In 1555 volgde Filips II zijn vader Karel V op als landheerser van
Nederlandse gewesten en als koning van Spanje. Filips zette Karels
centralisatiepolitiek voort en streed tegen de protestantse. Filips zijn
strenge aanpak leidde tot protesten in Nederland.
Na de Beeldenstorm (Vernieling van Katholieke kerken door
protestantse in 1566) stuurde Filips Alva met een leger naar Nederland
om de orde te herstellen. Door zijn harde optreden brak in 1568
de tachtigjarige oorlog (1568 – 1648) uit.
Leider van de Nederlandse opstand was Willem van Oranje,
de stadhouder (vertegenwoordiger van de vorst) van Holland, Utrecht en
Zeeland. Alva slaagde er niet in de opstandige geuzen te verslaan. Terwijl
de zuidelijke gewesten trouw bleven aan Filips, besloten de Noordelijke
gewesten in 1579 samen te werken in de Unie van Utrecht. Met het
plakkaat van Verlating besloten ze in 1581 Filips niet meer als heer te
erkennen.
Dit was het begin van Nederland als onafhankelijke staat. In 1588
besloten de Noordelijke Gewesten samen de Republiek der Verenigde
Nederlanden te vormen.
Karel V liet de hoge adel in de gewesten zelf over bepaalde zaken
beslissen (bijv. straffen, belastingen). Daardoor verschilden de wetten per
gewest (soort van mini-landjes met eigen regering) (vergelijk: Europese
Unie in Brussel laat lidstaten als NL ook zelf over bepaalde zaken als leger
en belastingen zelf beslissen)
Filips II (de zoon van Karel V) wil meer eenheid in zijn land, met overal
dezelfde wetten, door hem bepaald.
Dit noem je centralisatie = het versterken van het centrale gezag /
regeren vanuit één centraal punt (in dit geval: het hof van Filips II in
Brussel en later Madrid) door overal in het land dezelfde wetten op te
leggen e niet meer langer de verschillen per gewest)
17 gewesten = 17 mini-landjes die samen de Nederlanden werden
genoemd maar die voor het uitbreken van de Opstand op geen enkele
manier samenwerkten en dus ook geen land vormden. Verwarrend dus
dat ze samen wel de Nederlanden werden genoemd....
Ieder gewest had eigen wetten, een eigen munt, en een eigen regering
(de Gewestelijke Staten) : voor een deel bepaalden ze zelf wat er
gebeurde in hun gewest, en deels moesten ze luisteren naar wat Karel V /
Filips II in Brussel bepaalde . (vergelijkbaar met de Europese Unie nu:
Nederland heeft zowel eigen regering als moet deels ook gehoorzamen
aan wetten van de Europese Unie)