HC : 9 : gezinsdiagnostiek
Doelen:
1. Theoretische domeinen van het systeemdenken herkennen, wat
onderliggend is aan het gezinsfunctioneren
2. Systemische begrippen gebruiken om naar gezinnen te kijken
3. Vanuit verschillende perspectieven naar gezinnen kijken
4. Relevante technieken inzetten om informatie te verzamelen
Doel 1:
Systeemdenken: het geheel begrijpen door te kijken naar de interactie tussen de delen
Het systeemdenken is onderliggend aan verschillende perspectieven
Theorie domeinen:
A. General Systems Theory
o Vorige eeuw
o Streven naar een overkoepelende theorie
o Multidisciplinair onderzoek
o Filosofische theorie
o Geen empirisch onderzoek
Een systeem is samengesteld uit elementen die georganiseerd zijn door de consistente
aard van de relatie tussen deze elementen”
Natuurlijke systemen :
Belangrijkste kenmerken
Regels & codes voor onderlinge omgang
Processen die verandering promoten & processen die verandering tegengaan
Organisatie ontwikkelt zich door de tijd
Theoretische domeinen (2):
B. cybernetica: gebruik van feedback
Sluit aan op het natuurlijke systeem
- feedback & duurzaam bestaande gezinssystemen
o Ontvangen, integreren om het eigen systeem te handhaven
Theoretische domeinen (3):
kritiek:
- Individu/mensbeeld
o Er komt geen mensbeeld in naar voren
- Historie
o Geen rekening houden met de historie van het systeem
- Geen Betekenisgeving
Theoretische domeinen (4)
, Communicatie als beïnvloeding (pragmatiek)
Communicatie denken. In de interactie tussen mensen stuur je telkens boodschappen
waarmee je elkaar kan beïnvloeden
Doel 2:
Systematische begrippen gebruiken om naar gezinnen te kijken
Taxatie :
Axioma’s van communicatie, wat algemeen aangenomen wordt zonder dat het bewezen
is:
- Eerst : we kunnen niet niet communiceren
Aanvaarding-verwerping-verandering symptoomvorming
Bv. reis naar Australië, zittend naast een Mw. in een vliegtuig. Je kunt het gesprek
aanvaarden (terug praten, gewoon reageren op elkaar, doorzetten op de communicatie
die ingezet is), Verwerping (oortjes in), veranderen (even erin meegaan en vervolgens
veranderen hoe de ander begonnen is), symptoomvorming, goedemiddag ik heb enorme
hoofdpijn (er is een symptoom waardoor ik niet gewoon kan meedoen aan de ingezette
communicatie).
Dit laatste wordt gebruikt in de psychiatrie, hoe er gecommuniceerd wordt binnen het
gezin.
Gesloten vs. Open systemen
- Heel erg op zichzelf zijn, technische circulatie
- Altijd uitwisseling met de systemen in de buurt, informatie integreren in hoe men
zich ontwikkeld
Informatie-uitwisseling met de omgeving
Context:
Plaatje citroenen, limoenen met 1 citroen ertussen.
De context beïnvloedt je betekenisgeving. In welke context vindt het gedrag plaats en is
dit gepast?
Lineaire causaliteit en circulariteit
Strijd na echtscheiding binnen een gezin met kinderen
Lineair model (2)
onderscheid oorzaak – gevolg
1 is de agressor en de ander is het slachtoffer
vaste rollen (vader/moeder)
rollen verstarren verder (als je zo kijkt naar een situatie, dan loop je dit risico)
parallelproces (de mensen rondom het gezin kiezen een kant)
Eenzijdige (0f enkelvoudige) partijdigheid
Je kunt alleen maar zo helpen.
Circulair model (2)
Doelen:
1. Theoretische domeinen van het systeemdenken herkennen, wat
onderliggend is aan het gezinsfunctioneren
2. Systemische begrippen gebruiken om naar gezinnen te kijken
3. Vanuit verschillende perspectieven naar gezinnen kijken
4. Relevante technieken inzetten om informatie te verzamelen
Doel 1:
Systeemdenken: het geheel begrijpen door te kijken naar de interactie tussen de delen
Het systeemdenken is onderliggend aan verschillende perspectieven
Theorie domeinen:
A. General Systems Theory
o Vorige eeuw
o Streven naar een overkoepelende theorie
o Multidisciplinair onderzoek
o Filosofische theorie
o Geen empirisch onderzoek
Een systeem is samengesteld uit elementen die georganiseerd zijn door de consistente
aard van de relatie tussen deze elementen”
Natuurlijke systemen :
Belangrijkste kenmerken
Regels & codes voor onderlinge omgang
Processen die verandering promoten & processen die verandering tegengaan
Organisatie ontwikkelt zich door de tijd
Theoretische domeinen (2):
B. cybernetica: gebruik van feedback
Sluit aan op het natuurlijke systeem
- feedback & duurzaam bestaande gezinssystemen
o Ontvangen, integreren om het eigen systeem te handhaven
Theoretische domeinen (3):
kritiek:
- Individu/mensbeeld
o Er komt geen mensbeeld in naar voren
- Historie
o Geen rekening houden met de historie van het systeem
- Geen Betekenisgeving
Theoretische domeinen (4)
, Communicatie als beïnvloeding (pragmatiek)
Communicatie denken. In de interactie tussen mensen stuur je telkens boodschappen
waarmee je elkaar kan beïnvloeden
Doel 2:
Systematische begrippen gebruiken om naar gezinnen te kijken
Taxatie :
Axioma’s van communicatie, wat algemeen aangenomen wordt zonder dat het bewezen
is:
- Eerst : we kunnen niet niet communiceren
Aanvaarding-verwerping-verandering symptoomvorming
Bv. reis naar Australië, zittend naast een Mw. in een vliegtuig. Je kunt het gesprek
aanvaarden (terug praten, gewoon reageren op elkaar, doorzetten op de communicatie
die ingezet is), Verwerping (oortjes in), veranderen (even erin meegaan en vervolgens
veranderen hoe de ander begonnen is), symptoomvorming, goedemiddag ik heb enorme
hoofdpijn (er is een symptoom waardoor ik niet gewoon kan meedoen aan de ingezette
communicatie).
Dit laatste wordt gebruikt in de psychiatrie, hoe er gecommuniceerd wordt binnen het
gezin.
Gesloten vs. Open systemen
- Heel erg op zichzelf zijn, technische circulatie
- Altijd uitwisseling met de systemen in de buurt, informatie integreren in hoe men
zich ontwikkeld
Informatie-uitwisseling met de omgeving
Context:
Plaatje citroenen, limoenen met 1 citroen ertussen.
De context beïnvloedt je betekenisgeving. In welke context vindt het gedrag plaats en is
dit gepast?
Lineaire causaliteit en circulariteit
Strijd na echtscheiding binnen een gezin met kinderen
Lineair model (2)
onderscheid oorzaak – gevolg
1 is de agressor en de ander is het slachtoffer
vaste rollen (vader/moeder)
rollen verstarren verder (als je zo kijkt naar een situatie, dan loop je dit risico)
parallelproces (de mensen rondom het gezin kiezen een kant)
Eenzijdige (0f enkelvoudige) partijdigheid
Je kunt alleen maar zo helpen.
Circulair model (2)
