Camera, regie en montage
INLEIDING
1. AUDIOVISUELE CONTENT
Fotocamera → filmcamera → audio → kleur (1939)
Alle technologische evoluties sindsdien verbreden en onderstrepen vooral het belang van dit
oorspronkelijk fundament. De technische middelen waarmee we audiovisuele verhalen vertellen
veranderen zeer snel, maar de kern blijft dezelfde.
1.1 ANNO 2024
1. Democratisering door goedkoper materiaal
→ Het materiaal & montagesoftware is goedkoper dan ooit.
2. Democratisering door A.I.
Automatisering:
Voorbeeld: Het duurt te lang om een ondertiteling uit te typen → AI feature = Speach to tekst →
Oplossing: De captions of subtitles worden automatisch geplaatst
Correctie in postproductie:
Voorbeeld: Bepaalde shots zijn niet in slowmotion gedraaid → AI feature = Optical flow →
Oplossing; het beeld kan worden vertraagd door het genereren van extra frames.
3. Democratisering door gratis distributie
De meeste content wordt voor social media geproduceerd waar het advertentie-gedreven business
model primeert. Hoe meer content → hoe meer advertenties. Vandaar de kosteloze distributie ter
beschikking van creators.
4. Storytelling is everywhere
Mensen verwachten niet enkel kennis, maar ook een beleving.
Content dient altijd een spanningsboog te bevatten.
Conclusie trends 2024:
Iedereen = Creator
Content = Story
,→ Wij gaan ons vooral focussen op passief lineaire content: de kijker consumeert dus een verhaal
van begin tot einde (theater, films, tv, poëzie, …)
→ Actief non-lineaire content: kijker consumeert niet alleen, maar neemt ook actief deel aan het
verhaal (VR, games, AR, …)
1.2 WAT IS EEN REGISSEUR ANNO 2024?
Content creator vs. videograaf
Audiovisuele producties zijn vandaag enorm geoptimaliseerd. Content wordt steeds vaker in een
360° aanpak in de markt gezet (podcast, events, …) & vereiste profiele worden meer hybride.
Wat is nu een regisseur anno 2024?
→ Een regisseur is de baas van het verhaal. Het ownership en auteurschap van het audiovisuele
product ligt helemaal bij hem/haar/hen.
Regisseur
Chief storyteller
,Camera, regie en montage
BEELDTAAL
1. HET ABC VAN BEELDTAAL
SHOTS:
→ Een beeld dat een volledige opname is en waarin nuances, blikken en gebaren
worden vastgelegd die woorden nooit zouden kunne uitdrukken.
SCÈNES:
→ Een opeenvolging van shots, op eenzelfde locatie, met eenzelfde cast, dat een
geheel vormt. Er ontstaat ritme, continuïteit en drama. Het plot ontwikkelt zich.
SEQUENTIES:
→ Een verzameling van scènes die een natuurlijke eenheid vormen. Zoals de
onderdelen van een symfonie waarbij het verhaal vorm krijgt en het centrale thema
naar voren komt.
Het is de opeenvolging van shots, scènes en sequenties die het verhaal vertellen.
Beelden beïnvloeden elkaar door hun volgorde en krijgen daardoor een unieke betekenis.
Dit wordt het inductie- of het Koelesjov-effect genoemd.
→ Tijdens het Koelesjov-experiment werd een beeld van een uitdrukkingsloos gezicht getoond in relatie met
verschillende andere beelden. Afhankelijk van deze associatie werd de neutrale gelaatsuitdrukking door het
publiek anders geïnterpreteerd: respectievelijk als honger, verdriet en verlangen.
2. WAT BEPAALT HET UNIEKE KARAKTER VAN EEN SHOT?
2.1 STANDPUNT
= de plaatsing van de camera in de ruimte
Vertrek bij het maken van beelden vanuit de horizon. Kies je ervoor om je camera toch
schuin te plaatsen, dan heb je een Dutch-Angle gecreëerd.
Bij het filmen van een handeling is het wijs rekening te houden met de 180°- regel van de
optische as) → as is een denkbeeldige lijn tussen 2 onderwerpen in je beeld
→ Niet enkel om verwarring te vermijden, ook om emotionele betrokkenheid te
genereren.
→ Bij volledig optische as: je krijgt een POV-shot, je betrekt de kijker maximaal
→ Je kan ook personage ons rechtstreeks laten aanspreken door 180° draaien
, 2.2 KADRAGE
De keuze voor een bepaalde gardrage is dus een beeldtaalelement dat je verhaal kan sturen
en versterken. Een ruim beeld zorgt voor overzicht van de situatie, terwijl een close-up de
kijker meer betrekt.
Soorten kadrages:
2.3 PERSPECTIEF
Perspectief betekent het gezichtspunt: de hoogte waarop we de camera plaatsen tov.
de vloer alsook de hoek van waaruit de camera filmt tegenover de horizon.
Indien je opteert hiervan af te wijken, krijg je een subjectief perspectief.
