Thema 1 Doelstellingen en instrumenten van economisch beleid 4
1.1 De rol van de overheid in een gemengde economie 4
1.2 Economisch beleid: definitie en typologie 5
1.3 Doelstellingen van economisch beleid 8
1.4 Instrumenten van overheidsbeleid 14
1.4.1 Typologie van instrumenten (policy reportoire) 14
1.4.2 Beleidsinstrumentenmix 16
1.4.3 Economische benadering van instrumenten 18
Thema 2 Een blik achter de schermen. Hoe zijn beleidskeuzen te verklaren? 20
2.1 Inleiding 20
2.2 Model van de beleidscyclus 21
2.2.1 Agendavorming 22
2.2.2 Beleidsvoorbereiding 24
2.2.3 Beleidsbepaling 25
2.3 Theorie van de electorale en ideologische conjunctuurcycli 25
2.4 Politieke instituties 29
Thema 3 Budgettair beleid 32
3.1 Definitie en typologie 32
3.2 Overheidsuitgaven 33
3.2.1 Verklaringen toename van overheidsuitgaven 33
3.2.2 Speciaal begrip: Barro-effect (1979) 34
3.3 Overheidsinkomsten 35
3.3.1 Verschillende vormen van overheidsinkomsten 35
3.3.2 Laffer curve geeft het verband weer tussen de fiscale druk en de totale
belastingopbrengsten 35
3.3.3 Verband tussen belastingvoet en economische groei (Nellis & Parker, 2004) 37
3.3.4 Automatische stabilisatoren 40
3.4 Begrotingssaldo 40
3.4.1 Soorten saldo’s (niet kennen) 40
3.5 Overheidsschuld 42
3.5.1 Kenmerken van de overheidsschuld 42
3.5.2 Dynamiek van de overheidsschuld 44
3.5.3 Monetarisering van de overheidsschuld 46
3.5.4 Wat indien een land zijn schulden niet meer kan terugbetalen? 47
3.5.5 Oorzaken voor het uitblijven van kwijtschelden van schulden 47
Thema 4 Monetair beleid 49
4.1 Rol van centrale banken in de economie 49
1
, 4.2 Wat is het monetair beleid? 49
4.3 Wat zijn de doelstellingen van monetair beleid? 50
4.4 Wie is de centrale bank? 50
4.5 Hoe beïnvloeden centrale banken ons? 51
4.6 Typologie van het monetair beleid 53
4.7 Hoe kan je weten of het beleid van een centrale bank expansief of contractief is (=strekking van het
monetair beleid)? 53
4.8 Regel van Taylor: of en met hoeveel de basisrente aanpassen 55
4.9 Transmissiemechanismen 56
4.10 Geloofwaardigheid van centrale banken 57
4.11 Relatie economische omgeving en monetair beleid 58
4.12 Samenvatting van thema 3 & 4 58
Thema 5 Beleidseffecten: IS-LM Model 60
5.1 Macro-economisch evenwicht 60
5.2 De IS-curve 62
62
5.2.1 Veranderingen van de IS-curve 64
5.3 De LM-curve 68
5.4 Werking van het IS-LM model 70
Thema 6 Beleidseffecten: AA-AV model 81
6.1 Initieel macro-economisch evenwicht (korte termijn) 81
6.1.1 Wet van OKUN (OKUN’s LAW) 82
6.1.2 De AV-curve: samenstellingen en verschuivingen 83
6.1.3 De AA-curve: samenstellingen en verschuivingen 84
6.2 Werking van het AA-AV model 89
6.3 Overheidsbeleid in het AA-AV model 101
6.3.1 Vraagbeleid 101
6.3.2 Aanbodbeleid op korte termijn 102
6.3.3 Aanbodbeleid op lange termijn 104
6.4 Rationele verwachtingen: gevolgen voor het economisch beleid 105
6.4.1 De nieuw-klassieke economische modellen 111
6.4.2 De nieuw-keynesiaanse economische modellen 114
Thema 7 Inflatie 116
7.1 Inleidende begrippen 116
7.1.1 Begrippenkader 116
7.1.2 Inflatie kan worden gemeten door o.a. de veranderingen in het indexcijfer van de
consumptieprijzen 117
7.1.3 Oorzaken van inflatie 118
7.1.4 Relatie tussen inflatie, lonen en productiviteit 119
2
, 7.2 Inflatiebeleid 122
7.2.1 Gevolgen voor Monetair Beleid bij veranderende prijsverwachtingen: voorbeeld contractief
monetair beleid → zelfde als doordenker 125
7.2.2 Monetair beleid bij veranderende prijsverwachtingen: voorbeeld expansief monetair beleid
126
Thema 8 Conjunctuur en economische groei 128
8.1 Conjunctuur 128
8.1.1 Begripsomschrijving 129
8.1.2 Typologie van conjunctuurgolven (NIET KENNEN) Error! Bookmark not defined.
8.1.3 Conjunctuurfasen 130
8.1.4 Conjunctuurindicatoren 132
8.2 Economische groei 135
8.2.1 Begripsomschrijving 135
8.2.2 Productiefunctie van een economie 135
8.2.3 Overheidsbeleid om economische groei te stimuleren 136
Thema 9 Wisselkoersbeleid en betalingsbalansbeleid Error! Bookmark not defined.
9.1 Wisselkoersbeleid Error! Bookmark not defined.
9.1.1 Inleidende begrippen Error! Bookmark not defined.
9.1.2 Direct wisselkoersbeleid Error! Bookmark not defined.
9.2 Betalingsbalansbeleid Error! Bookmark not defined.
9.2.1 Inleidende begrippen Error! Bookmark not defined.
9.2.2 Betalingsbalansbeleid Error! Bookmark not defined.
Thema 10 Arbeidsmarktbeleid Error! Bookmark not defined.
10.1 Kengetallen arbeidsmarkt Error! Bookmark not defined.
10.2 Arbeidsmarktinstituties Error! Bookmark not defined.
10.2.1 Werknemersorganisaties verwijst naar twee aspecten namelijk Error! Bookmark not
defined.
10.2.2 Werkloosheidsuitkeringen verwijst onder andere naar Error! Bookmark not defined.
10.2.3 Arbeidsmarktreglementering Error! Bookmark not defined.
10.2.4 Centralisatie en coördinatie van de loononderhandelingen Error! Bookmark not defined.
10.2.5 Fiscaliteit en parafiscaliteit Error! Bookmark not defined.
10.3 Arbeidsmarktbeleid Error! Bookmark not defined.
10.3.1 Enge definitie van arbeidsmarktbeleid Error! Bookmark not defined.
10.3.2 Typologie van arbeidsmarktbeleid Error! Bookmark not defined.
10.3.3 Doelen en instrumenten van overheidsbeleid Error! Bookmark not defined.
4. Voorbeeldvragen Error! Bookmark not defined.
3
,Thema 1 Doelstellingen en instrumenten van economisch beleid
1.1 De rol van de overheid in een gemengde economie
M: marktpartijen (bedrijven, gezinnen, …) Al het prive initatief (kbc, wwf....)
G: overheden
Belgie = gemengde economie => 2 partijen
In praktijk is het meer linkse kant maar geen 100% match maar komt in de buurt
Staatseconomie => geen prive ( vb Cuba; China; Noord-Korea)
⇨ Hoe meet je de omvang van overheid
o Zie onderaan...
3 soorten economieën:
1. Perfecte markteconomie: enkel rol weggelegd voor privésectoren/marktpartijen
(in praktijk komt dit niet voor)
Bv: Obama heeft geprobeerd in de Verenigde Staten om een sociaal zekerheidssysteem
in te voeren door middel van ObamaCare. De invoering was onacceptabel omdat ze de
rol van de overheid klein willen houden.
2. Gemengde economie: een dergelijk maatschappelijk stelsel waarbij naast privésectoren
ook plaats is voorzien voor de overheid
Voornamelijk aanwezig in de Westerse Europese landen
3. Staatseconomie: enkel rol weggelegd voor de overheidssector (komt bijna niet voor)
Bv: Noord-Korea en Rusland, Cuba
Het aandeel van de overheid in de gemengde economie kan op basis van 2 maatstaven worden
aangetoond:
G0 in % van het BBP
1. BBP = De marktwaarde van alle eindproducten en diensten die binnen een vastgestelde
periode in een land zijn geproduceerd
⇨ Bruto binnenlands product
BBP (Y) wordt berekend door: Y = C + I + G + E - Z (motoren van economische activiteit)
C: private consumptie (belangrijkste factor) (alles wat we kopen)
I: private investeringen ( alle investeringen dat bedrijvrn doen)
4
, G: Autonome overheidsuitgaven = G0
E: export
Z: import
Nettohandel = E-Z (verschil import en export)
Omvang van de overheid in de gemengde economie
= De overheidsuitgaven (G) / de totale waarde van het BBP (G0 in % van het bbp)
→ des te groter (kleiner) het percentage, des te groter (kleiner) is het belang van de
overheid in de gemengde economie.
