100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

1BEM - Samenvatting economie

Rating
-
Sold
-
Pages
33
Uploaded on
25-08-2025
Written in
2024/2025

Volledige samenvatting vak economie 1e bachelor bedrijfsmanagement aan Arteveldehogeschool in Gent

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
August 25, 2025
Number of pages
33
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

SAMENVATTING ECONOMIE
H0 INLEIDING

0.1 HET DOEL VAN DE ECONOMISCHE WETENSCHAP

BEHOEFTE
Behoefte is een te kort dat we ervaren (subjectief aspect)
 Primair = levensnoodzakelijk
 Immaterieel; erkenning, ontspanning…

 Individueel: verschillend van aard
 Collectief; defensie, onderwijs, cultuur

SCHAARSE MIDDELEN
≠ zeldzaam
! Een schaars middel = een middel waarvan de verlangde hoeveelheid de beschikbare hoeveelheid zal
overtreffen indien het gratis ter beschikking stond.
Daarom: waardeverschijnsel > wij moeten er een bepaalde prijs betalen

Schaarsheid duidt op de beperktheid van ons inkomen. Met ons inkomen kunnen we niet tegelijk aan al
onze behoeften voldoen.

NUTTIGHEID EN KEUZEPROBLEEM
Nut is subjectief. De behoeftebevrediging (het nut)bij bepaalde goederen of diensten is niet voor iedereen
hetzelfde.
Economisch principe = keuzeprobleem : met gegeven middelen een maximale behoeftebevrediging te
bereiken

Economie : de studie van het menselijk streven naar bevrediging van behoeften met behulp van schaarse
middelen




0.2 WELVAART EN WELZIJN

Welvaart : de mate waarin mensen met schaarse middelen hun behoeften kunnen voorzien

Welzijn : bredere invulling – gevoel van ‘welbevinden’ – bevrediging van verlangens
Bij welzijn wordt er geen beslag gelegd op schaarse middelen

Hoge welvaart gaat meestal wel gepaard met een hoog welzijn (maar niet altijd)

,0.3 SOORTEN GOEDEREN

Vrije goederen
= zijn in overvloed aanwezig in de natuur dat er aan de volledig behoefte steeds kan voldaan worden, bv;
lucht, water uit een bergrivier…
Vrije goederen zijn niet schaars
Bv; zonlicht, lucht, regenwater, wind…

Economische goederen
= schaarse goederen (én diensten)

- Zuiver individuele goederen
worden geproduceerd door bedrijven, marktprijs dekt de kosten – rivaliteit: als jij die ene smartphone
koopt, kan niemand anders hem kopen
Uitsluiting van gebruik
Bv; tickets voor concert Taylor Swift

- Zuiver collectieve goederen
worden aan de samenleving als een geheel aangeleverd, iedereen moet dan ook bijdragen
(belastingen) voor de kosten hiervan
Geen rivaliteit, geen uitsluiting
Bv; defensie, brandweer, straatverlichting…

- Quasicollectieve goederen
Individuele goederen die uit sociale of praktische overweging door de overheid aangeboden worden
Uitsluiting en/of rivaliteit mogelijk
Bv; onderwijs, snelwegen in Frankrijk, stedelijk zwembad, bibliotheek, openbaar vervoer…


Consumptiegoederen
 Gezinshuishouding
Verbruiksgoederen: eenmalig gebruik (bv; cola, brood, frietjes van de frituur…)
Gebruiksgoederen: meermaals gebruik (bv; laptop, wagen, boekentas…)

Investeringsgoederen
 Bedrijfshuishouding
Zijn er voor andere goederen te produceren
Kapitaalgoederen: duurzame investeringsgoederen – min. 1 jaar in het bedrijf aanwezig (bv; kraan,
landbouwtoestel, firmawagen…)
Vlottende investeringsgoederen: niet duurzaam – worden tijdens het productieproces verwerkt (bv;
grondstoffen, voorraad handelsgoederen…)


