Forensische psychologie
Leerdoelen:
- Enkele actuele invloedrijke theorieën omtrent de oorzaken van delinquent en gewelddadig
gedrag beschrijven
- Aangeven welke factoren bijdragen aan de totstandkoming van een delict
- Aangeven wat de gevolgen van delinquent en gewelddadig gedrag zijn voor daders en
slachtoffers
- Uitleggen hoe geheugenprocessen en ondervragingstechnieken de waarheidsvinding tijdens
de rechtsgang kunnen beïnvloeden
- Verscheidene typen delicten en delinquenten toelichten aan de hand van psychopathologie
en gedrag
- Beschrijven hoe het risico op gewelddadige recidive wordt geschat
- Uitleggen hoe psychologische interventies kunnen bijdragen aan het terugdringen van
recidive
- Een beredeneerde mening geven over het nut van straf en behandeling van delinquent en
gewelddadig gedrag
Hoofdstuk 1 – Psychologische aanpak om crimineel gedrag te begrijpen
1) Moral reasoning theory
Moraal redeneren= Hoe individuen redeneren over hun gedrag/ gedrag rechtvaardigen met
betrekking tot morele kwesties.
Gibb’s stages of ‘sociomoral reasoning’
- Stage 1 (unilateral and physicalistic) = reasoning refers to powerful authority figures
and the physical consequences of behavior. Individuals show little to no perspective
taking.
- Stage 2 (exchanging and instrumental) = reasoning incorporates a basic
understanding of social interaction. In terms of costs/benefit deals, with the benefit
to the individual being the most important.
Fase 1 en 2 zijn ‘onvolwassen moreel redeneren’, waarin het redeneren oppervlakkig
en egocentrisch is.
- Stage 3 (mutal and prosocial) = reasoning reflects an understanding of interpersonal
relationships and norms/expectations associated with these. Empathy and social
perspective taking are apparent, along with ideas appeals to one’s own conscience.
- Stage 4 (systemic and standard) = reasoning reflects an understanding of complex
social systems, with appeals to societal requirements, basic rights and values and
character.
Fase 3 en 4 zijn ‘volwassen morel redeneren’ en tonen een begrip van
interpersoonlijke relaties en de behoeften van andere mensen, en in stadium 4 ook
maatschappelijke behoeften.
,Gibbs benadrukt de noodzaak van het verwerven van vaardigheden voor het innemen van
sociale perspectieven voor het redeneren in deze twee stadia, om emoties zoals empathie
een rol te laten spelen bij het motiveren van beslissingen over redeneren en gedrag.
Als we kijken naar de theorie van Gibbs kunnen we crimineel gedrag moreel rechtvaardigen
in elke fase:
- Fase 1; dader is moreel gerechtvaardigd als straf kan worden vermeden
- Fase 2; dader is moreel gerechtvaardigd als de voordelen voor het individu opwegen
tegen de kosten
- Fase 3; crimineel gedrag is moreel gerechtvaardigd als het persoonlijke relaties in
stand houdt
- Fase 4; crimineel gedrag is moreel gerechtvaardigd als het de maatschappij in stand
houdt of wordt gesanctioneerd door een sociale instelling
! Meeste criminele gedrag veroorzaakt door morele onvolwassenheid
Karakteristieken morele ontwikkeling van daders;
- Ontwikkelingsvertraging in moreel oordeel
- Zelf dienende cognitieve vervormingen; egocentrische vooringenomenheid
Aantal secundaire cognitieve vervormingen die egocentrisme ondersteunen
1. Anderen of externe factoren de schuld geven
2. Een vijandige attributie bias, waardoor dubbelzinnige gebeurtenissen/ sociale
interacties als vijandig worden geïnterpreteerd
3. Gevolgen minimaliseren/ het eigen antisociale gedrag verkeerd labelen om gevoelens
van schuld en spijt te verminderen
- Tekortkomingen in sociale vaardigheden
Onderzoek levert bewijs voor deze cognitieve vervormingen bij delinquente adolescenten.
Crimineel gedrag wordt gezien als een resultaat van sociomorele ontwikkelingsachterstand
na de kindertijd, in combinatie met een egocentrische bias. En de secundaire cognitieve
vervormingen stellen het individu vervolgens in staat om zich los te maken van het nemen
van verantwoordelijkheid.
2) Social information-processing theory
Achterhalen waarom de ene individu agressief zal reageren op een bepaalde situatie, terwijl
de andere dat niet zal doen.
6 stappen model van Crick en Dodge
Beschrijft hoe individuen hun sociale wereld waarnemen en informatie verwerken, en de
invloed van eerdere ervaringen op deze processen.
1. Codering van sociale signalen
Waarnemingen en codering.
2. Interpretatie en mentale representatie van de situatie
Bij het interpreteren van de situatie worden toeschrijvingen gedaan over de intentie van
andere mensen en de causaliteit van gebeurtenissen. Deze processen worden beïnvloed
,door eerdere ervaringen in vorm van sociale schema’s en scripts, om cognitieve shortcuts te
bieden om info snel te verwerken.
3. Verduidelijking van doelen/ uitkomsten voor de situatie
Beïnvloed door reeds bestaande doeloriëntaties.
4. Toegang tot of constructie van reacties voor de situatie
Vereist dat individuen een reeks mogelijke reacties op de situatie generen. Dit kan worden
bereikt met verwijzing naar eerdere ervaringen in soortgelijke situaties of door nieuwe te
creëren.
5. Keuze van reactie
Reacties van fase 4 worden geëvalueerd in fase 5 om er eentje te kiezen. Er wordt gekeken
naar waargenomen doeltreffendheid -en waarde van de reactie en uitkomstgedrag.
6. Uitvoering van gekozen reactie
Vereist verbale en non-verbale sociale vaardigheden.
Stappen kunnen tegelijkertijd worden uitgevoerd, wat feedback tussen processen
mogelijk maakt. Circulair proces, niet lineair.
Verwerking beïnvloed door sociale kennisstructuren op basis van eerdere ervaringen
van een individu, zoals sociale schema’s en scripts.
Informatieverwerking bij agressieve en delinquente individuen;
- Problemen met het coderen en interpreteren van sociale signalen, wat leidt tot een
onnauwkeurige weergave van een situatie; Agressieve personen lijken minder sociale
signalen waar te nemen, meer aandacht te besteden aan agressieve signalen en meer
aandacht te besteden aan signalen aan het einde van interacties.
- Agressieve personen vertrouwen meer op interne schema’s bij het interpreteren van
situaties, waarbij deze schema’s de neiging hebben om agressief te zijn in inhoud.
- Vijandige attributiestijl en daarom situaties vaak verkeerd interpreteren als vijandig.
Deze neiging wordt verergerd wanneer personen zich bedreigd voelen of impulsief
reageren.
- Agressieve personen meer schuld toeschrijven aan externe factoren.
- Agressieve individuen hebben de neiging om dominante- en wraakdoelen te hebben,
in plaats van prosociale doelen.
- Agressieve individuen generen minder reacties, wat suggereert dat ze een beperkt
repertoire hebben waaruit ze kunnen putten. De inhoud van deze reacties is
agressiever.
- Agressieve individuen evalueren reacties op basis van andere criteria. Agressie wordt
gezien als effectiever om hun doelen te bereiken.
- Agressieve individuen hebben slechte sociale vaardigheden.
Als de gekozen reactie succesvol is, zal deze positief geëvalueerd worden en dus worden
verstrekt.
Hoe meer stappen individu problemen vertoont, hoe groter het niveau van agressief gedrag.
Interactie tussen vijandige attributiestijl en responsevaluatie- en besluitvormingsproces.
Aangeboren, want patronen gevonden bij jonge kinderen + invloed ouderschap
Interpersonal violence
, Media geeft vertekend beeld van hoeveelheid geweld > 23% van gemelde misdrijven bij
politie valt onder ‘geweldsmisdrijven’ (= moord, doodslag, overval en huiselijk geweld).
Gewelddadige delinquenten zijn geen specialisten, maar plegen een breed scala aan
misdrijven; ze beginnen al vroeg met crimineel gedrag en vertonen continuïteit van agressie
gedurende hun hele leven.
Social factors and violence
Gezinsstructuur en opvoedingsstijl; duidelijk verband tussen geweld en ernstig misbruik in
kindertijd/ getuige zijn van huiselijk geweld.
Deze associatie lijkt gemedieerd door de impact van misbruik op psychologisch
functioneren van kinderen (probleemoplossend vermogen en coping vaardigheden)
Sociale achterstand, lage educatie en familie -en geldproblemen.
Cognitive- behavioral theory and violence
- Vijandige attributiestijl
- Lage empathie
- Emotionele opwinding; woede
Boze gedachten kunnen worden getriggerd door situationele gebeurtenissen en verhogen
vervolgens de emotionele opwinding (inclusief fysiologisch en psychologische
componenten), wat de intensiteit van boze gedachten verhoogt.
Door deze cyclus neemt het niveau van cognitie (boze gedachten) en affect op hun
beurt toe, met een verhoogd risico op geweld tot gevolg.
Neuropsychological factors and violence
Verhoogd niveau van hersenafwijkingen bij gewelddadige delinquenten > frontale -en
temporale kwab schade
1. Frontale kwab schade
Persoonlijkheidsverandering; apathie, geen rekening houden met gevolgen van gedrag,
neiging om niet door te gaan met gedrag dat niet succesvol is, prikkelbaarheid en
onrealistische ideeën.
= disinhibitie
2. Temporale kwab (amygdala en ventromediale prefrontale cortex)
Disfunctie leidt tot tekortkomingen in stimulusversterking leren en het vermogen om te
reageren op angstige en verdrietige uitdrukkingen bij anderen, en tot verminderde
besluitvorming.
Het is ook mogelijk dat de relatie tussen hersenletsel en geweld bidirectioneel is, dus
hersenletsel als gevolg van geweld.
Domestic violence
- Feministische theorie; maatschappij is patriarchaal, met een impliciete aanname dat
mannen de levens van vrouwen en kinderen controleren, zowel binnen het gezin als
via sociale instellingen. Mannen proberen ondergeschiktheid vrouw in stand te
houden d.m.v. fysiek geweld, evenals economische en psychologische dwang.
Leerdoelen:
- Enkele actuele invloedrijke theorieën omtrent de oorzaken van delinquent en gewelddadig
gedrag beschrijven
- Aangeven welke factoren bijdragen aan de totstandkoming van een delict
- Aangeven wat de gevolgen van delinquent en gewelddadig gedrag zijn voor daders en
slachtoffers
- Uitleggen hoe geheugenprocessen en ondervragingstechnieken de waarheidsvinding tijdens
de rechtsgang kunnen beïnvloeden
- Verscheidene typen delicten en delinquenten toelichten aan de hand van psychopathologie
en gedrag
- Beschrijven hoe het risico op gewelddadige recidive wordt geschat
- Uitleggen hoe psychologische interventies kunnen bijdragen aan het terugdringen van
recidive
- Een beredeneerde mening geven over het nut van straf en behandeling van delinquent en
gewelddadig gedrag
Hoofdstuk 1 – Psychologische aanpak om crimineel gedrag te begrijpen
1) Moral reasoning theory
Moraal redeneren= Hoe individuen redeneren over hun gedrag/ gedrag rechtvaardigen met
betrekking tot morele kwesties.
Gibb’s stages of ‘sociomoral reasoning’
- Stage 1 (unilateral and physicalistic) = reasoning refers to powerful authority figures
and the physical consequences of behavior. Individuals show little to no perspective
taking.
- Stage 2 (exchanging and instrumental) = reasoning incorporates a basic
understanding of social interaction. In terms of costs/benefit deals, with the benefit
to the individual being the most important.
Fase 1 en 2 zijn ‘onvolwassen moreel redeneren’, waarin het redeneren oppervlakkig
en egocentrisch is.
- Stage 3 (mutal and prosocial) = reasoning reflects an understanding of interpersonal
relationships and norms/expectations associated with these. Empathy and social
perspective taking are apparent, along with ideas appeals to one’s own conscience.
- Stage 4 (systemic and standard) = reasoning reflects an understanding of complex
social systems, with appeals to societal requirements, basic rights and values and
character.
Fase 3 en 4 zijn ‘volwassen morel redeneren’ en tonen een begrip van
interpersoonlijke relaties en de behoeften van andere mensen, en in stadium 4 ook
maatschappelijke behoeften.
,Gibbs benadrukt de noodzaak van het verwerven van vaardigheden voor het innemen van
sociale perspectieven voor het redeneren in deze twee stadia, om emoties zoals empathie
een rol te laten spelen bij het motiveren van beslissingen over redeneren en gedrag.
Als we kijken naar de theorie van Gibbs kunnen we crimineel gedrag moreel rechtvaardigen
in elke fase:
- Fase 1; dader is moreel gerechtvaardigd als straf kan worden vermeden
- Fase 2; dader is moreel gerechtvaardigd als de voordelen voor het individu opwegen
tegen de kosten
- Fase 3; crimineel gedrag is moreel gerechtvaardigd als het persoonlijke relaties in
stand houdt
- Fase 4; crimineel gedrag is moreel gerechtvaardigd als het de maatschappij in stand
houdt of wordt gesanctioneerd door een sociale instelling
! Meeste criminele gedrag veroorzaakt door morele onvolwassenheid
Karakteristieken morele ontwikkeling van daders;
- Ontwikkelingsvertraging in moreel oordeel
- Zelf dienende cognitieve vervormingen; egocentrische vooringenomenheid
Aantal secundaire cognitieve vervormingen die egocentrisme ondersteunen
1. Anderen of externe factoren de schuld geven
2. Een vijandige attributie bias, waardoor dubbelzinnige gebeurtenissen/ sociale
interacties als vijandig worden geïnterpreteerd
3. Gevolgen minimaliseren/ het eigen antisociale gedrag verkeerd labelen om gevoelens
van schuld en spijt te verminderen
- Tekortkomingen in sociale vaardigheden
Onderzoek levert bewijs voor deze cognitieve vervormingen bij delinquente adolescenten.
Crimineel gedrag wordt gezien als een resultaat van sociomorele ontwikkelingsachterstand
na de kindertijd, in combinatie met een egocentrische bias. En de secundaire cognitieve
vervormingen stellen het individu vervolgens in staat om zich los te maken van het nemen
van verantwoordelijkheid.
2) Social information-processing theory
Achterhalen waarom de ene individu agressief zal reageren op een bepaalde situatie, terwijl
de andere dat niet zal doen.
6 stappen model van Crick en Dodge
Beschrijft hoe individuen hun sociale wereld waarnemen en informatie verwerken, en de
invloed van eerdere ervaringen op deze processen.
1. Codering van sociale signalen
Waarnemingen en codering.
2. Interpretatie en mentale representatie van de situatie
Bij het interpreteren van de situatie worden toeschrijvingen gedaan over de intentie van
andere mensen en de causaliteit van gebeurtenissen. Deze processen worden beïnvloed
,door eerdere ervaringen in vorm van sociale schema’s en scripts, om cognitieve shortcuts te
bieden om info snel te verwerken.
3. Verduidelijking van doelen/ uitkomsten voor de situatie
Beïnvloed door reeds bestaande doeloriëntaties.
4. Toegang tot of constructie van reacties voor de situatie
Vereist dat individuen een reeks mogelijke reacties op de situatie generen. Dit kan worden
bereikt met verwijzing naar eerdere ervaringen in soortgelijke situaties of door nieuwe te
creëren.
5. Keuze van reactie
Reacties van fase 4 worden geëvalueerd in fase 5 om er eentje te kiezen. Er wordt gekeken
naar waargenomen doeltreffendheid -en waarde van de reactie en uitkomstgedrag.
6. Uitvoering van gekozen reactie
Vereist verbale en non-verbale sociale vaardigheden.
Stappen kunnen tegelijkertijd worden uitgevoerd, wat feedback tussen processen
mogelijk maakt. Circulair proces, niet lineair.
Verwerking beïnvloed door sociale kennisstructuren op basis van eerdere ervaringen
van een individu, zoals sociale schema’s en scripts.
