Bijbelonderwijs
Inleidingsvragen op de Schepping, Zondeval en Moederbelofte
Dag 1 – licht en donker
Dag 2 – lucht en water
Dag 3 – bomen en planten
Dag 4 – zon, maan en sterren
Dag 5 – waterdieren en vogels
Dag 6 – dieren en mensen
3 dingen voor de mens:
- Mens moet heerschappij hebben over schepping
- Geschapen voor een relatie met God
- Adam en Eva zichtbare representanten
Andere scheppingsverhalen zeggen dat de mens is geschapen als slaven voor de goden
Goed staat centraal in Genesis 1 hij zag dat het goed was!
Genesis is het begin van de Hebreeuwse Bijbel
Genesis 2 gedetailleerde beschrijving van de Hof van Eden
Genesis = monotheïsme en soevereine macht van God
Zondeval = Genesis 3 – 11
Genesis 3 – slang verleidt Eva
Genesis 4 – broedermoord (Kaïn en Abel)
Genesis 5 – opsomming 10 generaties (Seth – Noach)
Genesis 6 – huwelijk zonen van God en dochters van de mens
Genesis 11 – toren van Babel
Moederbelofte Genesis 3 vers 15 (Gods verlossingsplan God gaat zelf de strijd aan met satan
(kop vermorzelen))
3 punten:
- Vijandschap tussen mens en satan
- Bondgenootschap tussen mens en satan
- Overwinning die Christus zal behalen
Genesis 4 t/m 10
Uitzichtloze situatie door zondeval
Genesis 4 laat zien hoe snel het gaat van eten van verboden vrucht tot moord (Kaïn en Abel)
Genesis 5 is de opsomming van Seth tot Noach (na de zondeval worden de mensen veel minder oud)
Genesis 6 (1e deel) is het huwelijk tussen Gods zonen en de dochters van de mens (opstand van de
mensen tegen Gods trouw)
Genesis 6 (2e deel) is de zondvloed (ark van Noach) Gods schepping was zodanig verpest dat hij
alles opnieuw wilde beginnen regenboog
Sem, Cham en Jafeth (zonen Noach) zijn de voorouders van de wereld:
- Sem
o God gebruikte zijn nakomelingen om de zonde aan te pakken
- Cham
, o Vijandige relatie met de israëlieten
- Jafeth
o Stonden het verst van Israël af
Theocentrische, christocentrische en verbondsmatige zaken
Theocentrisch = God als middelpunt van de schepping beschouwend
Christocentrisch = alles dat met de komt van Jezus te maken heeft (komst van de Here (OT) en
verlossingswerk van Christus (NT)) volk van Israël
Verbondsmatig = Here op weg met zijn volk (bijv. met Abraham) aandacht aan de betekenis van
het verbond
Aartsvaderverhalen, verhalen van de uittocht en feesten en
voorschriften
Aartsvader = patriarch (Abraham, Isaak en Jakob)
Patriarchale verhalen = verhalen over één familie en hun reis in het geloof)
- Abraham en Isaak (genesis 12-25)
o Roeping van Abram
o Abram in Egypte
o Abram en Lot gaan uit elkaar
o Gods verbond met Abram
o Hagar en Ismaël
o De besnijdenis
o De heer van geboorte en dood
o Verwoesting van Sodom en Gomorra
o Abraham en Abimelech
o Wrijving binnen en buiten de familie
o Abraham op de proef gesteld
o Sara’s dood
o Izaäk en Rebekka
o Abraham en Ismaël
- Jakob (genesis 25-36)
o Ezau en Jakob
o Izaäk en Abimelech
o Jakobs bedrog
o Jakobs vlucht naar Haran
o Jakob, Lea en Rachel
o Jakob en Laban
o Jakob en Ezau
o Verkrachting van Dina
o Jakob keert terug naar Beth-El
o Ezaus nakomelingen
- Jozef (genesis 37-50)
o Jozef en broers
o Juda en Tamar
o Jozef en de vrouw van Potifar
o Jozefs uitleg van dromen
o Jozefs broers in Egypte
o De tweede reis naar Egypte
o Juda’s pleidooi (Benjamin mee naar huis)
, o Jozef en broers
o Jakob in Egypte
o Jozefs geruststelling
o Jozefs dood
