Schattingen/plaatsbeschrijving en bouwstijlen (deel bouwstijlen) 24-25
Neostijlen:
in alle opzichten (gevel, detaillering,. ) een namaak van de bouwstijlen uit het verleden
Historiserende bouwstijlen (vrije vorm) :
nieuwe bouwwerken in oude stijl (bv. nieuwbouw in jaren 30 stijl)
=> sommige zaken (bv. gevel en gebouwvorm) worden overgenomen, maar niet alles (verwijzen)
Woningbezitters zijn bereidt meer te betalen voor een woning in historiserende bouwstijl
-verwijzen naar stijl: gem. 5% duurder
-neostijl: gem. 14% duurder
Verklaring:
-duurder om te maken (materiaal gebruik, mate van detaillering,..)
Begrippen
Villa
= groot huis in landschappelijk omgeving of in stad met veel groen
- Romeinse villa
- villa rustica : meer op het platte land (uit stad vluchten)
- villa urbana : meer in de stad
2de helft van 19de eeuw
-villa: buiten stad
-stadsvilla: in stad rondom veel groen
Geen villa’s
Bungalow 2 verdiepen maar beperkte oppervlakte onder dak (ook in groen)
,Bel-etage woning
op 1ste verdiep wonen
Patio woning
ommuurde buitenruimten (zorgt dat er licht in woning komt)
Splitslevel
Vaak halve verdieping naar boven
-meer connectie met alle ruimtes
-meer licht in woning brengen
Nadeel: veel trappen
Mezzanine
Grote opening, kleine vloerplaat (geen volledige verdieping)
Penthouse
Bovenste verdieping met uitzicht
Studio
Bijna alle functies in één ruimte, beperkte oppervlakte
Arbeiderswoning
- 1 deur
- 1 raam beneden
- Beperkte breedte (vaak minder dan 6m)
Herenwoning
- Breder
- open getrokken
- Vaak 3 verdiepingen
- grotere rijwoningen in de stad
, Schakelwoning
- Tuin van de openbare weg verwijderd
- Kan tuin niet betreden via de tuin, moet via bijgebouw (schuur, garage,…)
Souterrain
Kelder half onder de grond
Engelse koer
- stukje buitenruimte voor souterrain
Luifel
- om te schuilen voor de regen
Atrium
- hoge binnenruimte (meestal in hotel, kantoren,…)
=> niet echt in woningbouw
Ensuite
- Moet door een kamer, om naar een andere kamer te gaan (vaak slaapkamer- badkamer, maar
moet niet)
Neostijlen:
in alle opzichten (gevel, detaillering,. ) een namaak van de bouwstijlen uit het verleden
Historiserende bouwstijlen (vrije vorm) :
nieuwe bouwwerken in oude stijl (bv. nieuwbouw in jaren 30 stijl)
=> sommige zaken (bv. gevel en gebouwvorm) worden overgenomen, maar niet alles (verwijzen)
Woningbezitters zijn bereidt meer te betalen voor een woning in historiserende bouwstijl
-verwijzen naar stijl: gem. 5% duurder
-neostijl: gem. 14% duurder
Verklaring:
-duurder om te maken (materiaal gebruik, mate van detaillering,..)
Begrippen
Villa
= groot huis in landschappelijk omgeving of in stad met veel groen
- Romeinse villa
- villa rustica : meer op het platte land (uit stad vluchten)
- villa urbana : meer in de stad
2de helft van 19de eeuw
-villa: buiten stad
-stadsvilla: in stad rondom veel groen
Geen villa’s
Bungalow 2 verdiepen maar beperkte oppervlakte onder dak (ook in groen)
,Bel-etage woning
op 1ste verdiep wonen
Patio woning
ommuurde buitenruimten (zorgt dat er licht in woning komt)
Splitslevel
Vaak halve verdieping naar boven
-meer connectie met alle ruimtes
-meer licht in woning brengen
Nadeel: veel trappen
Mezzanine
Grote opening, kleine vloerplaat (geen volledige verdieping)
Penthouse
Bovenste verdieping met uitzicht
Studio
Bijna alle functies in één ruimte, beperkte oppervlakte
Arbeiderswoning
- 1 deur
- 1 raam beneden
- Beperkte breedte (vaak minder dan 6m)
Herenwoning
- Breder
- open getrokken
- Vaak 3 verdiepingen
- grotere rijwoningen in de stad
, Schakelwoning
- Tuin van de openbare weg verwijderd
- Kan tuin niet betreden via de tuin, moet via bijgebouw (schuur, garage,…)
Souterrain
Kelder half onder de grond
Engelse koer
- stukje buitenruimte voor souterrain
Luifel
- om te schuilen voor de regen
Atrium
- hoge binnenruimte (meestal in hotel, kantoren,…)
=> niet echt in woningbouw
Ensuite
- Moet door een kamer, om naar een andere kamer te gaan (vaak slaapkamer- badkamer, maar
moet niet)