Samenvatting aanbestedingsrecht 2025
LES 1:
Doelen van het aanbestedingsrecht:
1. Gelijkheid en transparantie regelen op de markten voor overheidsaanbestedingen;
2. Mededingen (concurrentie) op de EU-markt (vermijden van vriendjespolitiek);
3. Best value for taxpayers’ money.
Beginselen = uitgangspunten waarop regels gebaseerd zijn, wetten zijn dus
uitwerkingen van beginselen. Beginselen gaan altijd voor want ze wegen zwaarder.
Grensoverschrijdend belang= wanneer het duidelijk is dat een buitenlands bedrijf
interesse heeft in een opdracht in Nederland bijvoorbeeld (Art. 1.7 AW)
Beginselen van het aanbestedingsrecht:
1. Gelijkheid (Art. 1.8 AW)
2. Non-discriminatie (Art. 1.8 AW)
3. Transparantie (Art. 1.9 AW)
4. Evenredigheid/proportionaliteit
5. Wederzijdse erkenning
6. Objectiviteit
7. Effectieve concurrentie
BEGINSELEN AANBESTEDINGSRECHT
1. Gelijkheid (Art. 1.8 AW) = gelijke gevallen onder gelijke omstandigheden mogen
niet verschillend behandeld worden.
Gelijkheid voor de procedure: bij de voorbereidingen en beoordeling van
de aankopen moeten alle ingediende offertes aan de beschreven eisen
voldoen. Er mogen geen onderhandelingen tussen de aanbestedende
dienst en inschrijvers plaats vinden.
Gelijkheid gedurende de aanbestedingsprocedure: de controle van de
juistheid van de aanbestedende dienst, criteria moet duidelijk zijn en op
dezelfde wijze uitgelegd en begrepen worden.
Gelijkheid na de aanbestedingsprocedure: er mogen geen wezenlijke
(grote) wijzigingen gemaakt worden na dat de overeenkomst is gesloten.
2. Non-discriminatie (Art. 1.8 AW)
Aanbestedende diensten mogen geen onderscheid mogen op basis van
nationaliteit, zowel direct als indirect.
3. Transparantie (Art. 1.9 AW) = openheid van zaken
, Transparantie voor procedure: voldoende toegankelijke aangekondigd,
voldoende informatie voor potentiële inschrijvers.
Transparantie tijdens procedure: criteria opdracht is begrijpelijk voor
inschrijvers en bruikbaar voor toetsing, criteria zijn duidelijk, precies en
ondubbelzinnig beschreven en er zijn geen tussentijdse wijzigingen.
Transparantie na de procedure: verduidelijking, wijziging en aanvulling
mag binnen bepaalde grenzen en het herstel van fouten is moeilijk omdat
er snel sprake is van dat de inschrijving inhoudelijk verandert.
4. Evenredigheid- en proportionaliteit
Gestelde eisen mogen niet te zwaar zijn in verhouding tot de opdracht,
geen zwaardere eisen stellen dan noodzakelijk, geen buitensporige eisen
(technisch, professioneel of financieel).
5. Wederzijdse erkenning
Toelaten goederen en diensten uit andere lidstaten voor zover
gelijkwaardig, acceptatie specificaties, controles, certificaten en
kwalificaties indien gelijkwaardig (bijvoorbeeld niet een bepaald merk eisen
of specificatie regels van eigen land eisen).
6. Objectiviteit = feiten
Aanbestedende dienst dient objectief te handelen en de procedure moet
controleerbaar zijn.
Subjectieve voorkeuren spelen geen rol en gunningscriteria moet objectief
en uniform toegepast worden.
Een slechte ervaring in het verleden is subjectief, d.m.v. (Art. 2.87 lid 1 sub
G AW). In dit artikel staat wanneer er een negatieve ervaring met een
bedrijf is en hier schadevergoeding of ontbinding plaats heeft gevonden,
mag deze uitgesloten worden bij een nieuwe inschrijving
NEDERLANDSE UITGANGSPUNTEN
Nederlandse uitgangspunten:
1. Creatie van maatschappelijke waarde (Art. 1.4 lid 2 AW)
2. Clusterverbod (Art. 1.5 lid 1 AW)
3. Percelenregeling (Art. 1.5 lid 3 AW)
4. Beperking van administratieve lasten (Art. 1.6 AW)
ALGEMENE BEGINSELEN BEHOORLIJK BESTUUR (ABBB)
LES 1:
Doelen van het aanbestedingsrecht:
1. Gelijkheid en transparantie regelen op de markten voor overheidsaanbestedingen;
2. Mededingen (concurrentie) op de EU-markt (vermijden van vriendjespolitiek);
3. Best value for taxpayers’ money.
Beginselen = uitgangspunten waarop regels gebaseerd zijn, wetten zijn dus
uitwerkingen van beginselen. Beginselen gaan altijd voor want ze wegen zwaarder.
