Inleiding tot rechtswetenschap
Afdeling 1: wat is recht?
Hoofdstuk 1: objectief en subjectief recht
§1. Objectief en subjectief recht: begrip
Etymologische oorsprong recht:
• Regere = uitoefenen van overheidsgezag
• Rex = militaire/politieke leider
• Droit → dirigere = besturen
Nederlands
• Eenzelfde woord met 2 betekenissen
• Engels heeft 2 woorden → The Law, your right
Objectief recht
= recht is het geheel van gedragsregels voor het maatschappelijke leven, waarvan het respect
wordt afgedwongen door de overheid. De regels hebben tot doel de belangen van de mensen in
hun onderling verkeer te ordenen en te beschermen.
Subjectief recht
= Aanspraak die persoon aan rechtsnorm ontleent (om een zaak te gebruiken, om een van een
andere individu een prestatie te vereisen)
→ Rechtssubject = persoon die het recht heeft
Nauwe samenhang van objectief en subjectief recht
• Ik heb subjectief recht omdat mijn aanspraak beschermd is door het objectief recht
• Geheel van rechtsregels komt van de overheid en wordt door de overheid afgedwongen
via rechtbanken
• Gedragsregels (gebod/verbod) → bestemmelingen van de regel krijgen verplichten =
rechtsplichten
• Gedragsvoorschriften (regels) niet ten nadele van bestemmeling maar ten voordele van
anderen
Objectief en subjectief contentieux → belang van het onderscheid
• Objectief contentieux: waar administratieve rechtscolleges oordelen over de wettigheid
van de bestuurshandelingen omdat ze het objectief recht schenden
• Subjectief contentieux: oordelen over de schadevergoeding (mensen die vanuit hun
subjectief recht een schadevergoeding vragen)
1
,§2. Objectief en subjectief recht: buitencontractuele foutaansprakelijkheid
! Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij door zijn fout aan een ander veroorzaakt.
→ art. 6.5 BW
Bestanddelen van de buitencontractuele fout
1. Fout
2. Schade
3. Oorzakelijk verband
2.1 Wat is fout ?
Artikel 6.6 BW
• Fout = de schending van een wettelijke regel die een bepaald gedrag oplegt/verbiedt OF
van de algemene zorgvuldigheidsnorm die geldt in het maatschappelijke verkeer (art 6,
§1 BW)
• Schending resultaatsverbintenis/inspanningsverbintenis
• Overtreding van algemene zorgvuldigheidsnorm
o maatstaf = een normaal redelijk en voorzichtig persoon
= objectieve component
specifiek regime voor minderjarigen
• Zolang een kind geen 12 jaar is, is ze niet aansprakelijk
• Kind > 12 jaar: aansprakelijkheid mogelijk maar vaak niet hele som betalen
• Art. 6.9 BW
geestesgestoorden
• In principe wel aansprakelijk zijn → rechter kan oordelen dat er geen schadeloosstelling
verschuldigd is/schadeloosstelling beperken
• Art. 6.10 – 6.11 BW
Uitsluitingsgronden
• Onmogelijkheid om de toepasselijke gedragsregel na te leven → overmacht
• Art. 6.7 BW
• Onoverwinnelijke dwaling, onweerstaanbare drang, noodtoestand, wettige
zelfverdediging, bevel van wet of bevoegde overheid → art. 6.8 BW
= subjectieve component
2.2 Wat is schade
• Def. schade: economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een
juridisch beschermd persoonlijk belang (art. 6.24 BW)
o patrimoniale schade = vermogen schade (lichamelijke of economische schade
o extra patrimoniale schade = emotionele schade (art. 6.26 BW)
2
, • integrale schadeloosstelling: geheel aan herstelmaatregelen
o patrimoniale schade: benadeelde zo goed mogelijk te plaatsen in de
hypothetische toestand (zoals die was voor de fout)
o extra patrimoniale schade: billijke/passende vergoeding
o art. 6.31 BW
• omvang aansprakelijkheid staat in verband met de schade die de benadeelde ondervindt
→ niet zoals bij strafrecht (art. 27 Sw)
• bij aansprakelijkheidsperspectief wordt er gekeken naar de economische invloed
o iemand gehandicapt overrijden is economisch minder erg dat iemand zonder