Informatieverwerking bij agressieve en delinquente individuen;
- Problemen met het coderen en interpreteren van sociale signalen, wat leidt tot een
onnauwkeurige weergave van een situatie; Agressieve personen lijken minder sociale
signalen waar te nemen, meer aandacht te besteden aan agressieve signalen en meer
aandacht te besteden aan signalen aan het einde van interacties.
- Agressieve personen vertrouwen meer op interne schema’s bij het interpreteren van
situaties, waarbij deze schema’s de neiging hebben om agressief te zijn in inhoud.
- Vijandige attributiestijl en daarom situaties vaak verkeerd interpreteren als vijandig.
Deze neiging wordt verergerd wanneer personen zich bedreigd voelen of impulsief
reageren.
- Agressieve personen meer schuld toeschrijven aan externe factoren.
- Agressieve individuen hebben de neiging om dominante- en wraakdoelen te hebben,
in plaats van prosociale doelen.
- Agressieve individuen generen minder reacties, wat suggereert dat ze een beperkt
repertoire hebben waaruit ze kunnen putten. De inhoud van deze reacties is
agressiever.
- Agressieve individuen evalueren reacties op basis van andere criteria. Agressie wordt
gezien als effectiever om hun doelen te bereiken.
- Agressieve individuen hebben slechte sociale vaardigheden.
Als de gekozen reactie succesvol is, zal deze positief geëvalueerd worden en dus worden
verstrekt.
Hoe meer stappen individu problemen vertoont, hoe groter het niveau van agressief gedrag.
Interactie tussen vijandige attributiestijl en responsevaluatie- en besluitvormingsproces.
Aangeboren, want patronen gevonden bij jonge kinderen + invloed ouderschap
Interpersonal violence
, Media geeft vertekend beeld van hoeveelheid geweld > 23% van gemelde misdrijven bij
politie valt onder ‘geweldsmisdrijven’ (= moord, doodslag, overval en huiselijk geweld).
Gewelddadige delinquenten zijn geen specialisten, maar plegen een breed scala aan
misdrijven; ze beginnen al vroeg met crimineel gedrag en vertonen continuïteit van agressie
gedurende hun hele leven.
Social factors and violence
Gezinsstructuur en opvoedingsstijl; duidelijk verband tussen geweld en ernstig misbruik in
kindertijd/ getuige zijn van huiselijk geweld.
Deze associatie lijkt gemedieerd door de impact van misbruik op psychologisch
functioneren van kinderen (probleemoplossend vermogen en coping vaardigheden)
Sociale achterstand, lage educatie en familie -en geldproblemen.
Cognitive- behavioral theory and violence
- Vijandige attributiestijl
- Lage empathie
- Emotionele opwinding; woede
Boze gedachten kunnen worden getriggerd door situationele gebeurtenissen en verhogen
vervolgens de emotionele opwinding (inclusief fysiologisch en psychologische
componenten), wat de intensiteit van boze gedachten verhoogt.
Door deze cyclus neemt het niveau van cognitie (boze gedachten) en affect op hun
beurt toe, met een verhoogd risico op geweld tot gevolg.
Neuropsychological factors and violence
Verhoogd niveau van hersenafwijkingen bij gewelddadige delinquenten > frontale -en
temporale kwab schade
1. Frontale kwab schade
Persoonlijkheidsverandering; apathie, geen rekening houden met gevolgen van gedrag,
neiging om niet door te gaan met gedrag dat niet succesvol is, prikkelbaarheid en
onrealistische ideeën.
= disinhibitie
2. Temporale kwab (amygdala en ventromediale prefrontale cortex)
Disfunctie leidt tot tekortkomingen in stimulusversterking leren en het vermogen om te
reageren op angstige en verdrietige uitdrukkingen bij anderen, en tot verminderde
besluitvorming.
Het is ook mogelijk dat de relatie tussen hersenletsel en geweld bidirectioneel is, dus
hersenletsel als gevolg van geweld.
Domestic violence
- Feministische theorie; maatschappij is patriarchaal, met een impliciete aanname dat
mannen de levens van vrouwen en kinderen controleren, zowel binnen het gezin als
via sociale instellingen. Mannen proberen ondergeschiktheid vrouw in stand te
houden d.m.v. fysiek geweld, evenals economische en psychologische dwang.