ETNOGRAFIE GEIT
Tamme geit stamt hoofdzakelijk af van de wilde Bezoargeit. De wilde geiten leven in de
zomer boven de boomgrens en brengen veel tweelingen voort.
Geit = vrouwelijk
Bok = mannelijk
Beer = gecastreerd
Verschillen tussen schapen en geiten:
Geiten zijn individueler ingesteld
Intellectueel en intelligent
Ze grazen, maar geven de voorkeur aan blaadjes en takjes. Zij eten dus alles van
boven terwijl schapen liever grazen op de grond.
Een geit zorgt voor verwoestijning en een schaap niet.
Geit is browser, schaap is grazer.
Groot klimatologisch adaptievermogen
Ze hebben een seizoensgebonden voortplanting
Geitenbokken hebben een kinbaard en de staart is naar boven gericht.
De bokken bezitten achteraan rond de hoornen en aan de basis van de staart enkele klieren
die een typische bokkengeur veroorzaken. Deze geur zit vooral in de huid dus na de
slachting is het beter als de huid niet in aanraking komt met het karkas.
De drachtduur van een geit is net als bij een schaap 5 maanden.
De lactatieduur is 9-10 maanden.
De melksamenstelling is minder rijk dan bij het schaap namelijk: 4% melkvet en 3%
melkeiwit.
Melkhoeveelheid per lactatie ligt tussen de 1000 en 2500 kg. (topproducties boven de
3500).
De tandformules zijn gelijk aan die van het schaap en rund.
De melksnijtanden zijn langwerpig, zonder een duidelijke hals en worden kleiner en korter
naar de hoeken toe. De blijvende snijtanden vertonen een duidelijke kroon en een hals. De
kiezen kunnen gebruikt worden bij de leeftijdsbepaling.
Wisselen van de tanden;
I1; 14-16 maanden
I2: 19-23 maanden
I3:22-26 maanden
I4: 30-36 maanden
Frequente afwijkingen:
Hanguier en flesuier.
Hyporchidi en kryptorchidi, naast spermiostasis. Bij de laatste eindigen de tubuli van
de testes blind, zodat geen sperma afgescheiden kan worden.
Orchitis en periorchitis: zweling en ontsteking van de steelballen en bijballen.
Urolithiasis: de vorming van urinewegstenen.
Bij hoornloze rassen:
Intersexen of kwenen onder de jonge vrouwelijke geitjes kan hoog oplopen.
Vrouwelijke geitjes die samen met mannelijk geitje in baarmoeder zitten. Hebben
hormonen afgegeven. Vrouwtjes hebben testosteron gekregen en organen worden
minder aangelegd. Bijv. alleen een baarmoeder en verder niks vrouwelijks.
Tamme geit stamt hoofdzakelijk af van de wilde Bezoargeit. De wilde geiten leven in de
zomer boven de boomgrens en brengen veel tweelingen voort.
Geit = vrouwelijk
Bok = mannelijk
Beer = gecastreerd
Verschillen tussen schapen en geiten:
Geiten zijn individueler ingesteld
Intellectueel en intelligent
Ze grazen, maar geven de voorkeur aan blaadjes en takjes. Zij eten dus alles van
boven terwijl schapen liever grazen op de grond.
Een geit zorgt voor verwoestijning en een schaap niet.
Geit is browser, schaap is grazer.
Groot klimatologisch adaptievermogen
Ze hebben een seizoensgebonden voortplanting
Geitenbokken hebben een kinbaard en de staart is naar boven gericht.
De bokken bezitten achteraan rond de hoornen en aan de basis van de staart enkele klieren
die een typische bokkengeur veroorzaken. Deze geur zit vooral in de huid dus na de
slachting is het beter als de huid niet in aanraking komt met het karkas.
De drachtduur van een geit is net als bij een schaap 5 maanden.
De lactatieduur is 9-10 maanden.
De melksamenstelling is minder rijk dan bij het schaap namelijk: 4% melkvet en 3%
melkeiwit.
Melkhoeveelheid per lactatie ligt tussen de 1000 en 2500 kg. (topproducties boven de
3500).
De tandformules zijn gelijk aan die van het schaap en rund.
De melksnijtanden zijn langwerpig, zonder een duidelijke hals en worden kleiner en korter
naar de hoeken toe. De blijvende snijtanden vertonen een duidelijke kroon en een hals. De
kiezen kunnen gebruikt worden bij de leeftijdsbepaling.
Wisselen van de tanden;
I1; 14-16 maanden
I2: 19-23 maanden
I3:22-26 maanden
I4: 30-36 maanden
Frequente afwijkingen:
Hanguier en flesuier.
Hyporchidi en kryptorchidi, naast spermiostasis. Bij de laatste eindigen de tubuli van
de testes blind, zodat geen sperma afgescheiden kan worden.
Orchitis en periorchitis: zweling en ontsteking van de steelballen en bijballen.
Urolithiasis: de vorming van urinewegstenen.
Bij hoornloze rassen:
Intersexen of kwenen onder de jonge vrouwelijke geitjes kan hoog oplopen.
Vrouwelijke geitjes die samen met mannelijk geitje in baarmoeder zitten. Hebben
hormonen afgegeven. Vrouwtjes hebben testosteron gekregen en organen worden
minder aangelegd. Bijv. alleen een baarmoeder en verder niks vrouwelijks.
