Samenvatting Medische kennis
Week 38
Circulatie en intro bloed
Het hart pompt het bloed het lichaam in, hij pompt het bloed het lichaam in met het idee dat de
weefsels voeding nodig hebben en zuurstof. Om die weefsels zit vloeistof en dat noemen we de
interstitiële vloeistof. En die vloeistof om die weefsels staat in verbinding met het bloedplasma .
Het bloedplasma en het vocht om de weefsels interstitiële vloeistof
De weefsels hebben eten en zuurstof nodig en die moeten hun CO2 en afvalstoffen kwijt.
Als je een eencellige bent heb je geen hartvaatstelsel nodig, maar wij zijn meercellig en wij hebben
organen en al die organen hebben voeding en zuurstof nodig.
We komen aan de voeding via het maagdarmstelsel, in het maagdarmstelsel wordt je eten verteerd
en ten slotte worden de aminozuren en de enkelvoudige suikers en vetzuren opgenomen in het
circulatiesysteem.
Idem dito met de longen. De longen voorzien ons met zuurstof en zorgen dat we ons CO2 kwijt
kunnen.
De nieren zorgen ook voor een heleboel belangrijke dingen in ons lichaam, ze zorgen onder andere
voor dat we een deel van onze afval stoffen kwijt kunnen raken. Daarnaast doet de lever dat ook .
Dus dat circulatiesysteem staat eigenlijk in verbinding met alles in het lichaam.
Het circulatiesysteem bestaat uit: een pomp, een systeem ( en dat systeem is gevuld is met bloed)
,De pomp: Het hart
De pomp noemen we het hart, en die bestaat uit 3 lagen:
- Pericard De buitenste laag van het hart.
- Myocard De spierlaag.
- De binnen bekleding van het hart endocard .
Het hart heeft een opbouw:
- Het hart bestaat uit twee Atria, oftewel boezems, oftewel voorkamers .
- Het hart bestaat uit twee ventrikels, oftewel twee slagkamers .
- Die voorkamers en slagkamers zijn met elkaar verbonden via kleppen.
- Het hart heeft aan de buitenkant Coronaire vaten om het hart heen. Die voorzien het hart
van bloed .
- Het hart heeft een geleidingsysteem, het hart heeft een ritme
Fysiologie:
- Het hart pompt ongeveer 70/75 slagen per minuut hartfrequentie
- Het hart pompt in rust ongeveer 70 ml per keer eruit, dus het slagvolume van het hart is 70
ml.
- Als er 70 ml per keer wordt uitgepompt en het hart pompt 70 keer per minuut, hoeveel
pompt het hart dan per minuut rond? 70 x 70 = 4900 ml/ min , dus het hart heeft een
hartfrequentie van 70 en een slagvolume van rond de 70 en betekent dat het
hartminuutvolume = hartfrequentie x slagvolume
Het hart heeft een ligging en het hart ligt in de thoraxholte, het hart ligt op het diafragma ( het
middenrif) . Het hart bevindt zich iets links van de mediaan, met de onderste punt ( apex ) het meest
naar links.
, Als het hart zich gaat vullen komt het bloed uit het lichaam via de onderste holle ader en de
bovenste holle ader in de rechter boezem , vanuit de rechter boezem stroomt het bloed de rechter
ventrikel in. Via een klep en die klep noemen we de tricuspidalisklep oftwel de av klep. Vervolgens
gaat het bloed stromen in de longstam, en dat noemen we truncus pulmonalis. En die longstam is
verdeeld in een linker en een rechter arteria pulmonares. Die twee long arteriën zijn zuurstof arm ,
en ze gaan naar de longen. De linker atrium krijgt de bloed vanuit de longen via de mitralisklep naar
de linker slagkamer . De linker slagkamer pompt het bloed via de aortaklep de aorta in .
We hebben een systole en een diastole. In de diastole vult de ventrikel zich en in de systole pompt
die het er weer uit.
In de diastole stroomt het bloed in de slagkamer, als de kamer helemaal gevuld is met bloed dan gaat
een klep dicht en wordt de druk opgebouwd, waardoor er een klep open gaat en dan stroomt het
bloed naar de longen. De klep sluit weer en is het hart helemaal leeg.
Dus het hart bestaat uit kleppen en uit kamers. 2 slagkamers, 2 boezems. Tussen de twee kamers zit
atrioventriculaire kleppen. We hebben ook een longklep en aortaklep, dat zijn de systeemkleppen.
Dus voorkamers en slagkamers en daar tussen in zitten kleppen. De slagkamers pompen het bloed
ook via kleppen en dat noemen we systeemkleppen.
Het hart heeft ook voeding en zuurstof nodig en het hart wordt voorzien van bloed door de
Coronaire arterie. Om het hart heen lopen bloedvaten, en dat noemen we de Coronaire arterie. We
hebben twee grote coronaire arterie; de linker Coronaire arterie ( linker kransslagader) en de rechter
Coronaire arterie ( rechter kransslagader). Ze voorzien het hart bijna volledig van bloed. Vult zich in
de diastole ( rustfase ) .
Week 38
Circulatie en intro bloed
Het hart pompt het bloed het lichaam in, hij pompt het bloed het lichaam in met het idee dat de
weefsels voeding nodig hebben en zuurstof. Om die weefsels zit vloeistof en dat noemen we de
interstitiële vloeistof. En die vloeistof om die weefsels staat in verbinding met het bloedplasma .
Het bloedplasma en het vocht om de weefsels interstitiële vloeistof
De weefsels hebben eten en zuurstof nodig en die moeten hun CO2 en afvalstoffen kwijt.
Als je een eencellige bent heb je geen hartvaatstelsel nodig, maar wij zijn meercellig en wij hebben
organen en al die organen hebben voeding en zuurstof nodig.
We komen aan de voeding via het maagdarmstelsel, in het maagdarmstelsel wordt je eten verteerd
en ten slotte worden de aminozuren en de enkelvoudige suikers en vetzuren opgenomen in het
circulatiesysteem.
Idem dito met de longen. De longen voorzien ons met zuurstof en zorgen dat we ons CO2 kwijt
kunnen.
De nieren zorgen ook voor een heleboel belangrijke dingen in ons lichaam, ze zorgen onder andere
voor dat we een deel van onze afval stoffen kwijt kunnen raken. Daarnaast doet de lever dat ook .
Dus dat circulatiesysteem staat eigenlijk in verbinding met alles in het lichaam.
Het circulatiesysteem bestaat uit: een pomp, een systeem ( en dat systeem is gevuld is met bloed)
,De pomp: Het hart
De pomp noemen we het hart, en die bestaat uit 3 lagen:
- Pericard De buitenste laag van het hart.
- Myocard De spierlaag.
- De binnen bekleding van het hart endocard .
Het hart heeft een opbouw:
- Het hart bestaat uit twee Atria, oftewel boezems, oftewel voorkamers .
- Het hart bestaat uit twee ventrikels, oftewel twee slagkamers .
- Die voorkamers en slagkamers zijn met elkaar verbonden via kleppen.
- Het hart heeft aan de buitenkant Coronaire vaten om het hart heen. Die voorzien het hart
van bloed .
- Het hart heeft een geleidingsysteem, het hart heeft een ritme
Fysiologie:
- Het hart pompt ongeveer 70/75 slagen per minuut hartfrequentie
- Het hart pompt in rust ongeveer 70 ml per keer eruit, dus het slagvolume van het hart is 70
ml.
- Als er 70 ml per keer wordt uitgepompt en het hart pompt 70 keer per minuut, hoeveel
pompt het hart dan per minuut rond? 70 x 70 = 4900 ml/ min , dus het hart heeft een
hartfrequentie van 70 en een slagvolume van rond de 70 en betekent dat het
hartminuutvolume = hartfrequentie x slagvolume
Het hart heeft een ligging en het hart ligt in de thoraxholte, het hart ligt op het diafragma ( het
middenrif) . Het hart bevindt zich iets links van de mediaan, met de onderste punt ( apex ) het meest
naar links.
, Als het hart zich gaat vullen komt het bloed uit het lichaam via de onderste holle ader en de
bovenste holle ader in de rechter boezem , vanuit de rechter boezem stroomt het bloed de rechter
ventrikel in. Via een klep en die klep noemen we de tricuspidalisklep oftwel de av klep. Vervolgens
gaat het bloed stromen in de longstam, en dat noemen we truncus pulmonalis. En die longstam is
verdeeld in een linker en een rechter arteria pulmonares. Die twee long arteriën zijn zuurstof arm ,
en ze gaan naar de longen. De linker atrium krijgt de bloed vanuit de longen via de mitralisklep naar
de linker slagkamer . De linker slagkamer pompt het bloed via de aortaklep de aorta in .
We hebben een systole en een diastole. In de diastole vult de ventrikel zich en in de systole pompt
die het er weer uit.
In de diastole stroomt het bloed in de slagkamer, als de kamer helemaal gevuld is met bloed dan gaat
een klep dicht en wordt de druk opgebouwd, waardoor er een klep open gaat en dan stroomt het
bloed naar de longen. De klep sluit weer en is het hart helemaal leeg.
Dus het hart bestaat uit kleppen en uit kamers. 2 slagkamers, 2 boezems. Tussen de twee kamers zit
atrioventriculaire kleppen. We hebben ook een longklep en aortaklep, dat zijn de systeemkleppen.
Dus voorkamers en slagkamers en daar tussen in zitten kleppen. De slagkamers pompen het bloed
ook via kleppen en dat noemen we systeemkleppen.
Het hart heeft ook voeding en zuurstof nodig en het hart wordt voorzien van bloed door de
Coronaire arterie. Om het hart heen lopen bloedvaten, en dat noemen we de Coronaire arterie. We
hebben twee grote coronaire arterie; de linker Coronaire arterie ( linker kransslagader) en de rechter
Coronaire arterie ( rechter kransslagader). Ze voorzien het hart bijna volledig van bloed. Vult zich in
de diastole ( rustfase ) .
