100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Leerstof Strafrechtelijk Sanctierecht

Rating
-
Sold
-
Pages
43
Uploaded on
25-06-2025
Written in
2024/2025

Samenvatting van de volledige leerstof (college-aantekeningen & literatuur) van Strafrechtelijk Sanctierecht. Ik heb hier zelf een 9 mee gehaald.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
June 25, 2025
Number of pages
43
Written in
2024/2025
Type
Summary

Subjects

Content preview

Week 1. Inleiding en Uitgangspunten
Strafrechtelijk sanctierecht
Het strafrechtelijk sanctierecht ziet op het opleggen (onder welke voorwaarden?) en
tenuitvoerleggen (wat betekent het voor de rechtspositie van gedetineerden als deze in een
gevangenis zitten?) van sancties. Dit benaderen we vanuit het positieve recht en via actuele
discussies.

Bestraffing – Nu vs. vroeger
Een van de overeenkomsten is dat generale preventie (= door bestraffing van de dader andere
weerhouden van het plegen van strafbare feiten) altijd een belangrijke rol heeft gespeeld. Wel zijn
er ook verschillen in de bestraffing tussen vroeger en nu, wat komt door:
1. Maatstaven van de desbetreffende tijd.
2. De verandering van voorwerp van de bestraffing: het leven van de dader -> de vrijheid van de
dader.
3. De beschrijving van de tenuitvoerlegging in het vonnis.
4. Spiegelend karakter van de straf.
5. Publieke karakter.

Ontwikkeling sanctiestelsel vanaf 1800
• 1764: Beccaria verzette zich tegen de willekeur en wreedheid van de strafpraktijk. Er was een
gebrek aan straftoemetingsregels, waardoor de rechter een grote mate van vrijheid had bij
het bepalen van de straf.
• 1809: Crimineel Wetboek voor het Koninkrijk Holland. Hierin was een ruime mate van straf-
toemetingsvrijheid, maar met beperkingen.
• Franse Code Pénal in Nederland van kracht. Hierin werd de straftoemetingsvrijheid van de
rechter ingeperkt: de strafsoort werd per delict bepaald.
• 1886: Wetboek van Strafrecht.
• Loop van de 19e eeuw: ontwikkelingen die voor de vormgeving van het huidige strafstelsel
bepalend zijn geweest (bijvoorbeeld lijfstraffen -> vrijheidsstraffen).

Tenuitvoerlegging vrijheidsstraf
• Voorkeur voor eenzame opsluiting (= stelsel van Pennsylvania), omdat gezamenlijke opslui-
ting zorgde voor ziektes en criminele gewoontes die werden doorgegeven. Ook zou dit bijdra-
gen aan de behoefte van orde en discipline in gevangenissen.
• In New York kwam een alternatief stelsel (= Auburn-stelsel), waarbij gedetineerden in de
nacht werden afgezonderd, maar overdag samen doorbrachten. Er was wel een zwijgplicht.
• Ierse / progressieve gevangenisstelsel: er was sprake van een puntensysteem waarin de
gedetineerden meer vrijheid kon verdienen.

1840: In Nederland ontstond discussie over een cellulair stelsel, dat als voordeel zou hebben
dat de criminele besmetting als gevolg van de tenuitvoerlegging in de gemeenschap kon
voorkomen en de veroordeelde tot zelfinkeer zou kunnen brengen.

1851: In Nederland kwam de optie dat maximaal de helft van de gevangenisstraf in eenzame
opsluiting mocht gebeuren. Uiteindelijk werden de grenzen opgerekt waardoor eenzame
opsluiting voor langere tijd mogelijk begon te worden.

Sanctiestelsel van het WvSr van 1881
1. Relatief mild: geen lijfstraffen of onterende straffen meer.
-> Nu wel ook zeer ingrijpende sancties.

,2. Overzichtelijk: slechts drie hoofdstraffen (gevangenisstraf, hechtenis en geldboete).
-> Nu minder overzichtelijk door uitbreiding aan sancties.
3. De vrijheidsstraf als centrale straf.
-> Niet meer het geval.
4. Eensporig: in de kern enkel een strafstelsel. De enige maatregel was de plaatsing in een
krankzinnigengesticht.
-> Nu tweesporig sanctiestelsel.
5. Prominente rol voor de strafrechter.
-> Nu steeds meer zaken afgedaan door het OM.

Theoretische achtergronden
In de klassieke strafrechtvaardigingstheorieën wordt getracht een rationele grondslag te
vinden voor het straffen. Het doel voor bestraffing is in het bijzonder de dader te beletten zijn
medeburger door strafbare feiten verder te benadelen en de medeburgers ervan af te schrikken
hetzelfde te doen als de dader (= preventie). Dit wordt ook wel de relatieve strafrechtstheorie
genoemd. De dominante benadering is echter de absolute strafrechtstheorie, waarbij de
grondslag van en de rechtvaardiging voor straffen wordt gezocht in het vergelden van schuld.
In de Moderne Richting kwam de nadruk juist te liggen op de gedachte dat het
noodzakelijk is de samenleving te beveiligen. De nadruk lag hierbij dus op de doelmatigheid van
de strafrechtspleging. Deze stroming benadrukte de bescherming van het collectief tegen
gevaarlijk geachte personen.

