100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Klinische Psychologie 1a

Rating
-
Sold
2
Pages
112
Uploaded on
09-07-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting van de stof in het boek H1 t/m H10 (in het Nederlands) + de voorgeschreven literatuur (in het Engels)

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Hoofdstuk 1 t/m h10 + de voorgeschreven literatuur
Uploaded on
July 9, 2025
Number of pages
112
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Klinische Psychologie 1a: theoretische benaderingen + persoonlijkheid


H1. Over klinische psychologie en
‘abnormaal’ gedrag
 Basisdisciplines
o Functieleer
o Ontwikkelingspsychologie
o Sociale psychologie
o Persoonlijkheidspsychologie
o Methodenleer
 Toepassingsgerichte disciplines
o Klinische en gezondheidspsychologie
o Arbeids- en organisatiepsychologie
o Onderwijspsychologie
 Klinisch psychologen werken in alle disciplines binnen de gezondheidszorg

1.1 Het terrein van de klinische psychologie
 4 voorbeelden van definities
o ‘Het gebied van de psychologie dat zich bezighoudt met afwijkend, slecht-aangepast
en abnormaal menselijk gedrag. Onder de grote paraplu van klinische praktijken
vallen diagnose, classificatie, behandeling, preventie en onderzoek’ (Reber, 2004)
o ‘the field of clinical psychology integrates science, theory and practice to understand,
predict, and alleviate maladjustment, disability, and discomfort as well as to promote
human adaptation, adjustment, and personal development. Clinical psychology
focuses on the intellectual, emotional, biological, psychological, social, and
behavioral aspects of human functioning across the life span, in varying cultures, and
at all socioeconomic levels’ (APA, 2013)
o ‘Klinische psychologie is een breed wetenschapsgebied waarin het gedrag van de
mens in relatie tot zijn ervaren gezondheid empirisch wordt onderzocht, waarin
wordt gediagnosticeerd en waarin interventies worden ontwikkeld, onderzocht en
toegepast; interventies die op professionele wijze worden uitgevoerd en die erop zijn
gericht emotionele, motivationele en/of cognitieve blokkades op te heffen en het
persoonlijk en maatschappelijk functioneren van mensen te verbeteren’ (Winnubst,
Schnabel, Van den Bout & Van Son, 1991).
o ‘Clinical psychology involves rigorous study and applied practice directed toward
understanding and improving the psychological facets of the human experience,
including but not limited to issues or problems of behavior, emotions, or intellect’
 Klinische psychologie/Abnormal psychologie houdt zich bezig met het gedrag dat afwijkt van
een bepaalde norm. Het gaat hier om afwijkingen die lastig zijn voor de persoon zelf of zijn
omgeving.
o Met afwijkingen van de norm in gunstige zin houden klinisch psychologen zich niet
bezig
 Afwijkingen van de norm kunnen betrekking hebben op verschillende aspecten van het
menselijk functioneren

, o Aspecten van de individuele persoon; afwijkend gedrag, afwijkende gedachten en
afwijkende belevingen.
 Vaak is er sprake van een combinatie
o Relaties met andere mensen; deze afwijkingen van wat ‘normaal’ is binnen sociale
relaties, hebben vaak weer invloed op het gedrag, de gedachten en belevingen
binnen het individu.
 ‘Abnormale’ gedragingen, gedachten en gevoelens kunnen alleen worden verklaard tegen de
achtergrond van normale processen; kennis van de ‘normale’ psychologische functies
(waarnemen, denken, geheugen), van de ‘normale’ ontwikkeling, van de sociale psychologie
en de persoonlijkheidspsychologie is nodig om afwijkingen van de norm te kunnen
vaststellen en begrijpen

