H4 AFSCHUIVING
4.1 INLEIDING
• 2 soorten spanning => normaalspanning σ en schuifspanning τ (zie HC1)
• Bij constant moment zonder dwarskracht zijn er alleen normaalspanningen (geen schuifspanningen)
o Bij zuivere buiging treden in de langse doorsneden geen schuifspanningen op (theoretisch)
• MAAR bij combinatie van buiging en dwarskracht treden er schuifspanningen in de dwarsdoorsnede
4.2 GEMIDDELDE SCHUIFSPANNING
• Schuifspanning eerst als gemiddelde berekenen F/A
o Bij normaalspanningen zijn deze uniform verdeelt als druk of trek, komt overeen in praktijk
o Ook mogelijk bij schuifspanningen => worden gezien als constant doorheen snede en
gelijkmatige belasting, maar is eigenlijk niet het geval, dus GEMIDDELDE altijd vermelden
o Note: schuifspanning is constant bij puntbelasting maar niet bij gelijkmatige belasting
o Vereenvoudiging alleen toepasbaar in eenvoudige gevallen
EENVOUDIGE VOORBEELDEN
• Verbindingen
o 2 stukken met bout aan elkaar gemaakt
o 2 stukken uit elkaar trekken => bout drukt aan plaat
o Zwarte stippellijn => stuk wat kan afscheuren als kracht te groot wordt
Kan je opp van berekenen en dan F/A = gemiddeld
1
, H4 AFSCHUIVING
o Werkelijk: spanningen aan rand kleiner en in het midden groter en
waaieren uit
• Beton: weerstand tegen dwarskracht
o Balk kan getest worden door vierpuntsbuigproef
Voordeel: Constante dwarskracht belasten en balk meten om
te zien wat er gebeurd
o Werkzame hoogte = d (niet h)
o VRD1 waarde => nodig om dwarskrachtcapaciteit van balk te berekenen
Kunnen we gelijk stellen aan gemiddelde dwarskracht
Maximale dwarskracht
4.3 SCHUIFSPANNINGSFORMULE
DWARSE SCHUIFSPANNINGEN
• Bij een combinatie van buiging en dwarskracht treden er dwarse schuifspanningen in het vlak van de
dwarsdoorsnede
• Zijn niet alleen dwarse schuifspanningen => ook langse schuifspanningen
LANGSE SCHUIFSPANNINGEN
• Belasting blijft loodrecht op het vlak
o Hypothese van Bernouilli
• Ligger in 2 delen
o Nemen allebei deeltje op van belasting
• Maar liggers moeten dan goed bevestigd zijn aan elkaar
o Kracht nodig tussen de 2 delen om vervorming te ondergaan
o T en T’ laten samenvallen door kracht zetten op T naar rechts en T’ naar
links
o => langse schuifspanningen
• Conclusie
o Bij een combinatie van buiging en dwarskracht treden er
langsschuifspanningen op
o F1 is groter dan F2 dus F3 is nodig om ervoor te zorgen dat het stukje niet verplaatst
o F3/A van bovenvlakje => langse schuifspanning
BUIGING + DWARSKRACHT
• Moment grijpt aan, dus zijn normaalspanningen aanwezig (zwart)
• Dwarskracht veroorzaakt dwarse schuifspanning (rood)
• Langse schuifspanningen (oranje)
o Blokje is niet in evenwicht => worden pijlen toegevoegd om het
evenwicht te verkrijgen
o Dwarse schuifspanningen moet overigens ook gelijk zijn aan de langse
schuifspanningen
2
4.1 INLEIDING
• 2 soorten spanning => normaalspanning σ en schuifspanning τ (zie HC1)
• Bij constant moment zonder dwarskracht zijn er alleen normaalspanningen (geen schuifspanningen)
o Bij zuivere buiging treden in de langse doorsneden geen schuifspanningen op (theoretisch)
• MAAR bij combinatie van buiging en dwarskracht treden er schuifspanningen in de dwarsdoorsnede
4.2 GEMIDDELDE SCHUIFSPANNING
• Schuifspanning eerst als gemiddelde berekenen F/A
o Bij normaalspanningen zijn deze uniform verdeelt als druk of trek, komt overeen in praktijk
o Ook mogelijk bij schuifspanningen => worden gezien als constant doorheen snede en
gelijkmatige belasting, maar is eigenlijk niet het geval, dus GEMIDDELDE altijd vermelden
o Note: schuifspanning is constant bij puntbelasting maar niet bij gelijkmatige belasting
o Vereenvoudiging alleen toepasbaar in eenvoudige gevallen
EENVOUDIGE VOORBEELDEN
• Verbindingen
o 2 stukken met bout aan elkaar gemaakt
o 2 stukken uit elkaar trekken => bout drukt aan plaat
o Zwarte stippellijn => stuk wat kan afscheuren als kracht te groot wordt
Kan je opp van berekenen en dan F/A = gemiddeld
1
, H4 AFSCHUIVING
o Werkelijk: spanningen aan rand kleiner en in het midden groter en
waaieren uit
• Beton: weerstand tegen dwarskracht
o Balk kan getest worden door vierpuntsbuigproef
Voordeel: Constante dwarskracht belasten en balk meten om
te zien wat er gebeurd
o Werkzame hoogte = d (niet h)
o VRD1 waarde => nodig om dwarskrachtcapaciteit van balk te berekenen
Kunnen we gelijk stellen aan gemiddelde dwarskracht
Maximale dwarskracht
4.3 SCHUIFSPANNINGSFORMULE
DWARSE SCHUIFSPANNINGEN
• Bij een combinatie van buiging en dwarskracht treden er dwarse schuifspanningen in het vlak van de
dwarsdoorsnede
• Zijn niet alleen dwarse schuifspanningen => ook langse schuifspanningen
LANGSE SCHUIFSPANNINGEN
• Belasting blijft loodrecht op het vlak
o Hypothese van Bernouilli
• Ligger in 2 delen
o Nemen allebei deeltje op van belasting
• Maar liggers moeten dan goed bevestigd zijn aan elkaar
o Kracht nodig tussen de 2 delen om vervorming te ondergaan
o T en T’ laten samenvallen door kracht zetten op T naar rechts en T’ naar
links
o => langse schuifspanningen
• Conclusie
o Bij een combinatie van buiging en dwarskracht treden er
langsschuifspanningen op
o F1 is groter dan F2 dus F3 is nodig om ervoor te zorgen dat het stukje niet verplaatst
o F3/A van bovenvlakje => langse schuifspanning
BUIGING + DWARSKRACHT
• Moment grijpt aan, dus zijn normaalspanningen aanwezig (zwart)
• Dwarskracht veroorzaakt dwarse schuifspanning (rood)
• Langse schuifspanningen (oranje)
o Blokje is niet in evenwicht => worden pijlen toegevoegd om het
evenwicht te verkrijgen
o Dwarse schuifspanningen moet overigens ook gelijk zijn aan de langse
schuifspanningen
2