Grensoverschrijdend belang= wanneer het duidelijk is dat een buitenlands bedrijf
interesse heeft in een opdracht in Nederland bijvoorbeeld (Art. 1.7 AW)
Beginselen van het aanbestedingsrecht:
1. Gelijkheid (Art. 1.8 AW)
2. Non-discriminatie (Art. 1.8 AW)
3. Transparantie (Art. 1.9 AW)
4. Evenredigheid/proportionaliteit
5. Wederzijdse erkenning
6. Objectiviteit
7. Effectieve concurrentie
BEGINSELEN AANBESTEDINGSRECHT
1. Gelijkheid (Art. 1.8 AW) = gelijke gevallen onder gelijke omstandigheden mogen
niet verschillend behandeld worden.
Gelijkheid voor de procedure: bij de voorbereidingen en beoordeling van
de aankopen moeten alle ingediende offertes aan de beschreven eisen
voldoen. Er mogen geen onderhandelingen tussen de aanbestedende
dienst en inschrijvers plaats vinden.
Gelijkheid gedurende de aanbestedingsprocedure: de controle van de
juistheid van de aanbestedende dienst, criteria moet duidelijk zijn en op
dezelfde wijze uitgelegd en begrepen worden.
Gelijkheid na de aanbestedingsprocedure: er mogen geen wezenlijke
(grote) wijzigingen gemaakt worden na dat de overeenkomst is gesloten.
2. Non-discriminatie (Art. 1.8 AW)
Aanbestedende diensten mogen geen onderscheid mogen op basis van
nationaliteit, zowel direct als indirect.
3. Transparantie (Art. 1.9 AW) = openheid van zaken
, Transparantie voor procedure: voldoende toegankelijke aangekondigd,
voldoende informatie voor potentiële inschrijvers.
Transparantie tijdens procedure: criteria opdracht is begrijpelijk voor
inschrijvers en bruikbaar voor toetsing, criteria zijn duidelijk, precies en
ondubbelzinnig beschreven en er zijn geen tussentijdse wijzigingen.
Transparantie na de procedure: verduidelijking, wijziging en aanvulling
mag binnen bepaalde grenzen en het herstel van fouten is moeilijk omdat
er snel sprake is van dat de inschrijving inhoudelijk verandert.
4. Evenredigheid- en proportionaliteit
Gestelde eisen mogen niet te zwaar zijn in verhouding tot de opdracht,
geen zwaardere eisen stellen dan noodzakelijk, geen buitensporige eisen
(technisch, professioneel of financieel).
5. Wederzijdse erkenning
Toelaten goederen en diensten uit andere lidstaten voor zover
gelijkwaardig, acceptatie specificaties, controles, certificaten en
kwalificaties indien gelijkwaardig (bijvoorbeeld niet een bepaald merk eisen
of specificatie regels van eigen land eisen).
6. Objectiviteit = feiten
Aanbestedende dienst dient objectief te handelen en de procedure moet
controleerbaar zijn.
Subjectieve voorkeuren spelen geen rol en gunningscriteria moet objectief
en uniform toegepast worden.
Een slechte ervaring in het verleden is subjectief, d.m.v. (Art. 2.87 lid 1 sub
G AW). In dit artikel staat wanneer er een negatieve ervaring met een
bedrijf is en hier schadevergoeding of ontbinding plaats heeft gevonden,
mag deze uitgesloten worden bij een nieuwe inschrijving
NEDERLANDSE UITGANGSPUNTEN
Nederlandse uitgangspunten:
1. Creatie van maatschappelijke waarde (Art. 1.4 lid 2 AW)
2. Clusterverbod (Art. 1.5 lid 1 AW)
3. Percelenregeling (Art. 1.5 lid 3 AW)
4. Beperking van administratieve lasten (Art. 1.6 AW)
ALGEMENE BEGINSELEN BEHOORLIJK BESTUUR (ABBB)