1.2 Aspecten van ‘abnormaal’ gedrag
 Zeven factoren die bepalen of gedrag als abnormaal of pathologisch wordt beschouwd
o Slechts zelden zullen deze aspecten allemaal aanwezig zijn. Er moet ten minste één
van de aspecten zich voordoen.
o Persoonlijk lijden
 Geen voldoende voorwaarde om van pathologie te kunnen spreken. Ook
hoeft een psychische stoornis niet noodzakelijkerwijs met persoonlijk lijden
gepaard te gaan.
o De (dis)functionaliteit van het gedrag
 De mate waarin gedrag het dagelijks functioneren en het welbevinden van
het individu ondermijnt, bepaalt in sterke mate de beoordeling van
(ab)normaliteit; is iemand in staat beroepsmatig te functioneren en
bevredigende relaties met anderen te onderhouden?
 Sommige gedragingen zijn disfunctioneel: Zij belemmeren het individuele
functioneren op deze gebieden aanzienlijk en verhinderen dat een persoon
zijn doelen bereikt. Gedrag kan ook disfunctioneel zijn omdat het het
functioneren en welbevinden van anderen verstoort.
 Niet elk gedrag dat het functioneren van anderen ontregelt, is echter een
symptoom van een psychische stoornis
o Irrationeel en onbegrijpelijk gedrag
 Als men in het gedrag van een ander geen logica of zin kan ontdekken
o Onvoorspelbaarheid en controleverlies
 Seligman et al. (2001) onderscheiden twee typen situaties waarin gedrag
dikwijls als controleverlies of verlies aan zelfbeheersing zal worden
geïnterpreteerd
 Situaties waarin de regels die gewoonlijk het gedrag van een persoon
sturen plotseling niet meer werkzaam zijn; het gedrag is ontremd
o Als handelingen in strijd zijn met het gangbare gedrag van
iemand kan dat gezien worden als ‘abnormaal’
 Situaties waarin de toeschouwer de oorzaak of aanleiding van het
gedrag dat hij waarneemt niet kent en op dat moment ook niet kan
achterhalen
 Onvoorspelbaarheid en controleverlies zijn op zich geen voldoende redenen
om een psychische stoornis te veronderstellen
o Opvallend en onconventioneel gedrag

,  Bij de beoordeling van het handelen van anderen kiest men vaak het eigen
(potentiële) gedrag als maatstaf
 Of gedrag opvalt is afhankelijk van hoe vaak het voorkomt
 Opvallend en onconventioneel gedrag kan afwijkend of zeldzaam zijn, maar
het hoeft nog niet als ‘gestoord’ te worden beoordeeld; alleen als mensen
opvallend of non-conformistisch gedrag ook sociaal onwenselijk achten, zijn
zij geneigd dat gedrag pathologisch te vinden.
o Gedrag dat een ongemakkelijk gevoel bij anderen teweegbrengt
 Observer discomfort
 Het gaat hierbij om impliciete sociale verwachtingen; hiervan wordt men zich
vaak pas bewust als impliciete regels worden overschreden
 Restregels
o Het overtreden van morele normen
 Men velt een moreel oordeel op basis van opvattingen over hoe mensen zich
zouden moeten gedragen.
 Men heeft ook ideeën over hoe mensen idealiter in een moderne
samenleving functioneren
 Psychische stoornis een syndroom, gekenmerkt door klinisch significante symptomen op het
gebied van de cognitieve functies, de emotieregulatie of het gedrag van een persoon, dat een
uiting is van een disfunctie in de psychologische, biologische, of ontwikkelingsprocessen die
ten grondslag liggen aan het psychische functioneren. Psychische stoornissen gaan
gewoonlijk gepaard met significante lijdensdruk of beperkingen in het functioneren op
sociaal of beroepsmatig gebied of bij andere belangrijke bezigheden. Een reactie op een
veelvoorkomende stressor of een verlies, bijvoorbeeld het overlijden van een dierbare, die te
verwachten valt en cultureel wordt geaccepteerd, is geen psychische stoornis. Sociaal
deviant gedrag (politiek, seksueel, of religieus bv.) en conflicten die zich vooral afspelen
tussen een individu en de maatschappij zijn geen psychische stoornissen, tenzij de deviantie
of het conflict het gevolg is van functioneren van het individu, zoals in het voorgaande wordt
beschreven (APA, 2014)
o Nadruk ligt hier op de nadelige gevolgen die een gedrags- of psychologisch syndroom
voor de betrokkene kan hebben.
o Psychische stoornissen worden gedefinieerd door clusters van disfunctionele
gedragingen, die samengaan met persoonlijk lijden of met een verslechtering van het
functioneren.
o De DSM classificeert geen mensen, maar stoornissen die mensen hebben.
o Om te voorkomen dat de definitie van mentale stoornissen een instrument zou
worden voor sociale repressie, zijn 3 ‘uitsluitende omstandigheden’ geformuleerd
 ‘te verwachten en cultureel aanvaarde reacties’ worden uitgesloten van
mentale stoornissen.
 Bv. rouwreacties
 Langdurig ‘deviant gedrag’ wordt uitgesloten als het voortvloeit uit het
behoren tot een politieke, religieuze of seksuele minderheid
 Afwijkend gedrag mag niet voortkomen uit een persoonlijk conflict tussen
het individu en de maatschappij
 Ook de APA erkent dat geen enkele definitie het begrip mentale stoornis duidelijk afbakent

