Gevalsbeschrijving 2
Masterprogramma Orthopedagogiek
Masteropleiding Pedagogische Wetenschappen
Vrije Universiteit Amsterdam
Collegejaar 2024-2025
Naam:
Studentnummer:
Casusnummer: 2
Datum:2025
Werkgroep Masterclinic:
Docent:
VU-Stagesupervisor:
Aantal woorden: 6668
, 1. Personalia
1.1 Persoonsgegevens
Naam: F.A (meisje)
Leeftijd: 14 jaar; 1 maand
1.2 Situatiegegevens
Schooltype: Middelbare school, MAVO/HAVO
Schoolverloop: Bao 1-2-3-4 (in Capellen aan de IJssel) 5-6-7 (in Almelo) -8 (andere school in
Almelo) MO (MAVO/HAVO); 1-2
Gezinssamenstelling: Vader, Moeder, F. en zus (20) jaar
Woonomstandigheden: Het gezin woont tot F. 7 jaar oud is in Cappellen aan de IJssel,
daarna zijn ze naar Almelo verhuisd.
Culturele achtergrond: Nederlands
Ouderlijk gezag: vader en moeder
Aanvrager onderzoek: ouders F.
Verwijzer: huisarts
Eerdere hulp: -
Onderzoeksetting: Basis ggz
1.3 Bijzonderheden
Het gezin is toen F. 7 jaar oud was verhuisd van het westen van het land naar het oosten van
het land in verband met een woningbrand. Ze heeft vanaf groep 4 in het oosten op een
school gezeten waar ze is gepest tot groep 8. Groep 8 heeft F. op een andere locatie
doorlopen om daarna de overstap te maken naar het middelbaar onderwijs. De zus van F.
heeft het grootste gedeelte van haar leven niet thuis gewoond. Ouders zijn een korte
periode uit elkaar geweest toen F. jong was. Er was sprake van overbelasting van moeder na
de bevalling van F..
2. Aanmelding en intake
2.1 Aanmeldingsreden
F. is samen met haar vader bij de huisarts geweest. In de huisartsverwijzing staat dat F.
gauw is afgeleid en moeite heeft met plannen en organiseren. Ze kan moeilijk stil kan zitten
en is altijd aan het friemelen.
2.2 Problemen en zorgen van de cliënt/cliëntsysteem
, Intakegesprek F. en ouders
F. ervaart constant drukte in haar hoofd, wat ze omschrijft als een voortdurende stroom van
‘random gedachten’. Deze drukte neemt toe tijdens toetsweken, wanneer ze veel leerstof
moet onthouden. Deze drukte in haar hoofd is sinds de overstap naar het voortgezet
onderwijs toegenomen. Op de basisschool was het minder opvallend, hoewel ze in groep 8
al meer afleiding begon te ervaren.
Hoewel haar cijfers goed zijn, heeft F. moeite met concentratie, waardoor het voor haar
moeilijk is om aan schoolwerk te beginnen. Ze kan wel twee uur geconcentreerd werken,
maar dit vergt veel inspanning. Bovendien merkt ze dat het starten van een taak en het
maken van overgangen tussen activiteiten veel tijd kost.
F. ervaart veel stress rondom schoolwerk, voornamelijk door haar moeite om zich aan haar
planning te houden en haar uitstelgedrag. Het vasthouden aan een planning is voor haar
moeilijk zonder externe aansporing, wat er soms toe leidt dat werk wordt uitgesteld naar de
avonduren en haar rust in het gedrang komt.
Om haar concentratieproblemen te compenseren, neemt F. thuis zelfstandig de lesstof
door, wat veel tijd en energie kost en voor haar stressvol is. Tijdens het leren helpt
instrumentele muziek haar om de stilte en eentonigheid te doorbreken.
F. vertelt dat ze in gesprekken met anderen, zoals leeftijdsgenoten, veel nadenkt over wat
ze kan zeggen en hoe ze moet reageren. Dit voortdurende nadenken maakt het voor haar
moeilijk om zich aan te sluiten bij een gespreksonderwerp, waardoor ze vaak te laat is om
haar gedachten te delen. Ze geeft aan dat ze zich ongemakkelijk voelt bij haar
leeftijdsgenoten en liever alleen is dan in sociale situaties. Hoewel ze zichzelf beschrijft als
een energiek en vrolijk meisje, is deze kant niet altijd zichtbaar voor anderen. Haar ouders
merken op dat F. in drukke omgevingen stiller wordt en zich aan hen vastklampt. Thuis
zoekt F. vaak rust op haar slaapkamer, waar ze creatieve activiteiten doet of op haar
telefoon of computer zit.
Haar ouders herkennen de onzekerheden en ondersteunen F. in haar wens om meer
vrijheid te ervaren in sociale situaties en zichzelf beter te kunnen uiten buiten het gezin. Ze
hopen dat F. in de toekomst gemakkelijker contact kan maken met anderen en zich
zelfverzekerder voelt in sociale interacties. Thuis is F. veel spraakzamer en maakt ze snel
associaties tussen onderwerpen, maar haar ouders merken op dat dit soms moeilijk te
volgen is voor anderen. F. voelt zich op haar gemak bij jonge kinderen, maar heeft op school
weinig sociale contacten. In groep 8 ging F. wel om met meerdere kinderen in de klas, maar
ze sprak nooit buiten school met hen af. F. vertelt dat ze geen echte vrienden had in die tijd.
Nu, op het voortgezet onderwijs, heeft ze af en toe contact met twee klasgenoten, maar in
de pauzes zit ze vaak alleen en spreekt ze deze klasgenoten niet buiten school.
