Blok 4 – week 5 – casus 10 – samenvatting
Historie ethiek vaccinaties
Historische invloeden op vaccineren/vaccinatieprogramma’s
- Vaccinatieplicht pokken: indirecte vaccinatieplicht verzet vanuit de
bevolking vanwege angst voor de bijwerkingen en religieuze bezwaren
- Wettelijk geregelde drang: ouders waren verplicht een vaccinatiebewijs
te tonen op verzoek van politie, met boetes of een korte gevangenisstraf
als mogelijke consequenties
- Rond 1960 ontstond het vaccinatieprogramma van Rijkswege, later
bekend als het Rijksvaccinatieprogramma
- Polio-uitbraken: binnen gereformeerde gemeenschappen vond vaak
verzetting tegen deelname aan het nationale vaccinatieprogramma,
vanwege morele en religieuze bezwaren wat leidde tot meerdere polio-
uitbraken
o Veel gereformeerden geloofden dat het accepteren van ziekte als
onderdeel van Gods plan een uiting was van vertrouwen in Zijn
voorzienigheid, en dat preventieve maatregelen zoals vaccinatie
hiermee in strijd waren.
Worsteling voor artsen in gereformeerde gemeenschappen:
overtuigd van de effectiviteit van vaccins, maar onacceptabel om
weigeraars te dwingen
, Dwang en drang
Afwegingskader vaccinaties
1. Ernst en omvang van de ziekte: de infectieziekte moet leiden tot
aanzienlijke ziektelast voor individuen en/of een brede groep mensen
2. Doel van de vaccinatie: er wordt een specifiek doel voor de vaccinatie
gedefinieerd, zoals het verminderen van de ziektelast, het uitbannen van
de ziekte, groepsbescherming of bescherming van risicogroepen
3. Effectiviteit van de vaccinatie: het vaccin moet effectief zijn in het
voorkomen van ziekte of het verminderen van symptomen
4. Veiligheid van de vaccinatie: eventuele bijwerkingen mogen geen
belangrijke afbreuk doen aan de gezondheidswinst
5. Aanvaardbaarheid van de vaccinatie: de lasten voor individuen en de
samenleving moeten in een redelijke verhouding staan tot de
gezondheidswinst
- Additionele overwegingen: kosteneffectiviteit,
uitvoeringsoverwegingen, afname van draagvlak, vaccinatie buiten RVP
om, vaccinatie-aanbod in het buitenland
Waarden en normen bij het vaccinatiebeleid
- Centraal staat de vraag: wat is het goede om te doen?
- In de publieke gezondheidszorg gaat het in de kern om de afweging
tussen de waarde van respect voor individuele vrijheden (vrijheid
van godsdienst en levensovertuiging, zelfbeschikking en
lichamelijke integriteit, opvoedingsvrijheid) van burgers enerzijds
en de waarde van het beschermen en bevorderen van de
volksgezondheid voor groepen anderzijds
- Bij vaccinaties komen deze waarden duidelijk naar voren
o Voorkomen verspreiding van besmettelijke ziektes onder grote
groepen van de bevolking en streven naar een zekere
groepsimmuniteit (hoge vaccinatiegraad)
o Voorkomen van het krijgen van een besmettelijke ziekte die grote
gevolgen kan hebben bij een individu (op korte én soms ook lange
termijn)
- Groepsimmuniteit ontstaat als veel mensen in de omgeving
gevaccineerd zijn en biedt bescherming aan hen die niet gevaccineerd zijn
o Groepsimmuniteit heeft ook tot gevolg dat de
gezondheidsverschillen in de samenleving verminderen
(rechtvaardigheid)
- Solidariteit: vanwege het belang van groepsimmuniteit wordt op iedereen
een moreel beroep gedaan om mee te doen aan vaccinatie
Afwegingskader gericht op mate van ingrijpen op keuzevrijheid van
individuen
- De overheid mag maatregelen treffen die kunnen ingrijpen op individuele
rechten en belangen van mensen (bijv. gedwongen quarantaine,
meldingsplicht en testen)
o De Wet Publieke Gezondheid is hiervoor het juridische kader
Historie ethiek vaccinaties
Historische invloeden op vaccineren/vaccinatieprogramma’s
- Vaccinatieplicht pokken: indirecte vaccinatieplicht verzet vanuit de
bevolking vanwege angst voor de bijwerkingen en religieuze bezwaren
- Wettelijk geregelde drang: ouders waren verplicht een vaccinatiebewijs
te tonen op verzoek van politie, met boetes of een korte gevangenisstraf
als mogelijke consequenties
- Rond 1960 ontstond het vaccinatieprogramma van Rijkswege, later
bekend als het Rijksvaccinatieprogramma
- Polio-uitbraken: binnen gereformeerde gemeenschappen vond vaak
verzetting tegen deelname aan het nationale vaccinatieprogramma,
vanwege morele en religieuze bezwaren wat leidde tot meerdere polio-
uitbraken
o Veel gereformeerden geloofden dat het accepteren van ziekte als
onderdeel van Gods plan een uiting was van vertrouwen in Zijn
voorzienigheid, en dat preventieve maatregelen zoals vaccinatie
hiermee in strijd waren.