!! Bv; Een wagen kan zowel een consumptie als een investeringsgoed zijn:
Particulier voor gezinswagen = consumptie
Bedrijf voor bedrijfswagen = investering

,0.4 CONSUMPTIE EN PRODUCTIE

Consumptie
- Aanwenden van economische goederen voor niet-productieve doeleinden.
- Besteding van het inkomen

Productie
- Toevoegen van waarde (nuttigheid) aan economische goederen
- Verwerven van een inkomen

Productiefactoren
- De natuur = de natuurlijke rijkdommen
- De arbeid = alle mogelijke arbeidsprestaties, zowel fysiek als intellectueel
- Het kapitaal = de reële kapitaalgoederen
= het geheel door mensen geproduceerde productiemiddelen


Omwegproductie
= De productiefactor kapitaal zal indirect bijdragen tot de uiteindelijke behoeftebevrediging.

Afgeleide productiefactor
= kapitaal wordt gevormd door de samenwerking van natuur en arbeid. Deze zijn de ‘oorspronkelijke’ of
primaire productiefactoren. Daarom wordt kapitaal de afgeleide of ‘geproduceerde’ productiefactor
genoemd.

0.6 DE CETERIS-PARIBUSCLAUSULE

= als het overige gelijk blijft, onder overigens gelijke omstandigheden

Waarom willen mensen een specifiek product?
Veel factoren waarmee er rekening moet gehouden worden (te veel)

Om toch te achterhalen waarom de klant dit wilt, gaan we dit onderzoeken adhv ‘ceteris-
paribusclausule’ > dat wil zeggen dat we 1 factor variabel stellen en alle andere factoren constant
houden

Bv; wat is de relatie tussen de koop van een BMW model en de leeftijd van kopers?

0.7 MICRO-, MESO- EN MACRO-ECONOMIE

MICRO-ECONOMIE
- Één individuele huishouding (gezins- of bedrijfs-)
- AFZONDERLIJK

MESO-ECONOMIE
- Bepaalde huishoudingen bv. bedrijfstak, sector, regio
Bv; alle producten van Muesli, alle bierfabrikanten in België…

MACRO-ECONOMIE
- Alle bedrijven, gezinnen en overheidshuishoudingen op landsniveau
- Economie van een land
Bv; nationaal inkomen…

, H1 CONSUMENTEN

1.1 DE KEUZE VAN DE OPTIMALE GOEDERENCOMBINATIE
= EVENWINCHT VAN DE CONSUMENT
Standpunt van de consument; op welke manier maken we keuzes?
Besteding van inkomen; veel keuze uit goederen en diensten
Doel van de consument: zo veel mogelijk nut

Hoe kiezen we?
Economische factoren:
> Prijzen van goederen
> Het beschikbaar inkomen (budget)

Niet- economische factoren: voorkeuren of preferenties

PREFERENTIES
Volkomen subjectief en afhankelijk van eigen individuele voorkeur. Voor de economie zijn de preferenties
een gegeven.

Behoeften worden bepaalde door:
Sociologische factoren
- Gezinssituatie
- Sociale klasse
- Religie
- Woonplaats
- Nationaliteit

Psychologische factoren
- Persoonlijkheid (karakter)
- Levensstijl
- Attitude

 Bandwagoneffect <> Snobeffect
= Volgen, iedereen heeft het = je wilt erboven uitsteken, het is duur,
anders zou je het niet kopen

EERSTE WET VAN GOSSEN
= WET VAN HET DALEND GRENSNUT

Naar mate men meer beschikt over een aantal eenheden van een bepaald goed, daalt voor de consument
het nut dat de laatste eenheid aan het totale nut toevoegt.

Marginaal nut of grensnut : het nut van de laatste toegevoegde eenheid (daalt)
$4.15
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
louisevw

Get to know the seller

Seller avatar
louisevw Arteveldehogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
11
Member since
7 months
Number of followers
0
Documents
8
Last sold
2 weeks ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions