Visuele waarneming
Inhoud
Inleiding: gewaarwording en waarneming ..............................................................................................................2
Sensorische processen ........................................................................................................................................4
Visuele banen en defecten ..............................................................................................................................4
Het oog en inversie ..........................................................................................................................................4
Constructie van het netvlies (retina) ...............................................................................................................5
Gezichtsveld.....................................................................................................................................................6
Donkeradaptatie ..............................................................................................................................................6
Oogbewegingen ...............................................................................................................................................7
Overgang sensorisch -> perceptueel .......................................................................................................................8
Perceptuele constantie........................................................................................................................................8
Visuele illusies......................................................................................................................................................9
Visuele agnosie ....................................................................................................................................................9
Perceptueel systeem .............................................................................................................................................10
Waarnemingstheorie .........................................................................................................................................10
Gegevensgestuurde processen .........................................................................................................................10
Primaire schets ..............................................................................................................................................10
Perceptuele organisatie .................................................................................................................................10
Patroonherkenning ........................................................................................................................................10
Conceptgestuurde processen ............................................................................................................................11
Interactie bottom-up en top-down ...................................................................................................................12
, Inleiding: gewaarwording en waarneming
Elk waarnemingssysteem bestaat uit eens sensorische fase en perceptuele fase.
Een voorbeeld ervan is het visuele waarnemingssysteem, waarvan we dus het sensorische en perceptuele
systeem van kunnen bespreken.
SENSORISCH
SYSTEEM
sensorische
zintuig
processen
nervus blinde lichtaan- gezichts- oogbe-
lens retina chiasma inversie
opticus vlek passing veld wegingen
De cognitieve psychologie ziet de mens als een informatieverwerkend systeem.
Er vind input -> verwerking -> output plaats.
input
o = distale stimulus
o gebeurt via de zintuigen, in dit geval: het oog
Wanneer de distale stimulus verandering brengt in het zintuig, spreken we van een proximale stimulus.
Daarna vindt er omzetting/transductie plaats. Er gebeurt een omzetting in de verandering naar de
zenuwbanen. In bepaalde delen van het brein vindt dan de perceptie plaats. Er wordt een percept gecreëerd.
Een percept is een zinvolle inhoud.
Zintuigen werken constant samen, waardoor er multimodale waarneming/perceptie ontstaat.
Multimodale perceptie is de wetenschappelijke term voor het vermogen van mensen om samenhangende,
betekenisvolle en betrouwbare waarnemingen te vormen door het verwerken van sensorische stimuli vanuit
verschillende zintuigen.
Het toont schematisch hoe de persoon van fysieke
veranderingen in de buitenwereld komt tot een
betekenisvolle interpretatie ervan. Bv. lichtprikkels naar
betekenisvolle beelden. Een distale prikkel, komend van
een distaal object (op afstand), wordt altijd via een
zintuigspecifieke tussenstructuur opgevangen (het oog
in dit geval). Vanaf hier heet deze prikkel een proximale
prikkel. De prikkel wordt vertaald naar zenuwimpulsen
tijdens de transductie, dankzij de zintuiglijke receptoren
in het oog, zoals staafjes, kegeltjes in de retina, … De
zenuwimpulsen worden in de hersenen verwerkt tot
een zinvolle voorstelling van de buitenwereld.
Inhoud
Inleiding: gewaarwording en waarneming ..............................................................................................................2
Sensorische processen ........................................................................................................................................4
Visuele banen en defecten ..............................................................................................................................4
Het oog en inversie ..........................................................................................................................................4
Constructie van het netvlies (retina) ...............................................................................................................5
Gezichtsveld.....................................................................................................................................................6
Donkeradaptatie ..............................................................................................................................................6
Oogbewegingen ...............................................................................................................................................7
Overgang sensorisch -> perceptueel .......................................................................................................................8
Perceptuele constantie........................................................................................................................................8
Visuele illusies......................................................................................................................................................9
Visuele agnosie ....................................................................................................................................................9
Perceptueel systeem .............................................................................................................................................10
Waarnemingstheorie .........................................................................................................................................10
Gegevensgestuurde processen .........................................................................................................................10
Primaire schets ..............................................................................................................................................10
Perceptuele organisatie .................................................................................................................................10
Patroonherkenning ........................................................................................................................................10
Conceptgestuurde processen ............................................................................................................................11
Interactie bottom-up en top-down ...................................................................................................................12
, Inleiding: gewaarwording en waarneming
Elk waarnemingssysteem bestaat uit eens sensorische fase en perceptuele fase.
Een voorbeeld ervan is het visuele waarnemingssysteem, waarvan we dus het sensorische en perceptuele
systeem van kunnen bespreken.
SENSORISCH
SYSTEEM
sensorische
zintuig
processen
nervus blinde lichtaan- gezichts- oogbe-
lens retina chiasma inversie
opticus vlek passing veld wegingen
De cognitieve psychologie ziet de mens als een informatieverwerkend systeem.
Er vind input -> verwerking -> output plaats.
input
o = distale stimulus
o gebeurt via de zintuigen, in dit geval: het oog
Wanneer de distale stimulus verandering brengt in het zintuig, spreken we van een proximale stimulus.
Daarna vindt er omzetting/transductie plaats. Er gebeurt een omzetting in de verandering naar de
zenuwbanen. In bepaalde delen van het brein vindt dan de perceptie plaats. Er wordt een percept gecreëerd.
Een percept is een zinvolle inhoud.
Zintuigen werken constant samen, waardoor er multimodale waarneming/perceptie ontstaat.
Multimodale perceptie is de wetenschappelijke term voor het vermogen van mensen om samenhangende,
betekenisvolle en betrouwbare waarnemingen te vormen door het verwerken van sensorische stimuli vanuit
verschillende zintuigen.
Het toont schematisch hoe de persoon van fysieke
veranderingen in de buitenwereld komt tot een
betekenisvolle interpretatie ervan. Bv. lichtprikkels naar
betekenisvolle beelden. Een distale prikkel, komend van
een distaal object (op afstand), wordt altijd via een
zintuigspecifieke tussenstructuur opgevangen (het oog
in dit geval). Vanaf hier heet deze prikkel een proximale
prikkel. De prikkel wordt vertaald naar zenuwimpulsen
tijdens de transductie, dankzij de zintuiglijke receptoren
in het oog, zoals staafjes, kegeltjes in de retina, … De
zenuwimpulsen worden in de hersenen verwerkt tot
een zinvolle voorstelling van de buitenwereld.