100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting laagland vwo cursus 12

Rating
5.0
(1)
Sold
4
Pages
6
Uploaded on
11-10-2020
Written in
2020/2021

Samenvatting van laagland vwo cursus 12 'Twintigste eeuw: van '. Belangrijkste begrippen en informatie is verwerkt in deze samenvatting. Cursus wordt behandeld in 6 VWO en moet je leren voor je mondeling in 6 VWO.

Level
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Secondary school
Level
Course
School year
6

Document information

Summarized whole book?
Unknown
Uploaded on
October 11, 2020
Number of pages
6
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

Laagland cursus 12 de twintigste eeuw: van 1900 tot 1940
1870-1914 → tijdperk van de gewapende vrede. Het nationalisme en imperialisme
zorgden voor toenemende spanningen.
28 juni 1914 → aartshertog Frans Ferdinand werd vermoord, dit was de aanleiding
tot de Eerste Wereldoorlog.

De plaats van de Eerste Wereldoorlog was Vlaanderen en Noord-Frankrijk (het
Westfront). Hier was een loopgravenoorlog gaande, inclusief chemische wapens. De
oorlog was tussen de Duitsers en de geallieerden. 1918 → Duitse republiek. De
Wereldoorlog was zo heftig dat het wereldwijd voor morele ontreddering
(vernieling) zorgde.

Na de Eerste Wereldoorlog kwamen er totalitaire staten:
 Sovjet-Unie (communisme)
 Duitsland (nationaal-socialisme)
 Italië (fascisme)

De opkomst van deze totalitaire staten en antidemocratische regimes zorgden
ervoor dat de democratie en het individualisme onder druk kwamen te staan.

1917 → de Russische tsaar werd afgezet. De Bolsjewieken o.l.v. Lenin namen de
macht over. Dit was het begin van de Russische Revolutie. Toen Lenin stierf (1924)
nam Stalin het over. Rusland werd totalitair. In Italië nam Mussolini (de Duce) en
zijn fascistische beweging de macht over na de Eerste Wereldoorlog.
Het fascisme → een leider kreeg al het staatsgezag, de staat stond hoger dan het
individu. In Duitsland kreeg de nationaal-socialistische Adolf Hitler de macht. De
aanhangers van zijn beweging waren grotendeels ontevreden burgers.
Hitler was:
 Antisocialistisch
 Antidemocratisch
 Anti-individualistisch
Hij propageerde een rassenleer. De economische crisis in 1929 zorgde voor meer
werkeloosheid en dus ook voor ontevredenheid. In 1933 werd Hitler rijkskanselier. In
1934 werd hij president. Hij gebruikte geweld en propaganda. Het buitenland
reageerde nauwelijks op de ontwikkelingen in Duitsland. In Spanje brak de Spaanse
burgeroorlog uit. Dit leidde tot de ondergang van de Spaanse democratie.

Nederland bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog neutraal. 1917 → doorvoering
belangrijke grondwetswijziging. Er kwamen algemeen mannenkiesrecht (in 1919
voor vrouwen) en de gelijkstelling van openbaar en bijzonder lager onderwijs.

De industrie → ongeschoolde arbeidskrachten kregen lage lonen. Ze werden het
verlengstuk van makkelijk te bedienen machines. Er was een basis voor
massaproductie van goederen. 1929 → economische crisis. Wereldwijd was er
koopkrachtverlies en grote werkloosheid. In Nederland kwam de NSB o.l.v. Anton
Mussert op.

Spanningen en ontwikkelingen leidden uiteindelijk tot de Tweede Wereldoorlog
(1939-1945).

, Na de Eerste Wereldoorlog twijfelden mensen aan de terechtheid van hun
vertrouwen in de cultuur en vooruitgang. Deze ontgoocheling/morele ontreddering
leidde tot cultuurkritiek. Dit was angst voor de massa en het verlangen de
bedreigde individualiteit te beschermen. Er was sprake van afwijzing van de
massacultuur.

Het leven werd steeds meer beïnvloed door technologische veranderingen. Deze
veranderingen kwamen veel uit de VS. Uit de VS kwamen ook nieuwe dansvormen
en kwam er nieuwe muziek. De scheiding tussen man en vrouw werd steeds minder.
Het feminisme werd steeds krachtiger. Deze ontwikkelingen leidden tot twee
reacties:
 Positief omarmen van vernieuwingen, technologie en vooruitgang
 Pessimisme, somberheid en cultuurkritiek

Door zijn analyse van dromen kwam Sigmund Freud erachter dat het overgrote deel
van het menselijk gedrag bepaald wordt door het onbewuste: onbewuste
verlangens, driften, obsessies, impulsieve reacties en irrationele gedachten. Dit
ontstond in de oedipale fase van de ontwikkeling van baby naar volwassene. In
deze fase moet het kind afkomen van de moeder als object van lustbevrediging
(warmte, geborgenheid en voeding), impulsen en driften kunnen niet direct bevredigd
worden. Het kind leert dit door realiteit, normen en waarden van buiten
(realiteitsprincipe). Door de verdringing van impulsen en driften ontstaat het
onbewuste. Deze verdrongen verlangens uiten zich in dromen en versprekingen.

Freud beschreef ook het oedipuscomplex, het verschijnsel dat jongens de
vaderfiguur als concurrent en tegenstander zien. De moederfiguur, het eerste
lustobject, wordt echter geïdealiseerd en vereerd. De vaderfiguur is een representant
van het realiteitsprincipe.

Soms uit het onbewuste zich in gedrag. Bij neurotisch gedrag wordt het gedrag
bepaald door allesoverheersende onbewuste ambities/neigingen. Deze handelingen
hebben geen zin of logica.

Freud maakt met zijn opvattingen de ideologie van de burgerij kapot. Hij formuleerde
een nieuw mensbeeld, waarbij de mens werd geleid door driften en lusten. De
burgerij had het beeld van een rationeel mens in een geordende wereld, voor hen
was zijn theorie dus lastig te accepteren.

De levensfilosofie van Henri Bergson was een tegenpool van het exacte denken.
Hij zag intuïtie middel tot kennis: een vorm van directe ervaring die niet altijd in
begrippen te weergeven was. Bergson maakte onderscheid tussen:
 Meetbare tijd; tijd als opeenvolging van afzonderlijke momenten.
 Tijd als zuivere duur (duree); de tijd die we in onszelf ervaren, als
opeenvolging van niet van elkaar gescheiden en te scheiden momenten.
De tijd waarin momenten elkaar doordingen en als afzonderlijke momenten
opgeheven zijn, zag Bergson als de ware tijd met continuïteit als belangrijkste
kenmerk.

Volgens het neopositivisme moest filosofie net als natuurwetenschap exacte
uitspraken doen over zintuiglijk ervaarbare werkelijkheid. De filosofie moest gebruik

Reviews from verified buyers

Showing all reviews
3 year ago

5.0

1 reviews

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
rosiework Universiteit Leiden
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
242
Member since
5 year
Number of followers
194
Documents
12
Last sold
5 days ago
Samenvattingen, oefenvragen en collegeaantekeningen

Samenvattingen/oefenvragen voor leerlingen in 4, 5 en 6 VWO/atheneum en collegeaantekeningen voor psychologiestudenten. Mijn samenvattingen en oefenvragen zijn voor maatschappijwetenschappen, Geschiedenis, Frans, Big History (algemene natuurwetenschappen), Nederlands en maatschappijleer. Tips hoor ik graag.

4.1

93 reviews

5
43
4
30
3
14
2
1
1
5

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions