Voorbereiding op de demonstratie van de verpleegtechnische
handeling
Handeling: een infuuspomp en/of spuitpomp bedienen
Naam student: Joël van Gog
Doel van de handeling:
Medicatie of vocht nauwkeurig toedienen via een pomp.
Een constante hoeveelheid per uur toedienen.
Zorgen voor veilige en gecontroleerde toediening, vooral bij sterke
medicijnen.
Werken volgens de voorschriften van arts en apotheek.
Contra-indicaties (waar en wanneer mag deze handeling niet
uitgevoerd worden)
Als je niet bevoegd of bekwaam bent.
Als er geen geldige artsenopdracht is.
Als het infuus of de pomp defect is.
Als de toedieningsweg (bijv. infuus of katheter) niet goed werkt.
Als de medicatie niet klopt (verkeerde dosering, verkeerde patiënt,
allergie).
Potentiële complicaties (welke mogelijke bijkomende verschijnselen
kunnen optreden, die de aandoening/ziekte verergeren)
Te veel of te weinig medicatie/vocht wordt toegediend.
Lucht in de lijn (luchtembolie).
Verstopping van de lijn.
Pompstoring of alarm wordt niet opgemerkt.
, Allergische reactie op de medicatie.
Lekkage of zwelling op de insteekplaats.
Aandachtspunten voor de zorgverlener (waar moet je op letten tijdens
deze handeling?)
Controleer altijd de 5 J’s (juiste medicijn, patiënt, dosis, tijd en
toedieningsweg).
Controleer pompinstellingen vóór het starten (snelheid,
hoeveelheid, naam medicijn).
Ontlucht het systeem goed.
Houd toezicht op het inlopen en reageer op alarmen.
Controleer de insteekplaats regelmatig.
Registreer nauwkeurig in het zorgdossier.
Werk hygiënisch en veilig.
Paraaf docent: