BIOPSYCHOLOGIE
HC 1. INLEIDING – FUNCTIONELE INDELING & NEUROANATOMIE
1. WAT IS BIOPSYCHOLOGIE?
• Subdiscipline van psychologie
o Biologisch mechanismen bestudeert van gedrag.
o Causale elementen zoals genen (nature) en omgevingsfactoren (nurture) beïnvloeden het gedrag
via de complexe neurobiologie van het zenuwstelsel
▪ Complexe processen/ netwerken bevinden zich in een
‘black box’ (niet volledig bekend)
• Biologische-, psychologische- en sociale factoren beïnvloeden de
werking van onze hersenen.
• Hersenen bestaan uit zeer complexe netwerken van biologische
eenheden (zenuwcellen) die ons in staat stellen tot uiteenlopende
cognitieve vaardigheden (spraak, geheugen, emoties, sociale
interacties…)
• De grens tussen het ‘biologische’ en het ‘psychologische’ vervaagt.
• (neuronen) en steuncellen (gliacellen).
• Poging om deze complexe processen te begrijpen, werden modellen ontwikkeld die de werking van
hersenen op een vereenvoudigde manier proberen voor te stellen.
o Basiseenheid = neuronen, meestal in lagen georganiseerd
o Model van neurale netwerk is een vereenvoudigd model van de manier waarop het menselijk
brein informatie verwerkt.
• 10 PRINCIPES VAN HET ZENUWSTELSEL
• Neuronale circuits zijn de functionele eenheden van het zenuwstelsel
• Verschillende delen van hersenen gaan met elkaar ‘babbelen’ en gaan zo een functie voorzien.
• Het zenuwstelsel is ingedeeld in een sensorisch en een motorisch gedeelte
• Het centraal zenuwstelsel functioneert op meerdere niveaus en is zowel hiërarchisch als parallel
georganiseerd.
• Tegelijkertijd kunnen er onafhankelijke dingen gebeuren in je hersenen, of er kunnen verschillende
stappen worden doorlopen voordat je op een resultaat komt.
• Veel hersen circuits zijn gekruist (contralateraal)
• Rechter- en linkerhelft van de hersenen
• Hersenfuncties liggen gelokaliseerd en verspreid
• Taal ligt gelokaliseerd maar geheugen is verspreid.
• De hersenen zijn symmetrisch en asymmetrisch
• Linker- en rechter hersenhelft zijn hetzelfde, maar taal licht in het linkerhelft en niet in rechter.
• Het zenuwstelsel werkt door de balans tussen excitatie en inhibitie
• Zorgen voor evenwicht tussen exhiberen en inhiberen.
• De hersenen scheiden de sensorische input voor objectherkenning en –beweging
• Er is een opsplitsing van sensorisch en motorisch
• Het zenuwstelsel leidt tot motoriek in een perceptuele wereld die de hersenen construeren
(internalisatie van de werkelijkheid)
• Vb. aan iemand de kleur van iets vragen, hersenen maken kleur die je zegt op, perceptuele wereld
zorgt ervoor dat we iets als een kleur kunnen herkennen.
• Neuroplasticiteit is het kenmerk van een functionerend zenuwstelsel
• Alles wat we hebben geleerd is voor een groot stuk allemaal neuroplasticiteit.
,• ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN HET ZENUWSTELSEL
• FUNCTIONELE INDELING VAN HET ZENUWSTELS EL
• Zenuwstelsel kan ingedeeld worden a.d.h.v. anatomische en functionele eigenschappen
• Functionele indeling:
• Afferent zenuwstelsel: omvat de zenuwimpulsen die naar de hersenen gestuurd worden (geleiding
van sensorische informatie vanuit sensoren in het lichaam naar het CNS)
o Somatisch:
▪ Registreert gewaarwordingen van de buitenwereld (zintuigen) en de positie van ons lichaam
daarin (t.o.v. de zwaartekracht -> evenwichtssysteem)) en de positie van onze lichaamsdelen
(romp, ledematen, hoofd) t.o.v. elkaar = propriocepsis.
