lOMoARcPSD|3982354
Algemene Didactiek 1
Algemene Didactiek 1 (Arteveldehogeschool)
StuDocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit
Gedownload door Annelore Goessens ()
, lOMoARcPSD|3982354
Algemene Didactiek 1
Uitgangspunten
1. Goed onderwijs staat midden in de wereld en is afgestemd op huidige maatschappelijke
ontwikkelingen
2. Goed onderwijs streeft ernaar dat leerlingen hun leren in eigen handen nemen
3. Goed onderwijs erkent leerlingen in hun diversiteit en neemt deze diversiteit als
uitgangspunt voor het didactisch ontwerpen van een leeromgeving
4. Goed onderwijs maak je samen
Deel 1: Taken van een leraar
2. Omschrijving
Decreet betreffende lerarenopleiding en nascholing (16 april 1996) voorziet in ontwikkeling van
beroepsprofielen en basiscompetenties voor leraren. Aangepast in 2007.
Beroepsprofiel
De kennis, vaardigheden en attitudes van een ervaren leraar.
Eén gemeenschappelijk beroepsprofiel voor zowel kleuter-, lager- en secundair onderwijs.
Basiscompetenties
Worden rechtstreeks afgeleid uit het beroepsprofiel en zijn een omschrijving van de kennis,
vaardigheden en attitudes van een beginnende leerkracht.
Drie verschillende basiscompetenties voor kleuter-, lager- en secundair onderwijs.
Verband met de lerarenopleiding
Via een opleidingsprogramma binnen de lerarenopleiding worden de basiscompetenties verworven.
Competentiegerichte Standaard voor Praktijk geeft aan op welk moment in de opleiding welke
basiscompetenties aan bod komen.
Via professionalisering kan er doorgegroeid worden naar het beroepsprofiel.
1
Gedownload door Annelore Goessens ()
, lOMoARcPSD|3982354
3. Structuur van de basiscompetenties
Functionele gehelen
10 functionele gehelen in het beroepsprofiel, verdeeld over 3 clusters van verantwoordelijkheden.
Verantwoordelijkheid van de leraar t.a.v. de lerende:
1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
Vb. aanleren van een bepaalde oplossingsmethode voor vraagstukken
2. Opvoeder
Vb. aandacht voor leerling als persoon
3. Inhoudelijk expert
Vb. vakinhoudelijke deskundigheid
4. Organisator
Vb. een goed op punt gestelde planning
5. Innovator, onderzoeker
Vb. reflectie op de eigen onderwijs-aanpak
Verantwoordelijkheid van de leraar t.a.v. de school/de onderwijsgemeenschap
6. Partner van ouders/verzorgers
Vb. overleg met ouders
7. Lid van een schoolteam
Vb. afspraken met collega’s en werkend vanuit het schoolwerkplan
8. Partner van externen
Vb. contacten leggen met musea
9. Lid van een onderwijsgemeenschap
Vb. kennis van afspraken met de pedagogische begeleiders
Verantwoordelijkheid van de leraar t.a.v. de maatschappij
10. Cultuurparticipant
Vb. reflectie op maatschappelijke ontwikkelingen
De attitudes (beroepshoudingen)
Gelden voor alle functionele gehelen en zijn van fundamenteel belang voor leraren
1. Beslissingsvermogen
Standpunt innemen of tot handeling overgaan en verantwoordelijkheid nemen
2. Relationele gerichtheid
Echtheid, aanvaarding, empathie en respect in contact met anderen
3. Kritische ingesteldheid
Zichzelf en omgeving in vraag stellen
4. Leergierigheid
Actief zoeken naar situaties om competenties te verbreden en verdiepen
5. Organisatievermogen
Taken plannen, coördineren en delegeren om doel efficiënt te bereiken
6. Zin voor samenwerking
Gemeenschappelijk aan een taak werken
7. Verantwoordelijkheidszin
Verantwoordelijk voelen voor school als geheel en engageren
8. Flexibiliteit
2
Gedownload door Annelore Goessens ()
Algemene Didactiek 1
Algemene Didactiek 1 (Arteveldehogeschool)
StuDocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit
Gedownload door Annelore Goessens ()
, lOMoARcPSD|3982354
Algemene Didactiek 1
Uitgangspunten
1. Goed onderwijs staat midden in de wereld en is afgestemd op huidige maatschappelijke
ontwikkelingen
2. Goed onderwijs streeft ernaar dat leerlingen hun leren in eigen handen nemen
3. Goed onderwijs erkent leerlingen in hun diversiteit en neemt deze diversiteit als
uitgangspunt voor het didactisch ontwerpen van een leeromgeving
4. Goed onderwijs maak je samen
Deel 1: Taken van een leraar
2. Omschrijving
Decreet betreffende lerarenopleiding en nascholing (16 april 1996) voorziet in ontwikkeling van
beroepsprofielen en basiscompetenties voor leraren. Aangepast in 2007.
