Ann Peeters Krachtig onderwijzen Didactische werkvormen
1. Wat zijn didactische werkvormen
Er is een wisselwerking tussen wat de leerkracht doet en de activiteiten
van de leerlingen. Deze activiteiten zijn gericht op het stimuleren tot en
begeleiden van bepaalde leeractiviteiten van de leerlingen. Deze
activiteiten noemen we onderwijsactiviteiten. (vragen stellen, uitleg
geven, op het bord schrijven, …)
Organisatie: klas herschikken, klaarleggen materiaal, aanwezigheidslijst
aanvullen, uitdelen, …
Leeractiviteiten: de reacties van de leerlingen op de onderwijsactiviteiten
van de leerkracht. Ze zijn nodig om een bepaalde kennis en vaardigheden
te verwerven en kunnen intern of extern waarneembaar verlopen.
Didactische werkvorm: is een principiële weg, die de leerkracht en
leerlingen samen bewandelen, om de in de eindtermen omschreven
doelen te bereiken aan de hand van welbepaalde inhouden op een
doelgerichte, geordende en effectieve wijze.
4 kenmerken van didactische werkvormen:
1. Relatief stabiele patronen: een werkvorm bestaat steeds uit
ongeveer dezelfde onderwijs- leeractiviteiten, onafhankelijk van het
feit of de leerlingen met een autoritaire of een eerder democratisch
ingestelde leerkracht te maken hebben.
2. Groeperingsvormingen: klassikaal, per twee, per vier, alleen, …
3. Niet vakgebonden: ze kunnen in elk vak aanbod komen. Al wordt ene
vorm vaker bij de ene les toegepast dan bij een andere les.
4. Gebonden aan bepaalde media en klasschikking
, Ann Peeters Krachtig onderwijzen Didactische werkvormen
2. Didactische werkvormen kiezen
Een belangrijke vraag die we ons moeten stellen is: ‘Hoe kiezen we best
didactische werkvormen?’ en ‘Welke didactische werkvormen zijn er het
meest efficiënt om de beoogde resultaten te bereiken?
2.1 Factoren die de keuze bepalen
Doelen: ons doelen verwijzen naar een bepaalde categorie van
werkvormen. Bijvoorbeeld: als kinderen moeten leren samenwerken, kan
je dat het best doen door groepswerk, …
Leerlingen: afhankelijk van de voorkennis, interesses, de klas als groep, …
maakt bepaalde werkvormen al dan niet mogelijk. Als de klas bijvoorbeeld
niet kan samenwerken moet je partnerwerk voorzien of werken in
viertallen.
1. Wat zijn didactische werkvormen
Er is een wisselwerking tussen wat de leerkracht doet en de activiteiten
van de leerlingen. Deze activiteiten zijn gericht op het stimuleren tot en
begeleiden van bepaalde leeractiviteiten van de leerlingen. Deze
activiteiten noemen we onderwijsactiviteiten. (vragen stellen, uitleg
geven, op het bord schrijven, …)
Organisatie: klas herschikken, klaarleggen materiaal, aanwezigheidslijst
aanvullen, uitdelen, …
Leeractiviteiten: de reacties van de leerlingen op de onderwijsactiviteiten
van de leerkracht. Ze zijn nodig om een bepaalde kennis en vaardigheden
te verwerven en kunnen intern of extern waarneembaar verlopen.
Didactische werkvorm: is een principiële weg, die de leerkracht en
leerlingen samen bewandelen, om de in de eindtermen omschreven
doelen te bereiken aan de hand van welbepaalde inhouden op een
doelgerichte, geordende en effectieve wijze.
4 kenmerken van didactische werkvormen:
1. Relatief stabiele patronen: een werkvorm bestaat steeds uit
ongeveer dezelfde onderwijs- leeractiviteiten, onafhankelijk van het
feit of de leerlingen met een autoritaire of een eerder democratisch
ingestelde leerkracht te maken hebben.
2. Groeperingsvormingen: klassikaal, per twee, per vier, alleen, …
3. Niet vakgebonden: ze kunnen in elk vak aanbod komen. Al wordt ene
vorm vaker bij de ene les toegepast dan bij een andere les.
4. Gebonden aan bepaalde media en klasschikking
, Ann Peeters Krachtig onderwijzen Didactische werkvormen
2. Didactische werkvormen kiezen
Een belangrijke vraag die we ons moeten stellen is: ‘Hoe kiezen we best
didactische werkvormen?’ en ‘Welke didactische werkvormen zijn er het
meest efficiënt om de beoogde resultaten te bereiken?
2.1 Factoren die de keuze bepalen
Doelen: ons doelen verwijzen naar een bepaalde categorie van
werkvormen. Bijvoorbeeld: als kinderen moeten leren samenwerken, kan
je dat het best doen door groepswerk, …
Leerlingen: afhankelijk van de voorkennis, interesses, de klas als groep, …
maakt bepaalde werkvormen al dan niet mogelijk. Als de klas bijvoorbeeld
niet kan samenwerken moet je partnerwerk voorzien of werken in
viertallen.