraal in plan: stedelijk plein en tempel
- Christianopolis (Johan Valentin Andrea, 1623): Religie centraal
Morfologisch
- Versterkte stad (4ha), grondwet gebaseerd - 10 geboden
- ‘Gezinswoningen’ gegroepeerd in 4 rondgaande huizenrijen (telkens 3 verdiepingen)
- centrale as -> uitgeeft op centraal plein met kerk
- Zonering via functies (clustering van agrarische bedrijven, industrie, handel,…) µ
Rationale industriële maatschappij (18de-19de eeuw)
- stimuleren productie en consumptie
- Hiërarchisch -> directeur top – centrale macht -> controle (directeur ziet alles)
-> La ville idéale de Chaux (circa 1780), Claude-Nicolas Ledoux
-> Koninklijke zoutwinnerij (1771), Claude-Nicolas Ledoux
- Le Grand Hornu (1815-1835), Bruno Renard
Groene en gezonde stad (19de-20ste eeuw): reactie industriele maatschappij
- Ciudad Lineal (Bandstad of Lijnstad) (1882), Arturo Soria Y Mata:
- Ideaal: ont-stedelijken stad & verstedelijking platteland
- Hoop -> kwaliteiten v gezonde platteland combo - voordelen v stad
- Resultaat: één enkele gordel die kan lopen van Madrid tot Brussel …
- Centrale gordel - alle mogelijkheden v transport, nutsvoorzieningen, winkels, parken &
publieke gebouwen, waarrond woningen geconcentreerd worden.
-> Aanzet tot zonneringsdenken…
2
,- Garden Cities (1899), Ebenezer Howard:
- aanvankelijk -> ‘groene, zelfvoorzienende steden' -beperkte omvang +- 32k inwoners
-> wel nog hiërarchie grotere en kleinere steden – afhankelijk aandacht netwerken
- met eigen werkgelegenheid én sociale mix (arbeiders en middenklasse)
- Letchworth Garden City (Hertfordshire UK) (1903): bedoeling echt maak – maar deels
- sterk internationaal maar concept enkel deels praktijk – later ‘slaapsteden’ (dag-werk)
-> realiteit beperkte sociale diversiteit (vooral middenklasse)
- België: beperkt ontwikkeld – tuinwijkenk
-> voorbeelden: tuinwijk Klein Rusland, Zelzate (1921-1923, Huib hoste); Cité
Moderne (1922- 1926); Sint-Agatha Berchem (Victor Bourgeois); Unitaswijk
(1923, Eduard Van Steenbergen) (foto)
Interbellum (groene stad)
- Ontstaan ‘moderne’ denken - stedenbouw
- Vertrek- of pijnpunten:
- Vroeg 20e-E stad - gedomineerd productie (liberale stad) ++ tertiaire sector
(handel, diensten en transport)
- Begin 20e-E ++ kritiek - sterk gevoed -> ++ socialisme (& vertaling - modernisme)
- ++ consumptie v vrije ruimte in platteland
- CIAM & LC: planningsdiscours scheiding (zonering) v ‘stedelijke functies’:
- Wonen; Werken; Ontspanning (zowel geestelijk als fysiek); Transport
-> industrieën naar buiten getrokken
- Ville contemporaine pour trois millions d’habitants (1922, LC) :
- Antwoord ++ woningtekort, gebrek kantoor & verkeerschaos
- Broadacre City (1932, Frank Lloyd Wright):
- Anti-stad: steden terug -> platteland, Broadacre city als reactie groeiende grootsteden
- Morfologisch: decentralisatie: mogelijk -> nieuwe vormen transport & communicatie
-> bv. Mile High Building: wolkenkrabber als compensatie voor files (autocentr)
- organische architectuur
- Sovjet utopieën, 1920-1930:
- Idee - volledige nieuwe, ‘out of the box’ concepten stedelijkheid nodig
- ++ communistisch: egalitaire samenleving geleid - werkende klasse
- Leidt -> discussie ‘urbanisten’ (afbraak bestaande steden, vervanging - nieuwe) vs ‘de-
urbanisten’ (elke inwoner eigen wooncel)
- Humanistisch: geen historisch centrum – starten van 0 -> Tabula.Rasa.
- bv.: Vliegende stad (1928, Krutikovs) -> de-urbanisatie – ontlasting aarde; Groene stad
(1930, Barsch & Ginzburgs) -> 20 km route samenbreng alles
3
, - ‘Turnhals’ (jaren ’40, Renaat Braem) : Analyse fictieve stad turnhout + herentals evolutie
1. Boerderij (landbouw) – middeleeuwen (nederzettingen)
2. 16e-17e E: transportroutes
3. Verstedelijkte kern gemeenschaps idee
6. 19e E voorstelling: ++ densificatie, rivier zwart – industrie & riool vervuiling
7. ‘Utopisch 1999’: water gerond en proper, -- dens, -- industrie, ++ cultuur
- stedeloze stad (1964, Renaat Braem, Kempen):
- hoe kempen redden
- verbod 1gezinswoningen, villa’s & bungalows, elke boom = heilig
- verbod overbod landbouw
- industrie verstop in groen
- stad & land tot eenheid – hoogbouw in land, groen in stad
- verkeerswegen en parking verbergen
- volksarchitectuur bewaren
- Het lelijkste land ter wereld (1968, Renaat Braem):
- pamflet stedebouwkundige wandorde belgie – oproep ruimtelijke qualiteit
- tekening 1: aankaarten ‘typische’ woonsituaties – allen wil in stad + eigen tuin (individu)
- tekening 2: Katholieken (door ogen socialisten) -> idee iedereen eigen huis
- tekening 3: Socialisten (door ogen katholieken) als schrikbeeld gezien (chaos, vecht…)
Concrete acties
‘De herordening van het land zal zoveel inspanningen vergen als een oorlog. Voor deze
vreedzame oorlog moeten we mobiliseren: (p. 65 – 67)’
1. Grond: - Vrije gronden opkopen/ onteigenen -> vrijwaren, maar ook - ruimtelijke plan
-> Versnippering v gronden tegen gaan
- Sterke overheid: via ruimtelijke ordening op alle niveaus
- Meerw v gronden -> publieke werken -> ten goede v gemeenschap (vaak
anders privé – alles voor winst)
- Overheden -> geen gronden aan privé-eigenaars verkopen
- Overheden -> gronden beperkt verhuren (leen)
2. productiemiddelen:
- Sleutelindustrieën (ook de bouwnijverheid) nationalizeren
- Via subsidies reguleren
- Natioaal plan voor ruimtelijke ordening
3. Alle hulpmiddelen tot materiële ordening van het levensmilieu :
Gemeenschap centraal: ’Het stelt voorop het bouwen van wijken in plaats van
het bouwen van huizen en dus het bouwen voor den door de gemeenschap’
4. Architectuur & stedenbouw organiseren.
- woonvraagstuk pas oplossen -> uiterste indrustrializatie: mag NIET – > belang v
enkelen (winst), WEL middel -> betere woningen + minder aanwending v energie
& materiaal.’
- taak – architekten: middel + machinegebruik – verrijk leven, door
industrialiaatie v bouwen -> groter architektonische mogelijkheden stuwen
4