Beroepsprofiel
De kennis, vaardigheden en attitudes van een ervaren leraar.
Eén gemeenschappelijk beroepsprofiel voor zowel kleuter-, lager- en secundair onderwijs.
Basiscompetenties
Worden rechtstreeks afgeleid uit het beroepsprofiel en zijn een omschrijving van de kennis,
vaardigheden en attitudes van een beginnende leerkracht.
Drie verschillende basiscompetenties voor kleuter-, lager- en secundair onderwijs.
Verband met de lerarenopleiding
Via een opleidingsprogramma binnen de lerarenopleiding worden de basiscompetenties verworven.
Competentiegerichte Standaard voor Praktijk geeft aan op welk moment in de opleiding welke
basiscompetenties aan bod komen.
Via professionalisering kan er doorgegroeid worden naar het beroepsprofiel.
1
Gedownload door Annelore Goessens ()
, lOMoARcPSD|3982354
3. Structuur van de basiscompetenties
Functionele gehelen
10 functionele gehelen in het beroepsprofiel, verdeeld over 3 clusters van verantwoordelijkheden.
Verantwoordelijkheid van de leraar t.a.v. de lerende:
1. Begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen
Vb. aanleren van een bepaalde oplossingsmethode voor vraagstukken
2. Opvoeder
Vb. aandacht voor leerling als persoon
3. Inhoudelijk expert
Vb. vakinhoudelijke deskundigheid
4. Organisator
Vb. een goed op punt gestelde planning
5. Innovator, onderzoeker
Vb. reflectie op de eigen onderwijs-aanpak
Verantwoordelijkheid van de leraar t.a.v. de school/de onderwijsgemeenschap
6. Partner van ouders/verzorgers
Vb. overleg met ouders
7. Lid van een schoolteam
Vb. afspraken met collega’s en werkend vanuit het schoolwerkplan
8. Partner van externen
Vb. contacten leggen met musea
9. Lid van een onderwijsgemeenschap
Vb. kennis van afspraken met de pedagogische begeleiders
Verantwoordelijkheid van de leraar t.a.v. de maatschappij
10. Cultuurparticipant
Vb. reflectie op maatschappelijke ontwikkelingen
De attitudes (beroepshoudingen)
Gelden voor alle functionele gehelen en zijn van fundamenteel belang voor leraren
1. Beslissingsvermogen
Standpunt innemen of tot handeling overgaan en verantwoordelijkheid nemen
2. Relationele gerichtheid
Echtheid, aanvaarding, empathie en respect in contact met anderen
3. Kritische ingesteldheid
Zichzelf en omgeving in vraag stellen
4. Leergierigheid
Actief zoeken naar situaties om competenties te verbreden en verdiepen
5. Organisatievermogen
Taken plannen, coördineren en delegeren om doel efficiënt te bereiken
6. Zin voor samenwerking
Gemeenschappelijk aan een taak werken
7. Verantwoordelijkheidszin
Verantwoordelijk voelen voor school als geheel en engageren
8. Flexibiliteit
2
Gedownload door Annelore Goessens ()