Klachten en hulpvragen
Masterprogramma Orthopedagogiek
Masteropleiding Pedagogische Wetenschappen
Vrije Universiteit Amsterdam
Collegejaar 2024-2025
Naam:
Studentnummer:
Casusnummer: 2
Datum:2025
Werkgroep Masterclinic:
Docent:
VU-Stagesupervisor:
Aantal woorden: 6668
, 1. Personalia
1.1 Persoonsgegevens
Naam: F.A (meisje)
Leeftijd: 14 jaar; 1 maand
1.2 Situatiegegevens
Schooltype: Middelbare school, MAVO/HAVO
Schoolverloop: Bao 1-2-3-4 (in Capellen aan de IJssel) 5-6-7 (in Almelo) -8 (andere school in
Almelo) MO (MAVO/HAVO); 1-2
Gezinssamenstelling: Vader, Moeder, F. en zus (20) jaar
Woonomstandigheden: Het gezin woont tot F. 7 jaar oud is in Cappellen aan de IJssel,
daarna zijn ze naar Almelo verhuisd.
Culturele achtergrond: Nederlands
Ouderlijk gezag: vader en moeder
Aanvrager onderzoek: ouders F.
Verwijzer: huisarts
Eerdere hulp: -
Onderzoeksetting: Basis ggz
1.3 Bijzonderheden
Het gezin is toen F. 7 jaar oud was verhuisd van het westen van het land naar het oosten van
het land in verband met een woningbrand. Ze heeft vanaf groep 4 in het oosten op een
school gezeten waar ze is gepest tot groep 8. Groep 8 heeft F. op een andere locatie
doorlopen om daarna de overstap te maken naar het middelbaar onderwijs. De zus van F.
heeft het grootste gedeelte van haar leven niet thuis gewoond. Ouders zijn een korte
periode uit elkaar geweest toen F. jong was. Er was sprake van overbelasting van moeder na
de bevalling van F..
2. Aanmelding en intake
2.1 Aanmeldingsreden
F. is samen met haar vader bij de huisarts geweest. In de huisartsverwijzing staat dat F.
gauw is afgeleid en moeite heeft met plannen en organiseren. Ze kan moeilijk stil kan zitten
en is altijd aan het friemelen.
2.2 Problemen en zorgen van de cliënt/cliëntsysteem
, Intakegesprek F. en ouders
F. ervaart constant drukte in haar hoofd, wat ze omschrijft als een voortdurende stroom van
‘random gedachten’. Deze drukte neemt toe tijdens toetsweken, wanneer ze veel leerstof
moet onthouden. Deze drukte in haar hoofd is sinds de overstap naar het voortgezet
onderwijs toegenomen. Op de basisschool was het minder opvallend, hoewel ze in groep 8
al meer afleiding begon te ervaren.
Hoewel haar cijfers goed zijn, heeft F. moeite met concentratie, waardoor het voor haar
moeilijk is om aan schoolwerk te beginnen. Ze kan wel twee uur geconcentreerd werken,
maar dit vergt veel inspanning. Bovendien merkt ze dat het starten van een taak en het
maken van overgangen tussen activiteiten veel tijd kost.
F. ervaart veel stress rondom schoolwerk, voornamelijk door haar moeite om zich aan haar
planning te houden en haar uitstelgedrag. Het vasthouden aan een planning is voor haar
moeilijk zonder externe aansporing, wat er soms toe leidt dat werk wordt uitgesteld naar de
avonduren en haar rust in het gedrang komt.
Om haar concentratieproblemen te compenseren, neemt F. thuis zelfstandig de lesstof
door, wat veel tijd en energie kost en voor haar stressvol is. Tijdens het leren helpt
instrumentele muziek haar om de stilte en eentonigheid te doorbreken.
F. vertelt dat ze in gesprekken met anderen, zoals leeftijdsgenoten, veel nadenkt over wat
ze kan zeggen en hoe ze moet reageren. Dit voortdurende nadenken maakt het voor haar
moeilijk om zich aan te sluiten bij een gespreksonderwerp, waardoor ze vaak te laat is om
haar gedachten te delen. Ze geeft aan dat ze zich ongemakkelijk voelt bij haar
leeftijdsgenoten en liever alleen is dan in sociale situaties. Hoewel ze zichzelf beschrijft als
een energiek en vrolijk meisje, is deze kant niet altijd zichtbaar voor anderen. Haar ouders
merken op dat F. in drukke omgevingen stiller wordt en zich aan hen vastklampt. Thuis
zoekt F. vaak rust op haar slaapkamer, waar ze creatieve activiteiten doet of op haar
telefoon of computer zit.
Haar ouders herkennen de onzekerheden en ondersteunen F. in haar wens om meer
vrijheid te ervaren in sociale situaties en zichzelf beter te kunnen uiten buiten het gezin. Ze
hopen dat F. in de toekomst gemakkelijker contact kan maken met anderen en zich
zelfverzekerder voelt in sociale interacties. Thuis is F. veel spraakzamer en maakt ze snel
associaties tussen onderwerpen, maar haar ouders merken op dat dit soms moeilijk te
volgen is voor anderen. F. voelt zich op haar gemak bij jonge kinderen, maar heeft op school
weinig sociale contacten. In groep 8 ging F. wel om met meerdere kinderen in de klas, maar
ze sprak nooit buiten school met hen af. F. vertelt dat ze geen echte vrienden had in die tijd.
Nu, op het voortgezet onderwijs, heeft ze af en toe contact met twee klasgenoten, maar in
de pauzes zit ze vaak alleen en spreekt ze deze klasgenoten niet buiten school.
Klachten en hulpvragen