2
, Inhoud
.....................................................................................................................1
Vraag 4 Complexheid van taal:..............................................................4
Vraag 5 Systeem- en leefwereld:...........................................................4
Vraag 6 Visie op rechtvaardigheid:........................................................5
Vraag 7 Kernwaarden in sociaal werk:...................................................6
Vraag 8 Betekenisgericht werken:.........................................................6
Vraag 9 Levensbeschouwing:................................................................7
Vraag 10 Slot en betoog........................................................................8
Bronvermelding:....................................................................................9
Vraag 1 Dilemma:
Is het voor mij als jongerencoach verantwoord om jongeren uit te sluiten van een
activiteit, want ik wil een positieve sfeer behouden, terwijl ik ook wil dat iedereen
zich gehoord voelt, omdat inclusie en respect voorop staan in mijn werk.
Het uitsluiten van jongeren bij een activiteit zoals in mijn dilemma beschreven
kan in strijd zijn met de principes van Carl Rogers (Rogers, 1961) omdat het in dit
geval zou kunnen leiden tot gevoelens van afwijzing of gebrek aan waardering.
Een positieve benadering door bijvoorbeeld een open gesprek te voeren om
begrip voor behoeften en gevoelens te creëren zou een oplossing kunnen zijn die
meer past bij de positieve waardering volgens Carl Rogers.
De theorie van Michel Foucault (Foucault, 1975) zet me hierbij aan het nadenken
over de rol die ik als jongerencoach heb en de macht die hierbij komt. Wie
bepaalt hierin welke normen en waarden gehanteerd worden? Als inclusie voorop
staat in mijn functie, wat bepaalt dan wanneer iemand wel of niet mee mag
doen? Ik heb geen antwoord op deze vragen, maar het laat me wel nadenken
over de rol die ik als professional heb, de macht die daarbij komt kijken en de
consequenties van de beslissingen die ik in mijn functie neem.
Als ik dit dilemma plaats in de context van ontwikkelingen in de samenleving
denk ik dat het belangrijker dan ooit is met inclusie bezig te zijn. Dit kan ik als
jongerencoach doen door een inclusieve omgeving te creëren waarin ieder zich
gehoord voelt. Hiervoor zijn ook grenzen nodig om een positieve sfeer te houden
waarin ieder zich veilig voelt.
Vraag 2 Mensvisie:
2
, Inhoud
.....................................................................................................................1
Vraag 4 Complexheid van taal:..............................................................4
Vraag 5 Systeem- en leefwereld:...........................................................4
Vraag 6 Visie op rechtvaardigheid:........................................................5
Vraag 7 Kernwaarden in sociaal werk:...................................................6
Vraag 8 Betekenisgericht werken:.........................................................6
Vraag 9 Levensbeschouwing:................................................................7
Vraag 10 Slot en betoog........................................................................8
Bronvermelding:....................................................................................9
Vraag 1 Dilemma:
Is het voor mij als jongerencoach verantwoord om jongeren uit te sluiten van een
activiteit, want ik wil een positieve sfeer behouden, terwijl ik ook wil dat iedereen
zich gehoord voelt, omdat inclusie en respect voorop staan in mijn werk.
Het uitsluiten van jongeren bij een activiteit zoals in mijn dilemma beschreven
kan in strijd zijn met de principes van Carl Rogers (Rogers, 1961) omdat het in dit
geval zou kunnen leiden tot gevoelens van afwijzing of gebrek aan waardering.
Een positieve benadering door bijvoorbeeld een open gesprek te voeren om
begrip voor behoeften en gevoelens te creëren zou een oplossing kunnen zijn die
meer past bij de positieve waardering volgens Carl Rogers.
De theorie van Michel Foucault (Foucault, 1975) zet me hierbij aan het nadenken
over de rol die ik als jongerencoach heb en de macht die hierbij komt. Wie
bepaalt hierin welke normen en waarden gehanteerd worden? Als inclusie voorop
staat in mijn functie, wat bepaalt dan wanneer iemand wel of niet mee mag
doen? Ik heb geen antwoord op deze vragen, maar het laat me wel nadenken
over de rol die ik als professional heb, de macht die daarbij komt kijken en de
consequenties van de beslissingen die ik in mijn functie neem.
Als ik dit dilemma plaats in de context van ontwikkelingen in de samenleving
denk ik dat het belangrijker dan ooit is met inclusie bezig te zijn. Dit kan ik als
jongerencoach doen door een inclusieve omgeving te creëren waarin ieder zich
gehoord voelt. Hiervoor zijn ook grenzen nodig om een positieve sfeer te houden
waarin ieder zich veilig voelt.
Vraag 2 Mensvisie:
2