Hoofdstuk 15: Aquenous Equilibria: Acids
and Basis
Waterige evenwichten: zuren en basen
15.1
Volgens theorie Arrhenius
Zuren produceren waterstofionen (H+) in water
Basen leveren hydroxide ionen (OH-) op in water
HCl en H2SO4 zijn zuren
NaOH en Ba(OH)2) zijn basen
HA (aq) ↔ H+ (aq) + A- (aq) zuur
MOH (aq) ↔ M+ (aq) + OH- (aq) base
Volgens theorie BrØnsted-Lowry
Ammoniak (NH3) is een zuur, maar heeft geen OH, dus Arrhenius is niet volledig.
Zuren substantie dat een H+ doneert
Basen substantie dat een H+ accepteert
Zuur-base reactie proton overdracht reactie.
Chemische soorten waarvan de formules slechts met één proton verschillen,
noemen we geconjugeerde zuur-basen paren.
Om een molecuul of een ion een proton te laten accepteren, moet het minimaal 1
ongedeeld elektronenpaar hebben dat gebruikt kan worden om deze proton te
binden.
Arrhenius Bronsted Lowry
Zuur: Zuur:
HA (aq) ↔ H+ (aq) + A- (aq) Kan H+ afstaan/ protondonor
Base: Base:
MOH (aq) ↔ M+ (aq) + OH- Kan H+ opnemen/
(aq) protonacceptor
,
, 15.2
De meest sterke base zal de protonen krijgen en staan links in de
reactievergelijking.
Een sterk zuur is bijna volledig gedissocieerd of geïoniseerd in waterige
oplossing, dus een sterk elektrolyt. Hoog vermogen om een proton, H + te
verliezen. Vormt dan hydroniumion (H3O+).
Bij zwakke zuren is er minder de mogelijkheid om een proton te overdragen.
and Basis
Waterige evenwichten: zuren en basen
15.1
Volgens theorie Arrhenius
Zuren produceren waterstofionen (H+) in water
Basen leveren hydroxide ionen (OH-) op in water
HCl en H2SO4 zijn zuren
NaOH en Ba(OH)2) zijn basen
HA (aq) ↔ H+ (aq) + A- (aq) zuur
MOH (aq) ↔ M+ (aq) + OH- (aq) base
Volgens theorie BrØnsted-Lowry
Ammoniak (NH3) is een zuur, maar heeft geen OH, dus Arrhenius is niet volledig.
Zuren substantie dat een H+ doneert
Basen substantie dat een H+ accepteert
Zuur-base reactie proton overdracht reactie.
Chemische soorten waarvan de formules slechts met één proton verschillen,
noemen we geconjugeerde zuur-basen paren.
Om een molecuul of een ion een proton te laten accepteren, moet het minimaal 1
ongedeeld elektronenpaar hebben dat gebruikt kan worden om deze proton te
binden.
Arrhenius Bronsted Lowry
Zuur: Zuur:
HA (aq) ↔ H+ (aq) + A- (aq) Kan H+ afstaan/ protondonor
Base: Base:
MOH (aq) ↔ M+ (aq) + OH- Kan H+ opnemen/
(aq) protonacceptor
,
, 15.2
De meest sterke base zal de protonen krijgen en staan links in de
reactievergelijking.
Een sterk zuur is bijna volledig gedissocieerd of geïoniseerd in waterige
oplossing, dus een sterk elektrolyt. Hoog vermogen om een proton, H + te
verliezen. Vormt dan hydroniumion (H3O+).
Bij zwakke zuren is er minder de mogelijkheid om een proton te overdragen.