Ontwikkeling sanctiestelsel vanaf 1900
• 1905: Invoering bijzonder sanctiestelsel voor jeugdigen, waarbij niet langer vergelding cen-
traal stond, maar verbetering van het gedrag van de jeugdige door sancties met een pedago-
gisch oogmerk.
• 1915: Invoering van de voorwaardelijke veroordeling & Uitbreiding voorwaardelijke invrij-
heidsstelling.
• Introductie van de maatregel -> tweesporenstelsel.
• Strafdoelen: speciale preventie -> volksopvoeding -> het weren van maatschappelijke ri-
sico’s.
• 1953: Invoering Beginselenwet gevangeniswezen.
• De Utrechtse school, waarbij de nadruk lag op de persoon van de dader.

Straffen
De grondslag van de straf is gelegen in de vergelding van de schuld van de verdachte aan een
bepaald strafbaar gesteld feit. Uit het beginsel ‘geen straf zonder schuld’ kan worden afgeleid
dat de straf de mate van schuld niet mag overtreffen, maar de Hoge Raad is het hier – gelet op
overwegingen van beveiliging van de samenleving – niet mee eens. Wel gelden er beperkingen,
omdat straffen dus begrensd worden door vergelding.

Maatregelen
• Beveiligingsmaatregelen: beogen de samenleving te beschermen tegen een bepaald gevaar
dat een persoon of voorwerp geacht wordt te veroorzaken.
• Herstelmaatregelen: hebben een reparatoir karakter en proberen de negatieve gevolgen van
het delict op te heffen.
Voor maatregelen gelden geen begrenzingen / proportionaliteit, omdat het strekt tot het opheffen
van een maatschappelijk ongewenste situatie.

,Strafrechtelijk sanctierecht – Benaderingen
Er zijn verschillende benaderingen van het strafrechtelijk sanctierecht. 1) Theoretisch: waarom
sanctioneren we überhaupt? 2) Effectiviteit van sanctioneren: helpt het opleggen van
maatregelen om de doelen hiervan te verwezenlijken? Maar wanneer is een sanctie überhaupt
effectief? 3) Rechtshistorisch: welke sancties werken? 4) Recente ontwikkelingen.

Theoretische benadering
Een van de grondslagen van straf is vergelding (= doelbewuste leedtoevoeging; door het plegen
van een delict wordt een deuk in de rechtsorde geslagen, de staat moet deze klap terug bij hem
uitdelen). Het morele uitgangspunt is echter dat je anderen moet behandelen zoals je zelf ook
behandeld wil worden. Dit is dus tegenstrijdig, zeker omdat de staat hierdoor zelf ook de
grondnorm moet schenden. Andere auteurs zeggen juist weer dat vergelding tegemoet komt aan
de behoefte van slachtoffers, omdat ze anders zelf wraak gaan nemen. Vanuit de victimologie
kan het echter belangrijker zijn om het slachtofferschap te erkennen, in plaats van de dader sterk
af te straffen.
Een andere rechtvaardiging voor straf is de normbevestiging (= als iemand een delict
pleegt, moeten we dit als samenleving afkeuren). Hierbij heb je echter ook weer de
herstelrechtsdenkers: is er echt straf nodig voor normbevestiging?
Vanuit de speciale en generale preventie wordt geprobeerd om delicten te voorkomen.
Dit blijkt echter vaak niet te werken, dus de waarde hiervan moet niet overschat worden. Een
manier om aan speciale preventie te doen is door middel van resocialisatie (art. 2 Penitentiaire
beginselenwet).
-> Tegenwoordig zie je ook steeds meer combinaties: straffen waarbij aan het begin vergelding
centraal staat, maar dit later meer omschakelt naar herstel.

Theorieën over vergelding
Er zijn drie theorieën over vergelding. 1) Vergeldingstheorieën (absoluut): vergelding als
rechtvaardiging, maar ook als doel van straf. Hierbij gaat het om retrospectief kijken (je hebt jezelf
misdragen, dus je verdient straf). Vergelding dient hierbij niet alleen als een legitimatie van straf,
maar ook als begrenzing van de omvang en de ernst van de straf. Hierbij speelt proportionaliteit
dan ook een rol. 2) Preventietheorieën (relatief): rechtvaardiging van straffen ligt in het doel van
bestraffing, namelijk speciale/generale preventie. Je kijkt hier dus juist prospectief. Met deze
theorie moderniseerde het strafrecht, omdat nu de focus van de daad naar de dader gaat. Kritiek
op deze theorie is wel dat hieraan geen begrenzing zit, omdat straffen gerechtvaardigd is, zolang
het doel bereikt wordt. 3) Verenigingstheorieën (combinatie): straf vindt zijn rechtvaardiging in
vergelding en moet dus proportioneel zijn, maar binnen deze strafruimte kunnen speciale en
generale preventie overwegingen zijn om een speciale straftoemeting toe te passen in elk
individueel geval. In Nederland is deze theorie heersend.

Voorwaarden strafbaarheid
Als belangrijkste voorwaarde geldt: Geen straf zonder schuld (‘verwijtbaarheid’). Hieruit volgt wel
dat ook al heb je maar een beetje schuld, er alsnog gestraft mag worden. In principe geldt het
beginsel ‘straf naar de mate van schuld’ ook niet in ons strafrechtstelsel. De behoefte om
zwaardere straffen op te leggen om de samenleving te beschermen is echter veel minder dan
vroeger, omdat we nu ook een hoop maatregelen hebben naast de straffen.

HR Melk en Water: Bij afwezigheid van alle schuld (AVAS) dient een verdachte niet te worden
veroordeeld. AVAS is een buitenwettelijke schulduitsluitingsgrond. Niets dwingt ertoe dat bij
gebleken afwezigheid van alle schuld alsnog strafbaarheid zou moeten worden aangenomen.

, HR Zwarte Ruiter: De rechter kan beslissen om ontoerekeningsvatbaarheid van de dader toch
niet mee te laten wegen, aangezien de dader een gevaar is voor de maatschappij. ‘Straf naar mate
van schuld’ wordt in ons strafrecht niet als beginsel gehuldigd indien deze schuld uitsluitend
wordt gekoppeld aan de toerekeningsvatbaarheid; de ernst van het feit moet erbij betrokken
worden.

HR Antilliaanse Amokmaker: Het staat een rechtsprekende instantie vrij om bij het bepalen van
de op te leggen straf niet uitsluitend op de schuld van de verdachte te letten. De stelling dat geen
straf mag worden opgelegd die zwaarder is dan de schuld gaat niet op. ‘Straf slechts naar de mate
van schuld’ maakt geen onderdeel uit van ons strafrecht.

HR 4 december 2007: Een ‘te hoge’ straf in verhouding tot de schuld, is toegestaan in dit geval.
De verdachte vormde een gevaar voor de samenleving, mede gezien zijn onbehandelbare
ernstige persoonlijkheidsstoornis en psychopathie. Hij had geen baat gehad bij langdurige tbs-
behandeling en weigerde mee te werken aan verdere behandeling. De Hoge Raad zag dus geen
aanleiding voor vermindering van de straf.

Tweesporenstelsel
Dit stelsel houdt in dat we zowel straffen als maatregelen hebben. Een maatregel strekt heel
breed tot het opheffen van een maatschappelijk ongewenste situatie. Proportionaliteit speelt
hierbij dus geen rol. Ook voor een relatief onbelangrijk delict kun je jarenlang tbs krijgen, want de
grondslag is niet van belang. Voor straffen gelden echter wel beperkingen, omdat deze
gebaseerd zijn op vergelding en normatief begrensd worden door de wet. Hiervoor is echt schuld
vereist.
-> Dus: sancties die geen grondslag hebben in vergelding, worden ook niet begrensd door
proportionaliteit met de ernst van het delict.

Beweging naar een ‘risicostrafrecht’
De vormgeving van strafrecht en sancties laat zich steeds meer leiden door een
maatschappelijke en politieke behoefte tot schadebeperking. De nadruk wordt bijvoorbeeld
steeds meer gelegd op risicotaxatie-instrumenten, op basis waarvan rechters een beslissing
nemen. Ook is er een toenemend arsenaal aan beveiligingsmaatregelen. Verder ligt de nadruk
steeds meer op preventie in plaats van vergelding; oftewel de grondslag verschuift van schuld
naar gevaar. De vraag is dan: hoe begrenzen we die maatregelen als hierbij geen proportionaliteit
geldt? Is er dan nog wel sprake van een onschuldpresumptie of moeten we dan een
gevaarpresumptie in het leven roepen?

Normering van het risicostrafrecht: Over retributie en het “Quarantaine-model” – S. Ligthart
& J. Waal (2022)
1. Inleiding
In deze bijdrage wordt de kritiek op het risicostrafrecht genuanceerd. Vaak wordt gesteld dat dit
strafrecht gevaarlijk is omdat het niet wordt begrensd door schuld en vergelding, zoals in het
retributieve model. De auteurs betogen echter dat deze retributivistische begrenzingen in de
praktijk weinig houvast bieden. Aan de hand van Caruso’s epistemisch argument – dat we schuld
nooit echt met zekerheid kunnen vaststellen – en het Public Health-Quarantine-Model pleiten zij
voor een alternatieve benadering. Dit model richt zich op risicobeheersing in plaats van
vergelding en biedt nieuwe aanknopingspunten voor een zorgvuldige normering van het
strafrecht in een risicosamenleving.
$8.48
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
nmk Tilburg University
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
37
Member since
1 year
Number of followers
0
Documents
16
Last sold
1 week ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions