Sociale ongelijkheid van onderwijskansen
Waarom de overheid ongelijke onderwijskansen moet oplossen
De inspectie van het onderwijs heeft bewezen dat de ongelijkheid in onderwijskansen in het
Nederlandse onderwijs toeneemt. Studenten met dezelfde academische prestaties zijn op
verschillende onderwijsniveaus terechtgekomen en de kloof wordt groter. Het diploma van de
ouders bepaalt in sterke mate het niveau van het secundair onderwijs dat een leerling volgt
(Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2018). Zou niet iedereen gelijke kansen moeten
hebben om de kost te verdienen? Daarom is mijn standpunt: De overheid moet het probleem van
ongelijke onderwijskansen oplossen.
Deze visie sluit aan bij het socialisme, onder hen staan gerechtigheid, eenheid en gelijkheid centraal.
Zo vindt de PvdA dat ongeacht wie je bent, van kleuter tot leren in latere jaren, je zult niet irrelevant
worden vanwege de kansen die je krijgt (Verbeek, 2019). Liberalen, waaronder D66, pleiten dat,
ongeacht de financiële situatie of achtergrond, iedereen gelijke kansen moet hebben (D66, 2018). De
confessionele partijen, zoals de ChristenUnie, nemen de Bijbel als leidraad en zijn over het algemeen
meer rechts in politieke debatten. Deze partij pleit dat onderwijs voor iedereen eerlijke kansen moet
bieden. Het is volgens de ChristenUnie onaanvaardbaar dat kinderen met een achterstand of
kinderen uit een arm milieu minder onderwijskansen hebben dan hun leeftijdsgenoten
(ChristenUnie, z.d.).
Segregatie binnen het onderwijs
Ten eerste wordt de laatste jaren opgemerkt dat de ongelijkheid in onderwijskansen toeneemt en
dat deze kansen in vijf à tien jaar zelfs is komen te verdubbelen (Universiteit Utrecht, 2018). Het is
duidelijk dat veel politieke partijen vechten voor gelijke kansen. Zo vindt de PvdA dat iedereen zeker
moet zijn van gelijke kansen en dat het moet beginnen in het onderwijs (PvdA, 2019). Tegenstander,
de onderwijsinspectie, vermeldt dat er lichtpuntjes zijn. Zo zien ze bijvoorbeeld dat de aanbevelingen
van basisscholen beter aansluiten bij de eisen van het eindexamen, leerlingen krijgen weer dubbele
adviezen en het verzamelen van diploma's is makkelijker geworden (Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, 2018). Echter zijn er ook ontwikkelingen te zien die de ongelijkheid van
onderwijskansen verder doen vergroten. Dit komt doordat het onderwijs een toenemende sociale en
economische segregatie vertoont. Vooral ouders met een goede opleiding scheiden zich af. Dit doen
ze door een school te kiezen: een school kiezen met een specifiek onderwijsconcept, alleen scholen
met vergelijkbare achtergronden of privéonderwijs krijgen. Ook blijkt dat het onderwijs in Nederland
in vergelijking met andere landen sterk gesegregeerd is. Er vormt zich een zeepbel tussen
gelijkgestemden en studenten komen er nauwelijks vanaf. Vanuit het perspectief van een gezonde
samenleving is de vraag hoe ideaal dit perspectief is (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, 2019). Socioloog Dronkers bestudeerde gelijkheid en ongelijkheid, sociale klasse en de
rol van onderwijs. Hij ontdekte dat er naast genetische gevoeligheid twee algemene factoren zijn
voor de ontwikkeling van de talenten van kinderen: het opleidingsniveau van de ouders en de
kwaliteit van de school (Fogteloo, 2016). Ik vind dat de overheid moet zorgen dat de sociale en
economische segregatie mindert door voorlichtingen te geven aan ouders wat betreft hun keuze in
scholen.
Laatbloeiers en vroege selectie
Bovendien kunnen kinderen onder de 2,5 jaar met onderwijsachterstanden voorschools onderwijs
volgen. Dit om onderwijsachterstanden vroegtijdig op te sporen en op te lossen. Bijvoorbeeld op het
gebied van taal. Het voorschoolse onderwijs in het kinderdagverblijf geeft deze kinderen een betere
start op de basisschool (Ministerie van Algemene Zaken, 2019). Voorstander van de VVE (Voor- en
Waarom de overheid ongelijke onderwijskansen moet oplossen
De inspectie van het onderwijs heeft bewezen dat de ongelijkheid in onderwijskansen in het
Nederlandse onderwijs toeneemt. Studenten met dezelfde academische prestaties zijn op
verschillende onderwijsniveaus terechtgekomen en de kloof wordt groter. Het diploma van de
ouders bepaalt in sterke mate het niveau van het secundair onderwijs dat een leerling volgt
(Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, 2018). Zou niet iedereen gelijke kansen moeten
hebben om de kost te verdienen? Daarom is mijn standpunt: De overheid moet het probleem van
ongelijke onderwijskansen oplossen.
Deze visie sluit aan bij het socialisme, onder hen staan gerechtigheid, eenheid en gelijkheid centraal.
Zo vindt de PvdA dat ongeacht wie je bent, van kleuter tot leren in latere jaren, je zult niet irrelevant
worden vanwege de kansen die je krijgt (Verbeek, 2019). Liberalen, waaronder D66, pleiten dat,
ongeacht de financiële situatie of achtergrond, iedereen gelijke kansen moet hebben (D66, 2018). De
confessionele partijen, zoals de ChristenUnie, nemen de Bijbel als leidraad en zijn over het algemeen
meer rechts in politieke debatten. Deze partij pleit dat onderwijs voor iedereen eerlijke kansen moet
bieden. Het is volgens de ChristenUnie onaanvaardbaar dat kinderen met een achterstand of
kinderen uit een arm milieu minder onderwijskansen hebben dan hun leeftijdsgenoten
(ChristenUnie, z.d.).
Segregatie binnen het onderwijs
Ten eerste wordt de laatste jaren opgemerkt dat de ongelijkheid in onderwijskansen toeneemt en
dat deze kansen in vijf à tien jaar zelfs is komen te verdubbelen (Universiteit Utrecht, 2018). Het is
duidelijk dat veel politieke partijen vechten voor gelijke kansen. Zo vindt de PvdA dat iedereen zeker
moet zijn van gelijke kansen en dat het moet beginnen in het onderwijs (PvdA, 2019). Tegenstander,
de onderwijsinspectie, vermeldt dat er lichtpuntjes zijn. Zo zien ze bijvoorbeeld dat de aanbevelingen
van basisscholen beter aansluiten bij de eisen van het eindexamen, leerlingen krijgen weer dubbele
adviezen en het verzamelen van diploma's is makkelijker geworden (Ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap, 2018). Echter zijn er ook ontwikkelingen te zien die de ongelijkheid van
onderwijskansen verder doen vergroten. Dit komt doordat het onderwijs een toenemende sociale en
economische segregatie vertoont. Vooral ouders met een goede opleiding scheiden zich af. Dit doen
ze door een school te kiezen: een school kiezen met een specifiek onderwijsconcept, alleen scholen
met vergelijkbare achtergronden of privéonderwijs krijgen. Ook blijkt dat het onderwijs in Nederland
in vergelijking met andere landen sterk gesegregeerd is. Er vormt zich een zeepbel tussen
gelijkgestemden en studenten komen er nauwelijks vanaf. Vanuit het perspectief van een gezonde
samenleving is de vraag hoe ideaal dit perspectief is (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, 2019). Socioloog Dronkers bestudeerde gelijkheid en ongelijkheid, sociale klasse en de
rol van onderwijs. Hij ontdekte dat er naast genetische gevoeligheid twee algemene factoren zijn
voor de ontwikkeling van de talenten van kinderen: het opleidingsniveau van de ouders en de
kwaliteit van de school (Fogteloo, 2016). Ik vind dat de overheid moet zorgen dat de sociale en
economische segregatie mindert door voorlichtingen te geven aan ouders wat betreft hun keuze in
scholen.
Laatbloeiers en vroege selectie
Bovendien kunnen kinderen onder de 2,5 jaar met onderwijsachterstanden voorschools onderwijs
volgen. Dit om onderwijsachterstanden vroegtijdig op te sporen en op te lossen. Bijvoorbeeld op het
gebied van taal. Het voorschoolse onderwijs in het kinderdagverblijf geeft deze kinderen een betere
start op de basisschool (Ministerie van Algemene Zaken, 2019). Voorstander van de VVE (Voor- en
