Expressie
Impressie- expressie cyclus
Als je zintuigen iets hebben opgevangen ga je een drive ervaren om dit
extern voor te stellen. Een betekenisvolle ervaring, de impressie, drijft een
mens naar handelingen waarin deze impressie tot uiting komt. Dit noemt
een impressie-expressie cyclus. Expressie staat gelijk met je articulatie en
vertrekt zelf de ervaring. Expressie kan zowel mondeling als schriftelijk
gebeuren door woorden te geven aan onze indrukken. Expressie kan ook
tot uiting worden gebracht door hulmiddelen bv. tekenmateriaal,
muziekinstrumenten…
Verschillende expressiekanalen
Het is onze taak als leerkracht om kinderen enerzijds een veelheid en
variatie aan
indrukken te laten opdoen of deze indrukken op te roepen en om
verschillende expressieanalen aan te bieden. Hierdoor kan je ze helpen
om hun een medium en manier te laten ontdekken waarin ze uitdrukking
kunnen geven aan betekenisvolle ervaringen. Ze moeten meer doen dan
alleen passief luisteren en kijken. Ze moeten de sfeer kunnen meepakken
die met creatieve expressie gepaard gaat. Dus niet gewoon saaie schoolse
activiteiten, maar de tijd en ruimte om vrij te experimenteren en zich
kunnen uitdrukken binnen uiteenlopende expressiekanalen. Bv laat
kinderen een portret maken van hun oma of opa met materiaal wat voor
hun oma of opa belangrijk is. Wat ze in het leven belangrijk vinden.
Spreken en schrijven zorgt voor leren
Expressie zorgt voor vastzetting en verdieping van wat je geleerd hebt.
Daarom doe je best na hoekenwerk een gesprek met je leerlingen.
Hierdoor leren de kinderen om meerdere ervaringen aan elkaar te knopen
en regels op het spoor te komen. Hierdoor gaan er ook nieuwe begrippen
op kinderen hun pad komen. Zo laat je kinderen het geleerde in taal
gieten en helpt hen verwoorden wat ze ervaren hebben. Zo zorgen we
ervoor dat de kennis niet verloren gaat, maar dat het wordt opgeslagen in
hun voorkennis. Dit kan bv. zijn dat je kinderen een onthoudposter laat
maken over het hoekenwerk.
, Aanpassing aan de mogelijkheden van het kind
Klasinrichting
Als leerkracht moet je een gezellige klasinrichting hebben, zodat de
leerlingen zich thuis voelen. Het lokaal is kindvriendelijk ingericht. Dit
heeft niets te maken met ouderdom van lokalen, maar met de stempel die
jij aan je klas geeft. Je klas mag ook niet te druk zijn want dit zorgt niet
voor een gezelligere sfeer.
Veilige en positieve sfeer
Een positieve en veilige sfeer heb je bereikt wanneer leerlingen spontaan
hun sterktes en tekorten durven te tonen. De leerlingen luisteren en
helpen elkaar waar nodig. Ze accepteren elkaar sterktes en
tekortkomingen. De kinderen durven zich kwetsbaar op te stellen en
vertrouwen elkaar. Als leerkracht kan je de sfeer omhoog helpen door
duidelijke afspraken te maken. De sfeer is ontspannen en er kunnen soms
grapjes gemaakt worden. De kinderen kunnen hunzelf zijn in de klas.
Pestsituaties, haantjesgedrag, vormen van agressief gedrag en
respectloos handelen worden door de leerkracht noch de leerlingen
geaccepteerd. De leerkracht zoekt naar de reden van het gedrag van het
kind en zoekt een manier om het gedrag aan te kunnen pakken. De
leerkracht vormt dus een positief klasklimaat door het gewenste gedrag
de bekrachtigen, waardoor leerlingen spontaan dit gedrag zullen nadoen.
In een positieve groep hebben alle kinderen 1 of meerdere vrienden en
niemand voelt zich uitgesloten. Er gaan ook zelden ruzies zijn in de klas.
Kinderen gaan niet concurreren tegen elkaar en zoeken elkaar spontaan
op tijdens de speeltijd of tijdens actieve leermomenten. Een positieve
klasdynamiek werkt preventief tegen o.a. pesten.
Aandacht voor beleving
De leerkracht probeert met een empathische houding na te gaan wat er
leeft bij de kinderen en wat ze nodig hebben. De leerkracht peilt ook
regelmatig naar het welbevinden van de kinderen. Dan vraag je hoe ze
zich voelen in de groep en hoe ze de klassfeer en leeromgeving ervaren,
dit kan bv. via een kringgesprek. Via open communicatie durven kinderen
hun mening en gevoelens te uiten. Je luistert naar de suggesties van
kinderen en gaat er mee aan de slag. Kinderen met sociaal-emotionele
problemen worden opgevolgd en krijgen gepaste hulp.
