Psychologisch model van intermenselijke communicatie
Een boodschap heeft 4 aspecten:
- Zakelijk aspect = daadwerkelijke boodschap
- Relationeel aspect
- Expressie aspect = de expressie tijdens je boodschap
- Appellerend aspect = aanroepen tot ‘iets’
De aspecten hebben invloed op het gedrag en de reactie van de ontvanger. De aspecten zitten niet
altijd alle vier in een boodschap.
Basiscommunicatie bestaat uit:
1. Opening
2. Uitwisseling/beurten
3. Afsluiting/afscheid
Kenmerken van de opening:
- Begroeting
- Duidelijk begin
- Centrale positie van de leerkracht
- Attentiesignalen (waaronder: goed gemarkeerd begin)
- Rondkijken (oogcontact met iedereen)
- Tempo
- Concreet benoemen wat kinderen moeten doen
- Vlot met boeiende inhoud komen
- Verbaal en non-verbaal
Kenmerken van uitwisseling:
- Verbreding naar de hele groep
- Beurtverdeling zonder vingers
- Vermijd pedagogische echo
- Concreet zijn - 'doe zinnen‘
Kenmerken van de afsluiting:
- Checken of de groep volgt;
- Rond kijken;
- Evaluatie geven: geef een samenvatting ‘met een strikje eromheen’(bij voorkeur met
instemming)