Week 1
Er zijn 3 verschillende soorten tekenmethodes, deze zijn:
1) 3D
2) Isometrisch: 3D, maar dan zie je de binnenkant ook
3) 2D
- Samenstellingstekening: uit welke onderdelen ze bestaan
- Onderdeel tekening of mono-tekening: hoe groot je onderdelen zijn
Voor de aanzichten gebruiken wij de US manier. Deze heeft eerst een rondje en dan een blok.
Bill of materials: Is een lijst met alle onderdelen die je nodig hebt. In deze lijst staat ook hoeveel je
ervan nodig hebt, hoe groot ze zijn en nog veel meer informatie.
External thread (male): dit is de schroef.
Internal thread (female): dit is de ring.
Als je een schroef hebt, dan bevat deze lijnen. De buitenkant van deze lijnen heten de crest of the
thread. De binnenkant heet de root of the thread.
In een bouwkundige tekening zal de crest worden aangegeven met een Thick line en de Root met
een fine line.
Bij de female thread is dit juist andersom!
Maat: wordt beschreven met een getal
Maatlijn: wordt beschreven met een lijn met pijltjes aan beide kanten
Maathulplijn: wordt beschreven met een dunne lijn die (meestal) loodrecht op de maatlijn staat
I-las: wordt aangegeven met 2 verticale streepjes.
V-las: wordt aangegeven met een v.
halve V-las: wordt aangegeven met een verticale lijn met daarnaast een diagonale lijn.
U-las: wordt aangegeven met een soort van y vorm.
dubbele V-las: wordt aangegeven door op zowel de bovenkant als de onderkant een v.
dubbele hoeklas: wordt aangegeven met een hoekgraad.
Dikke lijn: zichtbare begrenzingslijnen. (0,5 mm)
Streeplijn: niet zichtbare begrenzingslijnen. (0,35 mm)
Dunne lijn: hulplijnen, arceerlijnen en maatlijnen. (0,25 mm)
Dunne lijn met zigzags: afbreeklijnen. (0,25 mm)
Dunne gegolfde lijn: afbreeklijnen. (0,25 mm)
Dunne gemengde streeplijn: Hartlijnen. (0,25 mm)
, Hoofdstuk 2 Vormgeving
Vloeibare en semivloeibare vormgevingstechnieken
Dit wordt gebruikt om bijvoorbeeld vloeibare metalen in een mals te krijgen. Dit gebeurt veel bij
recyclen. Hiervoor heb je 2 “hoofdgroepen” met daaronder subgroepen.
1) Gieten
a) Zandvormgieten: Hierbij wordt er een vloeibaar metaal in een mal gegoten. Deze mal
wordt gemaakt door eerst een vormkast vol te gooien met de mal. Daar omheen zit dan
zand. Dit zand zorgt ervoor dat het materiaal kan afkoelen.
b) Verlorenwasgieten: Maak je gebruik van modellen die uit was worden gemaakt. Was
wordt in de mal gegoten en deze wordt dan gedraaid zodat alle oppervlakte gedekt zijn.
Bij afkoeling wordt de was geopend en kan het product eruit gehaald worden. De was
wordt daarna in een keramische slurie gedompeld.
c) Verlorenschuimgieten: Hierbij wordt het model niet gemaakt van was maar van
polystreenschuim.
2) Spuitgieten: hierbij wordt de gietmal telkens opnieuw gebruikt
a) Coquille- en spuitgieten: Vloeibaar materiaal wordt met een hoge temperatuur in de
gietkamer gegoten van de spuitgietmachine. Onder hoge druk wordt de vloeistof door de
plunjer (idk wat die vent zegt) in de matrijs gespoten. Binnenin de matrijs heb je een
bepaalde vorm.
b) Metal injection moulding + sinteren: Hier is er sprake van een bindmiddel wat wordt
gemengd met het metaal. Bij het sinterproces smelt dit dan aan elkaar.
c) Thixomoulding: Hierbij maak je gebruik van het gegeven dat niet-zuivere metalen geen
vast smeltpunt hebben maar een smelttraject. Hierbij wordt het materiaal in
gedeeltelijke fases in de matrijs gespoten, zodat de temperatuur langzaam omhoog kan
gaan. Dit zodat uiteindelijk alles vloeibaar is.
Plastische vormgeving: Vervorming waarbij het in vaste toestand wordt
vervormd, dus niet in vloeibare vorm.
Massief omvormen: We gaan hierbij kijken naar een brok metaal, hoe deze wordt omgevormd
tot een product of halffabricaat.
Smeden: Hierbij wordt het product eerst lange tijd verwarmt, waarna er met een hamer beter kan
worden bewerkt. Met de hamer wordt er net zolang op geslagen totdat het de gewenste vorm heeft.
De reproduceerbaarheid is hierbij beperkt, omdat dit met de hand wordt gedaan.
Walsen/trekken: Het materiaal wordt doorgeleid door 2 of meer rollen. Doordat de opening tussen
de rollen kleiner is dan de materiaal ontstaat er vormgeving. Hierbij is een grote kracht nodig om het
product te kunnen walsen. Hierbij is er ook sprake bij een afzienkracht. Om dit te voorkomen kan er
gebruik worden gemaakt van extra steunrollen.
Extruderen: Hierbij gebruik je van een cilindervormig metaalblok. Deze wordt opgewarmd in een
oven. Vervolgens wordt er een grote druk aangebracht door het blok door de opening van de matrijs
te persen, waardoor het blok de vorm krijgt van de opening van het matrijs. Hierbij kan er gebruik
worden gemaakt van verschillende matrijsen.
Het buigen van plaat en buis in 2D