Uittocht (Exodus) ontstaan van Israël
1. Onderdrukking en bevrijding
2. Reis naar berg Sinaï
3. Verbond op de Sinaï
4. Voorschriften voor Israëls heiliging
5. Afgodsdienst en voorbede
6. Nieuwe tafels
7. Uitvoering van de heiligingsvoorschriften
Hebreeërs werden slaven in Egypte. Gods antwoord is de geboorte van Mozes
God en Mozes botsten mozes wou volk vergeten en God niet
Mozes moest het volk redden (brandende braamstruik) 10 plagen
1. Water in bloed
2. Kikkers
3. Muggen
4. Steekvliegen
5. Veepest
6. Zweren
7. Hagel
8. Sprinkhanen
9. Duisternis
10. Dood van de eerstgeborenen
Uittocht pad door de rode zee (hoe kwam mozes door de rode zee)
Op de berg Sinaï werden de 10 geboden opgesteld
Casuïstische wetten = wetten die van toepassing zijn op specifieke gevallen
Er werd een tabernakel (=woonplaats) gemaakt voor God
3 problemen m.b.t. de uittocht:
- Historiciteit van de uittocht (er is geen buitenbijbels bewijs)
- Datering van de uittocht (kan op 2 jaartallen hebben plaatsgevonden)
- Route van de uittocht (3 verschillende routes mogelijk noordelijk, zuidelijk en centraal)
Paschafeest (pascha is nacht voor de 10 e plaag ingevoerd) = gebeurtenissen rondom uittocht werden
herdacht met een feest. Het feest duurt 7 tot 8 dagen en is om te gedenken dat God grote dingen
kan doen.
Verschillende verbonden, verbondssluiting op de Horeb en verhalen
daarbij
Verbond = overeenkomst tussen God en mensen om iets te bereiken
- Verbond met Adam in Hof van Eden
o God beloofde zijn zegen en gaf alles op aarde aan Adam Adam moest de aarde
bevolken
- Verbond met Adam na zondeval
o God straft slang en mens mensen moeten voortaan hard werken om hun eten te
verzamelen
Inleidingsvragen op de Schepping, Zondeval en Moederbelofte
Dag 1 – licht en donker
Dag 2 – lucht en water
Dag 3 – bomen en planten
Dag 4 – zon, maan en sterren
Dag 5 – waterdieren en vogels
Dag 6 – dieren en mensen
3 dingen voor de mens:
- Mens moet heerschappij hebben over schepping
- Geschapen voor een relatie met God
- Adam en Eva zichtbare representanten
Andere scheppingsverhalen zeggen dat de mens is geschapen als slaven voor de goden
Goed staat centraal in Genesis 1 hij zag dat het goed was!
Genesis is het begin van de Hebreeuwse Bijbel
Genesis 2 gedetailleerde beschrijving van de Hof van Eden
Genesis = monotheïsme en soevereine macht van God
Zondeval = Genesis 3 – 11
Genesis 3 – slang verleidt Eva
Genesis 4 – broedermoord (Kaïn en Abel)
Genesis 5 – opsomming 10 generaties (Seth – Noach)
Genesis 6 – huwelijk zonen van God en dochters van de mens
Genesis 11 – toren van Babel
Moederbelofte Genesis 3 vers 15 (Gods verlossingsplan God gaat zelf de strijd aan met satan
(kop vermorzelen))
3 punten:
- Vijandschap tussen mens en satan
- Bondgenootschap tussen mens en satan
- Overwinning die Christus zal behalen
Genesis 4 t/m 10
Uitzichtloze situatie door zondeval
Genesis 4 laat zien hoe snel het gaat van eten van verboden vrucht tot moord (Kaïn en Abel)
Genesis 5 is de opsomming van Seth tot Noach (na de zondeval worden de mensen veel minder oud)
Genesis 6 (1e deel) is het huwelijk tussen Gods zonen en de dochters van de mens (opstand van de
mensen tegen Gods trouw)
Genesis 6 (2e deel) is de zondvloed (ark van Noach) Gods schepping was zodanig verpest dat hij
alles opnieuw wilde beginnen regenboog
Sem, Cham en Jafeth (zonen Noach) zijn de voorouders van de wereld:
- Sem
o God gebruikte zijn nakomelingen om de zonde aan te pakken
- Cham
, o Vijandige relatie met de israëlieten
- Jafeth
o Stonden het verst van Israël af
Theocentrische, christocentrische en verbondsmatige zaken
Theocentrisch = God als middelpunt van de schepping beschouwend
Christocentrisch = alles dat met de komt van Jezus te maken heeft (komst van de Here (OT) en
verlossingswerk van Christus (NT)) volk van Israël
Verbondsmatig = Here op weg met zijn volk (bijv. met Abraham) aandacht aan de betekenis van
het verbond
Aartsvaderverhalen, verhalen van de uittocht en feesten en
voorschriften
Aartsvader = patriarch (Abraham, Isaak en Jakob)
Patriarchale verhalen = verhalen over één familie en hun reis in het geloof)
- Abraham en Isaak (genesis 12-25)
o Roeping van Abram
o Abram in Egypte
o Abram en Lot gaan uit elkaar
o Gods verbond met Abram
o Hagar en Ismaël
o De besnijdenis
o De heer van geboorte en dood
o Verwoesting van Sodom en Gomorra
o Abraham en Abimelech
o Wrijving binnen en buiten de familie
o Abraham op de proef gesteld
o Sara’s dood
o Izaäk en Rebekka
o Abraham en Ismaël
- Jakob (genesis 25-36)
o Ezau en Jakob
o Izaäk en Abimelech
o Jakobs bedrog
o Jakobs vlucht naar Haran
o Jakob, Lea en Rachel
o Jakob en Laban
o Jakob en Ezau
o Verkrachting van Dina
o Jakob keert terug naar Beth-El
o Ezaus nakomelingen
- Jozef (genesis 37-50)
o Jozef en broers
o Juda en Tamar
o Jozef en de vrouw van Potifar
o Jozefs uitleg van dromen
o Jozefs broers in Egypte
o De tweede reis naar Egypte
o Juda’s pleidooi (Benjamin mee naar huis)
, o Jozef en broers
o Jakob in Egypte
o Jozefs geruststelling
o Jozefs dood
Uittocht (Exodus) ontstaan van Israël
1. Onderdrukking en bevrijding
2. Reis naar berg Sinaï
3. Verbond op de Sinaï
4. Voorschriften voor Israëls heiliging
5. Afgodsdienst en voorbede
6. Nieuwe tafels
7. Uitvoering van de heiligingsvoorschriften
Hebreeërs werden slaven in Egypte. Gods antwoord is de geboorte van Mozes
God en Mozes botsten mozes wou volk vergeten en God niet
Mozes moest het volk redden (brandende braamstruik) 10 plagen
1. Water in bloed
2. Kikkers
3. Muggen
4. Steekvliegen
5. Veepest
6. Zweren
7. Hagel
8. Sprinkhanen
9. Duisternis
10. Dood van de eerstgeborenen
Uittocht pad door de rode zee (hoe kwam mozes door de rode zee)
Op de berg Sinaï werden de 10 geboden opgesteld
Casuïstische wetten = wetten die van toepassing zijn op specifieke gevallen
Er werd een tabernakel (=woonplaats) gemaakt voor God
3 problemen m.b.t. de uittocht:
- Historiciteit van de uittocht (er is geen buitenbijbels bewijs)
- Datering van de uittocht (kan op 2 jaartallen hebben plaatsgevonden)
- Route van de uittocht (3 verschillende routes mogelijk noordelijk, zuidelijk en centraal)
Paschafeest (pascha is nacht voor de 10 e plaag ingevoerd) = gebeurtenissen rondom uittocht werden
herdacht met een feest. Het feest duurt 7 tot 8 dagen en is om te gedenken dat God grote dingen
kan doen.
Verschillende verbonden, verbondssluiting op de Horeb en verhalen
daarbij
Verbond = overeenkomst tussen God en mensen om iets te bereiken
- Verbond met Adam in Hof van Eden
o God beloofde zijn zegen en gaf alles op aarde aan Adam Adam moest de aarde
bevolken
- Verbond met Adam na zondeval
o God straft slang en mens mensen moeten voortaan hard werken om hun eten te
verzamelen