dat getal kan je plotten op een tekening
Welke motor van het BBP is de belangrijkste motor? dat is C
2. % Van de werkenden die bij de overheid werken tov de totale werkgelegenheid.
⇨ Hoeveelheid mensen die werk hebben en dan kijken wie er werkt bij de overheid
Ten tweede kan het aandeel van de overheid in de gemengde economie worden bepaald door het
aandeel van de overheidstewerkstelling in de totale werkgelegenheid te meten (gemeten in voltijdse
equivalenten – VTE)
1.2 Economisch beleid: definitie en typologie
Wat is overheidsbeleid
Economische politiek
= Het streven naar ‘het geheel van maatregelen die door een beleidsvoerder (…) wordt genomen
teneinde bepaalde doelstellingen op het domein van allocatie, ordening, stabilisatie en verdeling te
realiseren’.
→ Hoogerwerf (1989) stelt dan weer dat beleid het streven naar het bereiken van bepaalde doeleinden
is en dit met bepaalde middelen in een bepaalde tijdskeuze.
→ Noodzakelijke elementen: doelstellingen en instrumenten.
Bijvoorbeeld: de overheid wil dat de bedrijven blijven en gaat gunstigere fiscale voordelen creëren
zoals: notionele interestsaftrek, vrijmaken arbeidsmarkt (reglementen afschaffen en dergelijke).
Efficiëntie vs effectiviteit vs doelbereiking (EXAMEN VRAAG)
Economisch beleid houdt zich bezig met:
5
, - Welke doelstellingen dient een overheid dient na te streven’?
- Hoe kan deze doelstelling het best worden gerealiseerd?
- Hoe wordt deze doelstellingen het efficiëntst gerealiseerd (tegen de laagste kostprijs)
1. Efficiëntie (= doelmatigheid)
= Goedkoopste manier om je doel te realiseren
⇨ Stel dat je in de zomer last hebt van muggen => atoombom = niet efficient
2. Effectiviteit (= doeltreffendheid)
= De mate waarin het beleid bijdraagt tot het realiseren van de doelstellingen
de overheid dus
3. Doelbereiking
= De mate waarin het doel wordt bereikt
Examenvraag: Bepreek met zelfgekozen voorbeeld
“het aanpakken van luchtvervuiling door autoverkeer in een grote stad.”
- Efficiëntie Milieuzones zijn goedkoper dan gratis elektrische auto's
- Als hierdoor het aantal vervuilende auto’s flink daalt en de luchtkwaliteit verbetert, is het beleid effectief. Als mensen massaal de regels omzeilen
of verhuizen, en de lucht blijft vervuild, is het niet effectief.
- Als het doel is om de fijnstofuitstoot met 30% te verlagen binnen 5 jaar, en de uitstoot daalt met 35%, dan is het doel bereikt. Dus: zelfs als een
beleid effectief is, moet nog geëvalueerd worden of het voldoende resultaat heeft opgeleverd.
Examenvraag: Wat is het verschill tussen efficientie en doelmatigheid? = zelfde!
De bovenstaande figuur geeft de denkbeeldige evolutie weer van het # jobs vandaag (wat je als
overheid graag wil sturen) in een land A (Y-as) doorheen de tijd (X-as).
T0: Vandaag
T1: Binnen 5 jaar
Lijntjes
- Z: Startpunt: aantal jobs vandaag: 140 000 jobs
- D: Doelstelling: 200.000 jobs (indien een rechte lijn, komen er elke dag hetzelfde # jobs bij)
- C: 175.000 jobs (aantal jobs dat je zou hebben na het uitvoeren van het beleid)
6