Bv: Kikker- en vogelperspectief (lage en hoge hoeken)
INLEIDING
1. AUDIOVISUELE CONTENT
Fotocamera → filmcamera → audio → kleur (1939)
Alle technologische evoluties sindsdien verbreden en onderstrepen vooral het belang van dit
oorspronkelijk fundament. De technische middelen waarmee we audiovisuele verhalen vertellen
veranderen zeer snel, maar de kern blijft dezelfde.
1.1 ANNO 2024
1. Democratisering door goedkoper materiaal
→ Het materiaal & montagesoftware is goedkoper dan ooit.
2. Democratisering door A.I.
Automatisering:
Voorbeeld: Het duurt te lang om een ondertiteling uit te typen → AI feature = Speach to tekst →
Oplossing: De captions of subtitles worden automatisch geplaatst
Correctie in postproductie:
Voorbeeld: Bepaalde shots zijn niet in slowmotion gedraaid → AI feature = Optical flow →
Oplossing; het beeld kan worden vertraagd door het genereren van extra frames.
3. Democratisering door gratis distributie
De meeste content wordt voor social media geproduceerd waar het advertentie-gedreven business
model primeert. Hoe meer content → hoe meer advertenties. Vandaar de kosteloze distributie ter
beschikking van creators.
4. Storytelling is everywhere
Mensen verwachten niet enkel kennis, maar ook een beleving.
Content dient altijd een spanningsboog te bevatten.
Conclusie trends 2024:
Iedereen = Creator
Content = Story
,→ Wij gaan ons vooral focussen op passief lineaire content: de kijker consumeert dus een verhaal
van begin tot einde (theater, films, tv, poëzie, …)
→ Actief non-lineaire content: kijker consumeert niet alleen, maar neemt ook actief deel aan het
verhaal (VR, games, AR, …)
1.2 WAT IS EEN REGISSEUR ANNO 2024?
Content creator vs. videograaf
Audiovisuele producties zijn vandaag enorm geoptimaliseerd. Content wordt steeds vaker in een
360° aanpak in de markt gezet (podcast, events, …) & vereiste profiele worden meer hybride.
Wat is nu een regisseur anno 2024?
→ Een regisseur is de baas van het verhaal. Het ownership en auteurschap van het audiovisuele
product ligt helemaal bij hem/haar/hen.
Regisseur
Chief storyteller
,Camera, regie en montage
BEELDTAAL
1. HET ABC VAN BEELDTAAL
SHOTS:
→ Een beeld dat een volledige opname is en waarin nuances, blikken en gebaren
worden vastgelegd die woorden nooit zouden kunne uitdrukken.
SCÈNES:
→ Een opeenvolging van shots, op eenzelfde locatie, met eenzelfde cast, dat een
geheel vormt. Er ontstaat ritme, continuïteit en drama. Het plot ontwikkelt zich.
SEQUENTIES:
→ Een verzameling van scènes die een natuurlijke eenheid vormen. Zoals de
onderdelen van een symfonie waarbij het verhaal vorm krijgt en het centrale thema
naar voren komt.
Het is de opeenvolging van shots, scènes en sequenties die het verhaal vertellen.
Beelden beïnvloeden elkaar door hun volgorde en krijgen daardoor een unieke betekenis.
Dit wordt het inductie- of het Koelesjov-effect genoemd.
→ Tijdens het Koelesjov-experiment werd een beeld van een uitdrukkingsloos gezicht getoond in relatie met
verschillende andere beelden. Afhankelijk van deze associatie werd de neutrale gelaatsuitdrukking door het
publiek anders geïnterpreteerd: respectievelijk als honger, verdriet en verlangen.
2. WAT BEPAALT HET UNIEKE KARAKTER VAN EEN SHOT?
2.1 STANDPUNT
= de plaatsing van de camera in de ruimte
Vertrek bij het maken van beelden vanuit de horizon. Kies je ervoor om je camera toch
schuin te plaatsen, dan heb je een Dutch-Angle gecreëerd.
Bij het filmen van een handeling is het wijs rekening te houden met de 180°- regel van de
optische as) → as is een denkbeeldige lijn tussen 2 onderwerpen in je beeld
→ Niet enkel om verwarring te vermijden, ook om emotionele betrokkenheid te
genereren.
→ Bij volledig optische as: je krijgt een POV-shot, je betrekt de kijker maximaal
→ Je kan ook personage ons rechtstreeks laten aanspreken door 180° draaien
, 2.2 KADRAGE
De keuze voor een bepaalde gardrage is dus een beeldtaalelement dat je verhaal kan sturen
en versterken. Een ruim beeld zorgt voor overzicht van de situatie, terwijl een close-up de
kijker meer betrekt.
Soorten kadrages:
2.3 PERSPECTIEF
Perspectief betekent het gezichtspunt: de hoogte waarop we de camera plaatsen tov.
de vloer alsook de hoek van waaruit de camera filmt tegenover de horizon.
Indien je opteert hiervan af te wijken, krijg je een subjectief perspectief.
Bv: Kikker- en vogelperspectief (lage en hoge hoeken)