Hoofdstuk 1 – Inleiding tot het immuunsysteem en het
lymfestelsel
1.1 Wat is het immuunsysteem?
1.2 Waarom is het immuunsysteem belangrijk?
1.3 Wat is het lymfestelsel?
1.4 Overzicht van lymfe, lymfevaten en lymfoïde organen
1.5 Samenhang tussen immuunsysteem en lymfestelsel
Hoofdstuk 2 – Anatomie en functies van het lymfestelsel
2.1 De lymfevaten: structuur en werking
2.2 De lymfeklieren: bouw en functie
2.3 De milt: bloedfilter en afweersysteem
2.4 De thymus: de “school” voor T-cellen
2.5 Het beenmerg: aanmaak van bloed- en immuuncellen
2.6 Andere lymfoïde weefsels (tonsillen, Peyerse plaques)
Hoofdstuk 3 – De samenstelling van lymfe
3.1 Wat is lymfe?
3.2 Waar komt lymfe vandaan?
3.3 Wat zit er in lymfe?
3.4 Het belang van lymfe voor het lichaam
Hoofdstuk 4 – Het aangeboren immuunsysteem
4.1 Barrières tegen ziekteverwekkers (huid, slijmvliezen)
4.2 Fagocyten: neutrofielen en macrofagen
4.3 Ontstekingsreactie: wat gebeurt er bij infectie?
4.4 Koorts en andere verdedigingsmechanismen
Hoofdstuk 5 – Het verworven immuunsysteem
5.1 T-lymfocyten: soorten en functies
5.2 B-lymfocyten en antistoffen
5.3 Immunologisch geheugen: hoe werken vaccins?
5.4 Samenwerking tussen cellen in de immuunrespons
Hoofdstuk 6 – Immuuncellen in detail
6.1 Neutrofielen
6.2 Macrofagen
6.3 Dendritische cellen
6.4 Natural Killer-cellen (NK-cellen)
,6.5 T-cellen: helper, cytotoxisch, regulerend
6.6 B-cellen en plasmacellen
Hoofdstuk 7 – Immunologische processen
7.1 Antigeenherkenning
7.2 Antigeenpresentatie
7.3 Activatie van T- en B-cellen
7.4 Productie van antilichamen
7.5 Klonale expansie en geheugenvorming
Hoofdstuk 1 – Inleiding tot het immuunsysteem en het
lymfestelsel
, 1.1 Wat is het immuunsysteem?
Het immuunsysteem is het verdedigingssysteem van het lichaam. Het
beschermt je tegen allerlei gevaarlijke indringers, zoals bacteriën,
virussen, schimmels en parasieten, die ziektes kunnen veroorzaken. Het
immuunsysteem zorgt ervoor dat je gezond blijft door deze indringers op
te sporen, onschadelijk te maken en te vernietigen.
Daarnaast controleert het immuunsysteem ook of je eigen cellen nog
gezond zijn. Als er cellen zijn die ziek zijn geworden of veranderd,
bijvoorbeeld door kanker of een virusinfectie, dan ruimt het
immuunsysteem deze ook op. Zo helpt het immuunsysteem niet alleen
om infecties te bestrijden, maar ook om het lichaam in goede conditie te
houden.
Voorbeeld
Stel je voor dat je een snee in je huid hebt en er bacteriën in de wond
komen. Dan zal het immuunsysteem heel snel reageren om die bacteriën
op te ruimen voordat ze een infectie veroorzaken.
1.2 Waarom is het immuunsysteem belangrijk?
Iedere dag kom je in contact met miljoenen micro-organismen. De meeste
zijn onschadelijk, maar sommige kunnen ziekten veroorzaken. Als het
immuunsysteem niet goed zou werken, zou je snel ziek worden van al
deze indringers.
Een goed werkend immuunsysteem:
Herkent ziekteverwekkers en vernietigt ze.
Ruimt afvalstoffen en beschadigde cellen op.
Leert van eerdere infecties, zodat het de volgende keer sneller kan
reageren (immuun geheugen).
Voorbeeld
Na een griepprik ben je beter beschermd tegen de griep, omdat het
immuunsysteem geleerd heeft hoe het virus eruit ziet en het sneller kan
aanpakken als je ermee in contact komt.
1.3 Wat is het lymfestelsel?
Het lymfestelsel is een speciaal netwerk in je lichaam dat onderdeel is van
het immuunsysteem. Het bestaat uit:
Lymfevaten: dunne buisjes die een vloeistof genaamd lymfe
vervoeren.