▪ Ervaren we bewust
o Visceraal:
▪ Registreert inwendige parameters (bloeddruk,
zuurtegraad van bloed, …) die een onderdeel zijn
van het inwendig evenwicht (homeostase)
▪ Ervaren we onbewust
• Efferent zenuwstelsel: omvat de zenuwimpulsen die
vanuit de hersenen naar de periferie worden gestuurd.
(geleidt motorische informatie naar de uitvoeringsorganen
(spieren, klieren en vetweefsel)
o Somatisch (willekeurig)
▪ Bewuste aansturing van de skeletspieren, die
leiden tot willekeurige (onder bewuste controle) en
onwillekeurige bewegingen (bv. reflexreacties)
o Autonoom
▪ Parasympatisch
• Geactiveerd bij lichamelijke en geestelijke rust ‘rest and digest’
▪ (ortho)Sympatisch
• Geactiveerd bij (acute) stress en zorgt voor de ‘fight or flight’ reactie.
• Integrerend, verwerkend
• Anatomie indeling:
• Centraal zenuwstelsel (CNS)
o Coördinerende deel
• Perifeer zenuwstelsel
o Afferente en efferente zenuwen
• NEUROANATOMIE
• MACRO- ANATOMIE VAN HET ZENUWSTELSEL
• PERIFEER ZENUWSTELSEL (CRANIALE EN RUGGENMERGZENUWEN)
Functionele Kenmerken
• Verantwoordelijk voor:
o Integratie, verwerking en coördinatie van inkomende en uitgaande informatie.
• Hogere functies:
o Intelligentie
o Geheugen
o Emoties
,Functie van het PZS
• Geleiding van sensorische en motorische informatie tussen het
centraal zenuwstelsel (CZS) en de rest van het lichaam.
• Indeling in:
o Afferente zenuwstelsel: Voert sensorische informatie naar het
CZS.
o Efferente zenuwstelsel: Voert motorische informatie van het CZS
naar spieren en klieren.
Opbouw van het PZS
• Verbindt de neuronen van het CZS met de rest van het lichaam
(sensorische en motorische informatie).
• Bundels axonen vormen perifere zenuwen, onderverdeeld in:
o Craniale zenuwen (hersenzenuwen): 12 paar
o Spinale zenuwen (ruggenmergzenuwen): 31 paar
• Onderscheid tussen:
o Somatisch zenuwstelsel: Bewuste aansturing van spieren.
o Autonoom zenuwstelsel: Onbewuste regulatie van organen en
klieren.
Specifieke Kenmerken
• PZS omvat alles buiten het CZS (op afbeeldingen vaak aangeduid in
het blauw).
• Verantwoordelijk voor het opvangen en doorgeven van prikkels.
• Ligt minder beschermd, tussen de perifere delen van het lichaam.
• Verdieping: Autonoom Zenuwstelsel
• Diepere bespreking van craniale en spinale zenuwen om het
autonoom zenuwstelsel verder uit te leggen.
CRANIALE ZENUWEN/ HERSENZENUW
• 12 paar zenuwen die aftakken van de hersenen
• Naam + romeins cijfer
• Sensorisch, motorisch of gemengd
• Sommige craniale zenuwen (III, VII, IX en X) gelinkt aan autonome zenuwstelsel
• Functies:
o Sensibel (reukzenuw) – motorisch (oculomotorius) – gemengd (facialis) -> propioreceptoren in de
aangezichtsspieren en gelaatsuitdrukkingen somatisch (voor gelaatsuitdrukkingen) – autonoom
(vagus -> regulering ademhaling)
o Bezenuwen hoofd en hals
o Belangrijke zintuigelijke functie (zicht, gehoor, reuk, smaak)
• De verschillende craniale zenuwen, aangevuld met hun primaire functies (tekening)
• Nervus olfactorius (I)
o De n. olfactorius is een zuiver sensorische zenuw verbonden met het cerebrum (grote hersenen).
o Ze leiden sensorische informatie van de geursensoren vanuit de neus doorheen de schedelbasis
(meer bepaald de zeefplaat in het os ethmoidale) naar de reukcentra in de hersenen.
• Nervus opticus (II)
o De n. opticus is een zuiver sensorische zenuw die visuele informatie transporteert via het
chiasma opticum en de thalamus naar de occipitale hersenkwab.
• Nervus oculomotoruis (III)
o De n. oculomotorius is één van de 3 craniale zenuwen die de verschillende (extrinsieke)
oogspieren aanstuurt, en zo zorgt voor de bewegingen van het oog.
, o Verder worden ook de intrinsieke oogspieren aangestuurd, die de iris en de lens van vorm kunnen
doen veranderen, om zo de hoeveelheid licht die het oog binnenkomt te regelen.
o Deze zenuw is zuiver motorisch
• Nervus trochlearis (IV)
o De n. trochlearis is één van de 3 craniale zenuwen die de verschillende (extrinsieke) oogspieren
aanstuurt, en zo zorgt voor de bewegingen van het oog.
o Deze zenuw is zuiver motorisch.
• Nervus trigeminus (V)
o De n. trigeminus is een gemengde zenuw.
o Het sensorisch gedeelte geleidt sensorische (tactiele) informatie van het hoofd een aangezicht
naar de hersenen.
o Het motorisch gedeelte stuurt verschillende kauwspieren aan.
o Deze zenuw bestaat uit 3 takken (vandaar de naam); de n. ophtalmicus (sensorische info vanuit
het bovenste deel van het aangezicht), de n. maxillaris 8 (sensorische info vanuit het middelste
deel van het aangezicht) en de n. mandibularis (sensorische info vanuit het onderste deel van het
aangezicht en motorische info naar de kauwspieren).
• Nervus abducens (VI)
o De n. abducens is één van de 3 craniale zenuwen die de verschillende (extrinsieke) oogspieren
aanstuurt, en zo zorgt voor de bewegingen van het oog.
o Deze zenuw is zuiver motorisch.
• Nervus facialis (VII)
o De n. facialis is een gemengde zenuw.
o Het sensorisch gedeelte zorgt onder andere voor de smaakzintuigen in het voorste 2/3 deel van
de tong.
o Het motorisch gedeelte sturen de spieren in het aangezicht aan, waardoor we in staat zijn tot
verschillende gelaatsuitdrukkingen (mimiek).
• Nervus vestibulocochlearis (VIII)
o De n. vestibulocochlearis is een sensorische zenuw die bestaat uit 2 delen, het pars vestibularis
en het pars cochlearis.
o Het part vestibularis geleidt informatie van het evenwichtsorgaan in het middenoor en het pars
cochlearis geleidt geluidsinformatie vanuit het slakkenhuis van het binnenoor.
• Nervus glossopharyngeus (IX)
o De n. glossopharyngeus is een gemengde zenuw die de tong en de keel bezenuwd.
o Het sensorische gedeelte is verantwoordelijk voor de smaakzintuigen in het achterste 1/3 van de
tong en de registratie van de bloeddruk en concentratie van bloedgassen.
o Het motorische gedeelte stuur de keelspieren aan die verantwoordelijk zijn voor het slikken,
evenals bepaalde speekselklieren.
• Nervus vagus (X)
o De n. vagus is een gemengde zenuw die zowel binnen als buiten het hoofd-halsgebied actief is.
o Het sensorisch gedeelte geleidt signalen vanuit de oorschelpen, de gehoorgang, het diafragma,
smaakreceptoren in de keel, de slokdarm, de luchtwegen en de ingewanden in de buik- en
bekkenholte.
o Het motorisch gedeelte is verantwoordelijk voor een groot gedeelte van het parasympatisch
zenuwstelsel, en heeft een effect op meerdere ingewanden in de borst-, buik- en bekkenholte.
• Nervus accessorius (XI)
o De n. accessorius is een motorische zenuw die spieren aanstuurt in het gehemelte, de keelholte
(oa voor het spreken), naast spieren in de hals en schouder (m. sternocleidomastoideus en m.
trapezius).