handicap overrijden → strafrecht kent verzwarende bestanddelen zodat een
strengere straf zich opdring naar gelang de situatie
• theorie van rechtskrenking:
o schade hoeft niet noodzakelijk te bestaan in het verlies van een subjectief recht
o aantasting van een feitelijk belang is voldoende om schadeherstel te verkrijgen
(voorbeeld klooster zie notities)
o belang moet WEL juridisch beschermd zijn
o persoon effectief subjectief recht van ander schendt: niet automatisch
vergoedbare schade → moet bewijzen dat een belang geschonden werd met
economische en niet economische gevolgen
2.3 wat is het noodzakelijk verband
• feit moet in relevant verband staan met de schade om tot aansprakelijkheid te leiden
• preventief optreden: “ieder draagt zijn eigen schade” en “berokken een andere geen
schade”
• art. 6.5 BW: als je schade veroorzaakt aan een ander moet jij ze vergoeden
→ zonder de fout zou de schade zich niet hebben voorgedaan zoals ze zich heeft voorgedaan
Equivalentieleer: de fout moet de noodzakelijke voorwaarde (conditio sine qua non) zijn voor het
intreden van de concrete schade (art. 6.18 §1 tweede lid BW)
• alle oorzaken zijn gelijkwaardig of equivalent
• bescherming hiervoor is art. 6.18 §2 BW
buitencontractuele aansprakelijkheid
• art. 6.5 BW → geen contract tussen twee partijen
• Bevat 2 objectieve rechtsregels
1. Verbod schade te berokkenen
2. Plicht schade te vergoeden
Besluit: uit die objectieve regel haal ik mijn subjectief recht om de mij berokkende schade
vergoed te zien (art 6.31, §2 BW)
3
, Hoofdstuk 2: De klassieke definitie van objectief recht
Objectief recht = het geheel van imperatieve, door de overheid afdwingbare regels, voor de
uiterlijke gedragingen van de rechtssubjecten
=> De regels dienen essentiële maatschappelijke belangen
§1. Imperatief karakter: rechtsregels verbieden of gebieden
1.1 Principe
2 soorten:
1. Indicatieve regels die uitdrukken wat is (zoals wetten van de natuurkunde)
2. Imperatieve regels die uitdrukken wat anders kan, maar niet anders mag (gebieden en
verbieden)
1.2 Kenmerken objectief recht
1. Rechtsregels zijn imperatief
• Rechtsregels gebieden of verbieden
o Gebodsbepaling = verplichten een bepaald gedrag
o Verbodsbepaling = erop gericht dat bepaald gedrag niet zal worden gesteld
• Ook permissieve regels houden indirect een verbod in
o Permissieve regels = rechtsregels die een toelating inhouden
2. Resultaats- en inspanningsverbintenis
• Inspannings- /middelenverbintenis = een verbintenis die de schuldenaar verplicht
alle zorgvuldigheid aan de dag te brengen die eigen is aan de redelijke en voorzichtige
persoon (art. 5.72 1e lid BW)
o ! Gemeenrechtelijke zorgvuldigheidsnorm ! = culpa levis in abstracto:
voorzichtig en redelijk persoon
o Criteria zorgvuldigheidsnorm (art. 6.6 §2 BW)
o Uitzondering: men verwacht maar die mate van zorgvuldigheid die je aan
eigen zaken besteden
▪ Anders schuldig aan culpa levis in concreto
o Voorbeeld: Dokter kan niet beloven u te genezen, maar heeft een verplichting
zich in te spannen om u zo goed mogelijk te genezen
• Resultaatsverbintenis: verbintenis die een verplichting inhoudt om een bepaald
resultaat te bereiken (onafhankelijk van de daartoe vereiste inspanningen)
o Voorbeeld: Beloven een huis te schilderen tegen 1oktober, als dat niet
gebeurt => in fout
o Tenzij bij aantonen van overmacht (resultaat is niet behaald, maar daar kon
de partij niks aan doen)
• Garantieverbintenis: verbintenis tot resultaat zelfs bij overmacht
o de schuldenaar bindt zich onder alle omstandigheden tot het bereiken van
een bepaald resultaat (met uitsluiting van het beroep op overmacht)
o De wet bepaalt het resultaat
4
Afdeling 1: wat is recht?