Worsteling voor artsen in gereformeerde gemeenschappen:
overtuigd van de effectiviteit van vaccins, maar onacceptabel om
weigeraars te dwingen
, Dwang en drang
Afwegingskader vaccinaties
1. Ernst en omvang van de ziekte: de infectieziekte moet leiden tot
aanzienlijke ziektelast voor individuen en/of een brede groep mensen
2. Doel van de vaccinatie: er wordt een specifiek doel voor de vaccinatie
gedefinieerd, zoals het verminderen van de ziektelast, het uitbannen van
de ziekte, groepsbescherming of bescherming van risicogroepen
3. Effectiviteit van de vaccinatie: het vaccin moet effectief zijn in het
voorkomen van ziekte of het verminderen van symptomen
4. Veiligheid van de vaccinatie: eventuele bijwerkingen mogen geen
belangrijke afbreuk doen aan de gezondheidswinst
5. Aanvaardbaarheid van de vaccinatie: de lasten voor individuen en de
samenleving moeten in een redelijke verhouding staan tot de
gezondheidswinst
- Additionele overwegingen: kosteneffectiviteit,
uitvoeringsoverwegingen, afname van draagvlak, vaccinatie buiten RVP
om, vaccinatie-aanbod in het buitenland
Waarden en normen bij het vaccinatiebeleid
- Centraal staat de vraag: wat is het goede om te doen?
- In de publieke gezondheidszorg gaat het in de kern om de afweging
tussen de waarde van respect voor individuele vrijheden (vrijheid
van godsdienst en levensovertuiging, zelfbeschikking en
lichamelijke integriteit, opvoedingsvrijheid) van burgers enerzijds
en de waarde van het beschermen en bevorderen van de
volksgezondheid voor groepen anderzijds
- Bij vaccinaties komen deze waarden duidelijk naar voren
o Voorkomen verspreiding van besmettelijke ziektes onder grote
groepen van de bevolking en streven naar een zekere
groepsimmuniteit (hoge vaccinatiegraad)
o Voorkomen van het krijgen van een besmettelijke ziekte die grote
gevolgen kan hebben bij een individu (op korte én soms ook lange
termijn)
- Groepsimmuniteit ontstaat als veel mensen in de omgeving
gevaccineerd zijn en biedt bescherming aan hen die niet gevaccineerd zijn
o Groepsimmuniteit heeft ook tot gevolg dat de
gezondheidsverschillen in de samenleving verminderen
(rechtvaardigheid)
- Solidariteit: vanwege het belang van groepsimmuniteit wordt op iedereen
een moreel beroep gedaan om mee te doen aan vaccinatie
Afwegingskader gericht op mate van ingrijpen op keuzevrijheid van
individuen
- De overheid mag maatregelen treffen die kunnen ingrijpen op individuele
rechten en belangen van mensen (bijv. gedwongen quarantaine,
meldingsplicht en testen)
o De Wet Publieke Gezondheid is hiervoor het juridische kader