HC 1. INLEIDING – FUNCTIONELE INDELING & NEUROANATOMIE
1. WAT IS BIOPSYCHOLOGIE?
• Subdiscipline van psychologie
o Biologisch mechanismen bestudeert van gedrag.
o Causale elementen zoals genen (nature) en omgevingsfactoren (nurture) beïnvloeden het gedrag
via de complexe neurobiologie van het zenuwstelsel
▪ Complexe processen/ netwerken bevinden zich in een
‘black box’ (niet volledig bekend)
• Biologische-, psychologische- en sociale factoren beïnvloeden de
werking van onze hersenen.
• Hersenen bestaan uit zeer complexe netwerken van biologische
eenheden (zenuwcellen) die ons in staat stellen tot uiteenlopende
cognitieve vaardigheden (spraak, geheugen, emoties, sociale
interacties…)
• De grens tussen het ‘biologische’ en het ‘psychologische’ vervaagt.
• (neuronen) en steuncellen (gliacellen).
• Poging om deze complexe processen te begrijpen, werden modellen ontwikkeld die de werking van
hersenen op een vereenvoudigde manier proberen voor te stellen.
o Basiseenheid = neuronen, meestal in lagen georganiseerd
o Model van neurale netwerk is een vereenvoudigd model van de manier waarop het menselijk
brein informatie verwerkt.
• 10 PRINCIPES VAN HET ZENUWSTELSEL
• Neuronale circuits zijn de functionele eenheden van het zenuwstelsel
• Verschillende delen van hersenen gaan met elkaar ‘babbelen’ en gaan zo een functie voorzien.
• Het zenuwstelsel is ingedeeld in een sensorisch en een motorisch gedeelte
• Het centraal zenuwstelsel functioneert op meerdere niveaus en is zowel hiërarchisch als parallel
georganiseerd.
• Tegelijkertijd kunnen er onafhankelijke dingen gebeuren in je hersenen, of er kunnen verschillende
stappen worden doorlopen voordat je op een resultaat komt.
• Veel hersen circuits zijn gekruist (contralateraal)
• Rechter- en linkerhelft van de hersenen
• Hersenfuncties liggen gelokaliseerd en verspreid
• Taal ligt gelokaliseerd maar geheugen is verspreid.
• De hersenen zijn symmetrisch en asymmetrisch
• Linker- en rechter hersenhelft zijn hetzelfde, maar taal licht in het linkerhelft en niet in rechter.
• Het zenuwstelsel werkt door de balans tussen excitatie en inhibitie
• Zorgen voor evenwicht tussen exhiberen en inhiberen.
• De hersenen scheiden de sensorische input voor objectherkenning en –beweging
• Er is een opsplitsing van sensorisch en motorisch
• Het zenuwstelsel leidt tot motoriek in een perceptuele wereld die de hersenen construeren
(internalisatie van de werkelijkheid)
• Vb. aan iemand de kleur van iets vragen, hersenen maken kleur die je zegt op, perceptuele wereld
zorgt ervoor dat we iets als een kleur kunnen herkennen.
• Neuroplasticiteit is het kenmerk van een functionerend zenuwstelsel
• Alles wat we hebben geleerd is voor een groot stuk allemaal neuroplasticiteit.
,• ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN HET ZENUWSTELSEL
• FUNCTIONELE INDELING VAN HET ZENUWSTELS EL
• Zenuwstelsel kan ingedeeld worden a.d.h.v. anatomische en functionele eigenschappen
• Functionele indeling:
• Afferent zenuwstelsel: omvat de zenuwimpulsen die naar de hersenen gestuurd worden (geleiding
van sensorische informatie vanuit sensoren in het lichaam naar het CNS)
o Somatisch:
▪ Registreert gewaarwordingen van de buitenwereld (zintuigen) en de positie van ons lichaam
daarin (t.o.v. de zwaartekracht -> evenwichtssysteem)) en de positie van onze lichaamsdelen
(romp, ledematen, hoofd) t.o.v. elkaar = propriocepsis.
▪ Ervaren we bewust
o Visceraal:
▪ Registreert inwendige parameters (bloeddruk,
zuurtegraad van bloed, …) die een onderdeel zijn
van het inwendig evenwicht (homeostase)
▪ Ervaren we onbewust
• Efferent zenuwstelsel: omvat de zenuwimpulsen die
vanuit de hersenen naar de periferie worden gestuurd.
(geleidt motorische informatie naar de uitvoeringsorganen
(spieren, klieren en vetweefsel)
o Somatisch (willekeurig)
▪ Bewuste aansturing van de skeletspieren, die
leiden tot willekeurige (onder bewuste controle) en
onwillekeurige bewegingen (bv. reflexreacties)
o Autonoom
▪ Parasympatisch
• Geactiveerd bij lichamelijke en geestelijke rust ‘rest and digest’
▪ (ortho)Sympatisch
• Geactiveerd bij (acute) stress en zorgt voor de ‘fight or flight’ reactie.
• Integrerend, verwerkend
• Anatomie indeling:
• Centraal zenuwstelsel (CNS)
o Coördinerende deel
• Perifeer zenuwstelsel
o Afferente en efferente zenuwen
• NEUROANATOMIE
• MACRO- ANATOMIE VAN HET ZENUWSTELSEL
• PERIFEER ZENUWSTELSEL (CRANIALE EN RUGGENMERGZENUWEN)
Functionele Kenmerken
• Verantwoordelijk voor:
o Integratie, verwerking en coördinatie van inkomende en uitgaande informatie.
• Hogere functies:
o Intelligentie
o Geheugen
o Emoties
,Functie van het PZS
• Geleiding van sensorische en motorische informatie tussen het
centraal zenuwstelsel (CZS) en de rest van het lichaam.
• Indeling in:
o Afferente zenuwstelsel: Voert sensorische informatie naar het
CZS.
o Efferente zenuwstelsel: Voert motorische informatie van het CZS
naar spieren en klieren.
Opbouw van het PZS
• Verbindt de neuronen van het CZS met de rest van het lichaam
(sensorische en motorische informatie).
• Bundels axonen vormen perifere zenuwen, onderverdeeld in:
o Craniale zenuwen (hersenzenuwen): 12 paar
o Spinale zenuwen (ruggenmergzenuwen): 31 paar
• Onderscheid tussen:
o Somatisch zenuwstelsel: Bewuste aansturing van spieren.
o Autonoom zenuwstelsel: Onbewuste regulatie van organen en
klieren.
Specifieke Kenmerken
• PZS omvat alles buiten het CZS (op afbeeldingen vaak aangeduid in
het blauw).
• Verantwoordelijk voor het opvangen en doorgeven van prikkels.
• Ligt minder beschermd, tussen de perifere delen van het lichaam.
• Verdieping: Autonoom Zenuwstelsel
• Diepere bespreking van craniale en spinale zenuwen om het
autonoom zenuwstelsel verder uit te leggen.
CRANIALE ZENUWEN/ HERSENZENUW
• 12 paar zenuwen die aftakken van de hersenen
• Naam + romeins cijfer
• Sensorisch, motorisch of gemengd
• Sommige craniale zenuwen (III, VII, IX en X) gelinkt aan autonome zenuwstelsel
• Functies:
o Sensibel (reukzenuw) – motorisch (oculomotorius) – gemengd (facialis) -> propioreceptoren in de
aangezichtsspieren en gelaatsuitdrukkingen somatisch (voor gelaatsuitdrukkingen) – autonoom
(vagus -> regulering ademhaling)
o Bezenuwen hoofd en hals
o Belangrijke zintuigelijke functie (zicht, gehoor, reuk, smaak)
• De verschillende craniale zenuwen, aangevuld met hun primaire functies (tekening)
• Nervus olfactorius (I)
o De n. olfactorius is een zuiver sensorische zenuw verbonden met het cerebrum (grote hersenen).
o Ze leiden sensorische informatie van de geursensoren vanuit de neus doorheen de schedelbasis
(meer bepaald de zeefplaat in het os ethmoidale) naar de reukcentra in de hersenen.
• Nervus opticus (II)
o De n. opticus is een zuiver sensorische zenuw die visuele informatie transporteert via het
chiasma opticum en de thalamus naar de occipitale hersenkwab.
• Nervus oculomotoruis (III)
o De n. oculomotorius is één van de 3 craniale zenuwen die de verschillende (extrinsieke)
oogspieren aanstuurt, en zo zorgt voor de bewegingen van het oog.
, o Verder worden ook de intrinsieke oogspieren aangestuurd, die de iris en de lens van vorm kunnen
doen veranderen, om zo de hoeveelheid licht die het oog binnenkomt te regelen.
o Deze zenuw is zuiver motorisch
• Nervus trochlearis (IV)
o De n. trochlearis is één van de 3 craniale zenuwen die de verschillende (extrinsieke) oogspieren
aanstuurt, en zo zorgt voor de bewegingen van het oog.
o Deze zenuw is zuiver motorisch.
• Nervus trigeminus (V)
o De n. trigeminus is een gemengde zenuw.
o Het sensorisch gedeelte geleidt sensorische (tactiele) informatie van het hoofd een aangezicht
naar de hersenen.
o Het motorisch gedeelte stuurt verschillende kauwspieren aan.
o Deze zenuw bestaat uit 3 takken (vandaar de naam); de n. ophtalmicus (sensorische info vanuit
het bovenste deel van het aangezicht), de n. maxillaris 8 (sensorische info vanuit het middelste
deel van het aangezicht) en de n. mandibularis (sensorische info vanuit het onderste deel van het
aangezicht en motorische info naar de kauwspieren).
• Nervus abducens (VI)
o De n. abducens is één van de 3 craniale zenuwen die de verschillende (extrinsieke) oogspieren
aanstuurt, en zo zorgt voor de bewegingen van het oog.
o Deze zenuw is zuiver motorisch.
• Nervus facialis (VII)
o De n. facialis is een gemengde zenuw.
o Het sensorisch gedeelte zorgt onder andere voor de smaakzintuigen in het voorste 2/3 deel van
de tong.
o Het motorisch gedeelte sturen de spieren in het aangezicht aan, waardoor we in staat zijn tot
verschillende gelaatsuitdrukkingen (mimiek).
• Nervus vestibulocochlearis (VIII)
o De n. vestibulocochlearis is een sensorische zenuw die bestaat uit 2 delen, het pars vestibularis
en het pars cochlearis.
o Het part vestibularis geleidt informatie van het evenwichtsorgaan in het middenoor en het pars
cochlearis geleidt geluidsinformatie vanuit het slakkenhuis van het binnenoor.
• Nervus glossopharyngeus (IX)
o De n. glossopharyngeus is een gemengde zenuw die de tong en de keel bezenuwd.
o Het sensorische gedeelte is verantwoordelijk voor de smaakzintuigen in het achterste 1/3 van de
tong en de registratie van de bloeddruk en concentratie van bloedgassen.
o Het motorische gedeelte stuur de keelspieren aan die verantwoordelijk zijn voor het slikken,
evenals bepaalde speekselklieren.
• Nervus vagus (X)
o De n. vagus is een gemengde zenuw die zowel binnen als buiten het hoofd-halsgebied actief is.
o Het sensorisch gedeelte geleidt signalen vanuit de oorschelpen, de gehoorgang, het diafragma,
smaakreceptoren in de keel, de slokdarm, de luchtwegen en de ingewanden in de buik- en
bekkenholte.
o Het motorisch gedeelte is verantwoordelijk voor een groot gedeelte van het parasympatisch
zenuwstelsel, en heeft een effect op meerdere ingewanden in de borst-, buik- en bekkenholte.
• Nervus accessorius (XI)
o De n. accessorius is een motorische zenuw die spieren aanstuurt in het gehemelte, de keelholte
(oa voor het spreken), naast spieren in de hals en schouder (m. sternocleidomastoideus en m.
trapezius).