, 1.3 Normaal en abnormaal: waar ligt de grens?
 Het statistisch model
o = menselijke eigenschappen zijn min of meer normaal verdeeld. Van abnormaliteit
wordt gesproken bij extreem lage of extreem hoge scores op schalen waarmee deze
eigenschappen betrouwbaar en valide worden gemeten.
o Gebaseerd op een dimensionele benadering; de meeste psychologische test sluiten
aan bij deze benadering. Er wordt dus geen strakke grens getrokken tussen normaal
en abnormaal.
o Problemen
 Waar ligt precies de grens tussen normaal en abnormaal; vaak arbitrair
 Het specificeert niet hoe ongewoon gedrag moet zijn om het abnormaal te
kunnen noemen
 Sommige stoornissen zijn zeer uitzonderlijk terwijl andere meer
normaal verdeeld zijn
 De ene stoornis is in statistisch opzicht abnormaler dan de andere
 Maakt geen onderscheid tussen statistische afwijkingen die gepaard gaan
met individueel lijden en afwijkingen waarvoor dat niet geldt
 Vele, statistisch uitzonderlijke, gedragingen of eigenschappen zijn
helemaal niet pathologisch.
 Het medisch of ziektemodel
o Somatogeen een lichamelijke aandoening ligt aan de psychische stoornis ten
grondslag.
o Psychogeen aan een stoornis ligt een psychologisch mechanisme ten grondslag
o Volgens het medisch model zijn psychische stoornissen vergelijkbaar met somatische
ziekten en dus het beste te verhelpen door de onderliggende mechanismen te
bestrijden.
 Goed verdedigbaar voor bv. psychosen die ontstaan door neurologische
defecten, of voor dementie van het alzheimertype
o Model
 Abnormaliteit/ziekte bij de patiënt  diagnose, gesteld door de therapeut
 Therapie, gekozen en uitgevoerd door therapeut; patiënt speelt een
passieve rol  Genezing van de patiënt
 Uitgangspunt is dat de therapeut de deskundige is, terwijl de patiënt
op een of meerdere aspecten van zijn functioneren als ziek wordt
beschouwd. De therapeut spoort de oorzaak van de ziekte op en
stelt de diagnose. Op grond hiervan wordt een therapieplan
opgesteld dat tot genezing moet leiden. De patiënt wordt ‘beter
gemaakt’
o Problemen
 Bezwaren van semantische aard
 Bij de meeste psychische stoornissen is nog geen eenduidig
onderliggend mechanisme aangetoond, zodat het twijfelachtig is of
er wel sprake is van een ‘ziekte’
o Daarbij is het de vraag of de term genezing op zijn plaats is
o Bij de meeste stoornissen gaat het om afwijkingen van
psychosociale of ethische normen en niet om medische
afwijkingen

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
irisbindels Tilburg University
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
33
Member since
6 year
Number of followers
29
Documents
4
Last sold
2 months ago

4.2

5 reviews

5
1
4
4
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions