Samenvatting Business fundamentals - business fundamentals

Samenvatting Business Fundamentals




HO2 Hoe word ik ondernemer?
2.1 Opstartformaliteiten
Ja?
Werk een sterk Stel een sterk Voldoe je aan de Kies je
concept uit bedrijfsplan op opstartvereisten? Kies je statuut als ondernemingsvorm
ondernemer



• Principe: ‘vrijheid van ondernemen’ = iedereen kan ondernemer worden
• MAAR uitzonderingen:
 Handelingsonbekwamen (o.a. minderjarigen)
 Personen die geen onderdaan zijn van de EER (beroepskaart vereist)
 Onverenigbaarheden
 Veroordeelden met een beroepsverbod
 Vrije beroepen (advocaten, artsen, accountants,…)
 Brussel/Wallonië: beroepskennis



2.1 Statuten van zelfstandigen

Zodra je voldoet aan alle startvoorwaarden om te ondernemen, kies je onder
welk statuut je zelfstandige word. Er zijn 6 statuten:
 Zelfstandige in hoofdberoep : natuurlijk persoon die een zelfstandige
activiteit als hoofdberoep uitoefent ( en bijgevolg niet het statuut van een
werknemer, ambtenaar of student heeft). Die activiteit is dus de enige of
belangrijkste bezigheid van de zelfstandige in hoofdberoep. Je betaald
sociale bijdragen op basis van je netto belastbare inkomen
 Zelfstandige in bijberoep : Een persoon die als hoofdactiviteit minstens
halftijds werkt als werknemer, ambtenaar of onderwijzer. Eventueel ook :
een student die een zelfstandige activiteit uitoefent. Als zelfstandige in
bijberoep betaal je sociale bijdragen tegen een lager tarief, omdat je
sociale rechten al worden opgebouwd via de hoofdactiviteit
 Student-zelfstandige : student tussen 18 en 25 jaar die zelfstandig
onderneemt. Je voldoet aan de volgende voorwaarden.
 Ingeschreven in een Belgische of buitenlandse onderwijsinstelling
met het oog op het halen van een diploma dat erkend is door de
bevoegde overheid
 Ingeschreven voor ten minste 27 studiepunten of 17 uren les per
week
 Gepensioneerde zelfstandige : Een persoon die de zelfstandige activiteit
voortzet of start na pensionering. Hoeveel je mag bijverdienen hangt af
van het soort pensionering, je leeftijd en je beroepsloopbaan
 Zelfstandige helper : persoon die zelf geen onderneming leidt, maar die
zonder arbeidsovereenkomst meewerkt in een eenmanszaak. Dat zijn vaan

, vrienden of familieleden van de zelfstandige. Je moet eveneens verzekerd
zijn als zelfstandige.
 Meewerkende echtgenoot : Echtgenoten of wettelijk samenwonende
partners van zelfstandigen die meewerken in de zaak. Belangrijk is dat zij
niet tegelijk het volwaardige statuut van werknemer, ambtenaar of student
hebben om daarop aanspraak te maken


De meest frequente statuten zijn zelfstandige in hoofdberoep en zelfstandige in
bijberoep. Er is geen financiële ondergrens om zelfstandige in hoofdberoep te
worden. Je hoeft je niet te bewijzen met een bepaald minimumbedrag aan
inkomen maar er komen heel wat risico’s bij kijken als je volledige inkomen 100%
afhankelijk is van je onderneming. Het slimste is dus om te starten als
zelfstandige in bijberoep.
Zie hier de belangrijkste verschillen tussen de 2 frequentst gekozen statuten:




2.3 Ondernemingsvorm
Eenmanszaak vs. Vennootschap
• Eenmanszaak
 Je onderneemt als ‘natuurlijke persoon’
 Je onderneemt als enige eigenaar
 Geen afgescheiden vermogen
 Onbeperkte aansprakelijkheid
 Weinig opstartformaliteiten (o.a. geen oprichtingsakte)
 Weinig boekhoudformaliteiten (enkelvoudige boekhouding)
 Personenbelasting


• Vennootschap

, Je onderneemt als ‘rechtspersoon’
 = entiteit met eigen rechten en plichten
 Uitzondering: de maatschap
 Je onderneemt met anderen OF alleen
 Afgescheiden vermogen
 Beperkte aansprakelijkheid
 Meer opstartformaliteiten (o.a. oprichtingsakte)
 Meer boekhoudformaliteiten (mogelijks dubbele boekhouding)
 Vennootschapsbelasting

, Natuurlijk persoon vs. Rechtspersoon
• Natuurlijk persoon
 Mens die rechten en plichten heeft, zoals het recht om te werken, te
trouwen en belasting te betalen.
• Rechtspersoon
 Bedrijf of organisatie die, net als mensen, rechten en plichten kan
hebben. Dit betekend dat een bedrijf bijvoorbeeld contracten kan
sluiten, bezittingen kan hebben en zelfs voor de rechter kan worden
gedaagd.


• Soorten vennootschappen
 Besloten vennootschap (BV)
 Naamloze vennootschap (NV)
 Coöperatieve vennootschap (CV)
 Maatschap
 Zonder rechtspersoonlijkheid: standaard maatschap
 Met rechtspersoonlijkheid:
 Vennootschap onder Firma (VOF)
 Commanditaire vennootschap (Comm. V.)
• De maatschap
 Buitenbeentje!