Onvoorwaardelijke relatie leerkracht-leerling
De leerkracht maakt tijd en ruimte voor de kinderen te ondersteunen en is
een vertrouwenspersoon waar de kinderen terecht kunnen. Als leerkracht
Impressie- expressie cyclus
Als je zintuigen iets hebben opgevangen ga je een drive ervaren om dit
extern voor te stellen. Een betekenisvolle ervaring, de impressie, drijft een
mens naar handelingen waarin deze impressie tot uiting komt. Dit noemt
een impressie-expressie cyclus. Expressie staat gelijk met je articulatie en
vertrekt zelf de ervaring. Expressie kan zowel mondeling als schriftelijk
gebeuren door woorden te geven aan onze indrukken. Expressie kan ook
tot uiting worden gebracht door hulmiddelen bv. tekenmateriaal,
muziekinstrumenten…
Verschillende expressiekanalen
Het is onze taak als leerkracht om kinderen enerzijds een veelheid en
variatie aan
indrukken te laten opdoen of deze indrukken op te roepen en om
verschillende expressieanalen aan te bieden. Hierdoor kan je ze helpen
om hun een medium en manier te laten ontdekken waarin ze uitdrukking
kunnen geven aan betekenisvolle ervaringen. Ze moeten meer doen dan
alleen passief luisteren en kijken. Ze moeten de sfeer kunnen meepakken
die met creatieve expressie gepaard gaat. Dus niet gewoon saaie schoolse
activiteiten, maar de tijd en ruimte om vrij te experimenteren en zich
kunnen uitdrukken binnen uiteenlopende expressiekanalen. Bv laat
kinderen een portret maken van hun oma of opa met materiaal wat voor
hun oma of opa belangrijk is. Wat ze in het leven belangrijk vinden.
Spreken en schrijven zorgt voor leren
Expressie zorgt voor vastzetting en verdieping van wat je geleerd hebt.
Daarom doe je best na hoekenwerk een gesprek met je leerlingen.
Hierdoor leren de kinderen om meerdere ervaringen aan elkaar te knopen
en regels op het spoor te komen. Hierdoor gaan er ook nieuwe begrippen
op kinderen hun pad komen. Zo laat je kinderen het geleerde in taal
gieten en helpt hen verwoorden wat ze ervaren hebben. Zo zorgen we
ervoor dat de kennis niet verloren gaat, maar dat het wordt opgeslagen in
hun voorkennis. Dit kan bv. zijn dat je kinderen een onthoudposter laat
maken over het hoekenwerk.
, Aanpassing aan de mogelijkheden van het kind
Klasinrichting
Als leerkracht moet je een gezellige klasinrichting hebben, zodat de
leerlingen zich thuis voelen. Het lokaal is kindvriendelijk ingericht. Dit
heeft niets te maken met ouderdom van lokalen, maar met de stempel die
jij aan je klas geeft. Je klas mag ook niet te druk zijn want dit zorgt niet
voor een gezelligere sfeer.
Veilige en positieve sfeer
Een positieve en veilige sfeer heb je bereikt wanneer leerlingen spontaan
hun sterktes en tekorten durven te tonen. De leerlingen luisteren en
helpen elkaar waar nodig. Ze accepteren elkaar sterktes en
tekortkomingen. De kinderen durven zich kwetsbaar op te stellen en
vertrouwen elkaar. Als leerkracht kan je de sfeer omhoog helpen door
duidelijke afspraken te maken. De sfeer is ontspannen en er kunnen soms
grapjes gemaakt worden. De kinderen kunnen hunzelf zijn in de klas.
Pestsituaties, haantjesgedrag, vormen van agressief gedrag en
respectloos handelen worden door de leerkracht noch de leerlingen
geaccepteerd. De leerkracht zoekt naar de reden van het gedrag van het
kind en zoekt een manier om het gedrag aan te kunnen pakken. De
leerkracht vormt dus een positief klasklimaat door het gewenste gedrag
de bekrachtigen, waardoor leerlingen spontaan dit gedrag zullen nadoen.
In een positieve groep hebben alle kinderen 1 of meerdere vrienden en
niemand voelt zich uitgesloten. Er gaan ook zelden ruzies zijn in de klas.
Kinderen gaan niet concurreren tegen elkaar en zoeken elkaar spontaan
op tijdens de speeltijd of tijdens actieve leermomenten. Een positieve
klasdynamiek werkt preventief tegen o.a. pesten.
Aandacht voor beleving
De leerkracht probeert met een empathische houding na te gaan wat er
leeft bij de kinderen en wat ze nodig hebben. De leerkracht peilt ook
regelmatig naar het welbevinden van de kinderen. Dan vraag je hoe ze
zich voelen in de groep en hoe ze de klassfeer en leeromgeving ervaren,
dit kan bv. via een kringgesprek. Via open communicatie durven kinderen
hun mening en gevoelens te uiten. Je luistert naar de suggesties van
kinderen en gaat er mee aan de slag. Kinderen met sociaal-emotionele
problemen worden opgevolgd en krijgen gepaste hulp.
Onvoorwaardelijke relatie leerkracht-leerling
De leerkracht maakt tijd en ruimte voor de kinderen te ondersteunen en is
een vertrouwenspersoon waar de kinderen terecht kunnen. Als leerkracht