Hoofdstuk 1: objectief en subjectief recht
§1. Objectief en subjectief recht: begrip
Etymologische oorsprong recht:
• Regere = uitoefenen van overheidsgezag
• Rex = militaire/politieke leider
• Droit → dirigere = besturen
Nederlands
• Eenzelfde woord met 2 betekenissen
• Engels heeft 2 woorden → The Law, your right
Objectief recht
= recht is het geheel van gedragsregels voor het maatschappelijke leven, waarvan het respect
wordt afgedwongen door de overheid. De regels hebben tot doel de belangen van de mensen in
hun onderling verkeer te ordenen en te beschermen.
Subjectief recht
= Aanspraak die persoon aan rechtsnorm ontleent (om een zaak te gebruiken, om een van een
andere individu een prestatie te vereisen)
→ Rechtssubject = persoon die het recht heeft
Nauwe samenhang van objectief en subjectief recht
• Ik heb subjectief recht omdat mijn aanspraak beschermd is door het objectief recht
• Geheel van rechtsregels komt van de overheid en wordt door de overheid afgedwongen
via rechtbanken
• Gedragsregels (gebod/verbod) → bestemmelingen van de regel krijgen verplichten =
rechtsplichten
• Gedragsvoorschriften (regels) niet ten nadele van bestemmeling maar ten voordele van
anderen
Objectief en subjectief contentieux → belang van het onderscheid
• Objectief contentieux: waar administratieve rechtscolleges oordelen over de wettigheid
van de bestuurshandelingen omdat ze het objectief recht schenden
• Subjectief contentieux: oordelen over de schadevergoeding (mensen die vanuit hun
subjectief recht een schadevergoeding vragen)
1
,§2. Objectief en subjectief recht: buitencontractuele foutaansprakelijkheid
! Eenieder is aansprakelijk voor de schade die hij door zijn fout aan een ander veroorzaakt.
→ art. 6.5 BW
Bestanddelen van de buitencontractuele fout
1. Fout
2. Schade
3. Oorzakelijk verband
2.1 Wat is fout ?
Artikel 6.6 BW
• Fout = de schending van een wettelijke regel die een bepaald gedrag oplegt/verbiedt OF
van de algemene zorgvuldigheidsnorm die geldt in het maatschappelijke verkeer (art 6,
§1 BW)
• Schending resultaatsverbintenis/inspanningsverbintenis
• Overtreding van algemene zorgvuldigheidsnorm
o maatstaf = een normaal redelijk en voorzichtig persoon
= objectieve component
specifiek regime voor minderjarigen
• Zolang een kind geen 12 jaar is, is ze niet aansprakelijk
• Kind > 12 jaar: aansprakelijkheid mogelijk maar vaak niet hele som betalen
• Art. 6.9 BW
geestesgestoorden
• In principe wel aansprakelijk zijn → rechter kan oordelen dat er geen schadeloosstelling
verschuldigd is/schadeloosstelling beperken
• Art. 6.10 – 6.11 BW
Uitsluitingsgronden
• Onmogelijkheid om de toepasselijke gedragsregel na te leven → overmacht
• Art. 6.7 BW
• Onoverwinnelijke dwaling, onweerstaanbare drang, noodtoestand, wettige
zelfverdediging, bevel van wet of bevoegde overheid → art. 6.8 BW
= subjectieve component
2.2 Wat is schade
• Def. schade: economische en niet-economische gevolgen van de aantasting van een
juridisch beschermd persoonlijk belang (art. 6.24 BW)
o patrimoniale schade = vermogen schade (lichamelijke of economische schade
o extra patrimoniale schade = emotionele schade (art. 6.26 BW)
2
, • integrale schadeloosstelling: geheel aan herstelmaatregelen
o patrimoniale schade: benadeelde zo goed mogelijk te plaatsen in de
hypothetische toestand (zoals die was voor de fout)
o extra patrimoniale schade: billijke/passende vergoeding
o art. 6.31 BW
• omvang aansprakelijkheid staat in verband met de schade die de benadeelde ondervindt
→ niet zoals bij strafrecht (art. 27 Sw)
• bij aansprakelijkheidsperspectief wordt er gekeken naar de economische invloed
o iemand gehandicapt overrijden is economisch minder erg dat iemand zonder
handicap overrijden → strafrecht kent verzwarende bestanddelen zodat een
strengere straf zich opdring naar gelang de situatie
• theorie van rechtskrenking:
o schade hoeft niet noodzakelijk te bestaan in het verlies van een subjectief recht
o aantasting van een feitelijk belang is voldoende om schadeherstel te verkrijgen
(voorbeeld klooster zie notities)
o belang moet WEL juridisch beschermd zijn
o persoon effectief subjectief recht van ander schendt: niet automatisch
vergoedbare schade → moet bewijzen dat een belang geschonden werd met
economische en niet economische gevolgen
2.3 wat is het noodzakelijk verband
• feit moet in relevant verband staan met de schade om tot aansprakelijkheid te leiden
• preventief optreden: “ieder draagt zijn eigen schade” en “berokken een andere geen
schade”
• art. 6.5 BW: als je schade veroorzaakt aan een ander moet jij ze vergoeden
→ zonder de fout zou de schade zich niet hebben voorgedaan zoals ze zich heeft voorgedaan
Equivalentieleer: de fout moet de noodzakelijke voorwaarde (conditio sine qua non) zijn voor het
intreden van de concrete schade (art. 6.18 §1 tweede lid BW)
• alle oorzaken zijn gelijkwaardig of equivalent
• bescherming hiervoor is art. 6.18 §2 BW
buitencontractuele aansprakelijkheid
• art. 6.5 BW → geen contract tussen twee partijen
• Bevat 2 objectieve rechtsregels
1. Verbod schade te berokkenen
2. Plicht schade te vergoeden
Besluit: uit die objectieve regel haal ik mijn subjectief recht om de mij berokkende schade
vergoed te zien (art 6.31, §2 BW)
3
, Hoofdstuk 2: De klassieke definitie van objectief recht
Objectief recht = het geheel van imperatieve, door de overheid afdwingbare regels, voor de
uiterlijke gedragingen van de rechtssubjecten
=> De regels dienen essentiële maatschappelijke belangen
§1. Imperatief karakter: rechtsregels verbieden of gebieden
1.1 Principe
2 soorten:
1. Indicatieve regels die uitdrukken wat is (zoals wetten van de natuurkunde)
2. Imperatieve regels die uitdrukken wat anders kan, maar niet anders mag (gebieden en
verbieden)
1.2 Kenmerken objectief recht
1. Rechtsregels zijn imperatief
• Rechtsregels gebieden of verbieden
o Gebodsbepaling = verplichten een bepaald gedrag
o Verbodsbepaling = erop gericht dat bepaald gedrag niet zal worden gesteld
• Ook permissieve regels houden indirect een verbod in
o Permissieve regels = rechtsregels die een toelating inhouden
2. Resultaats- en inspanningsverbintenis
• Inspannings- /middelenverbintenis = een verbintenis die de schuldenaar verplicht
alle zorgvuldigheid aan de dag te brengen die eigen is aan de redelijke en voorzichtige
persoon (art. 5.72 1e lid BW)
o ! Gemeenrechtelijke zorgvuldigheidsnorm ! = culpa levis in abstracto:
voorzichtig en redelijk persoon
o Criteria zorgvuldigheidsnorm (art. 6.6 §2 BW)
o Uitzondering: men verwacht maar die mate van zorgvuldigheid die je aan
eigen zaken besteden
▪ Anders schuldig aan culpa levis in concreto
o Voorbeeld: Dokter kan niet beloven u te genezen, maar heeft een verplichting
zich in te spannen om u zo goed mogelijk te genezen
• Resultaatsverbintenis: verbintenis die een verplichting inhoudt om een bepaald
resultaat te bereiken (onafhankelijk van de daartoe vereiste inspanningen)
o Voorbeeld: Beloven een huis te schilderen tegen 1oktober, als dat niet
gebeurt => in fout
o Tenzij bij aantonen van overmacht (resultaat is niet behaald, maar daar kon
de partij niks aan doen)
• Garantieverbintenis: verbintenis tot resultaat zelfs bij overmacht
o de schuldenaar bindt zich onder alle omstandigheden tot het bereiken van
een bepaald resultaat (met uitsluiting van het beroep op overmacht)
o De wet bepaalt het resultaat
4