Gedragskennis
Leerdoelen
Les 1
Je weet wat de begrippen nature en nurture inhouden en wat dit
betekent voor de verklaring van je eigen gedrag en het gedrag
van mw. Bakker?
Nature: aangeboren
Nurture: aangeleerd door milieu
Je weet waar vanuit psychologische invalshoek naar gekeken
wordt om gedrag van een zorgvrager te verklaren en wat hierbij
de aandachtsgebieden zijn.
Biologische psychologie: Focus op de biologische basis van gedrag
en mentale processen, zoals hersenfunctie, neurotransmitters en
genetica.
Cognitieve psychologie: Focus op mentale processen zoals denken,
geheugen, taal en waarneming.
Emotionele psychologie: Focus op emoties, gevoelens en hun
invloed op gedrag.
Sociale psychologie: Focus op de invloed van sociale interactie en
groepen op het individu.
Ontwikkelingspsychologie: Focus op de ontwikkeling van gedrag en
mentale processen doorheen de levensloop.
Persoonlijkheidspsychologie: Focus op de unieke karaktertrekken en
consistenties in iemands gedrag.
Abnormale psychologie: Focus op afwijkend gedrag en psychische
stoornissen.
Je weet welke stromingen er zijn in de psychologie. Je kunt de kern
benoemen van deze stromingen en daarmee ook de verschillen.
De psychoanalyse: richt zich op het onbewuste, vroege jeugdervaringen
en innerlijke conflicten als drijfveren van gedrag.
Het behaviorisme: alles is aangeleerd! nurture
Humanistische psychologie: Benadrukt persoonlijke groei, vrije wil en
zelfactualisatie.
Cognitieve psychologie: focus op mentale processen.
Systeemtheorie: Systeemtheorie is een wetenschappelijke benadering
die stelt dat alles bestaat uit systemen geordende gehelen die bestaan uit
onderlinge verbanden en interacties. In plaats van alleen te kijken naar
losse onderdelen, kijkt systeemtheorie naar hoe die onderdelen
samenwerken binnen een groter geheel.
Biologische psychologie: Richt zich op de invloed van biologische
processen, zoals genetica, hormonen en hersenactiviteit, op gedrag en
mentale processen.
, Je weet wat het belang is van psychologische kennis voor
verpleegkundigen
- Gedrag patiënt begrijpen;
- Gedrag van jezelf begrijpen, je eigen automatische processen
- Stress en ziekte beleving: Ziekte en dood zijn ultieme stress factoren
- Coping stijl
- Ziekte verloop
- Helpt professionele houding te ontwikkelen
- Gezondheid bevorderend gedrag
- Ziekte en behandeling geven niet alleen lichamelijke klachten maar
ook geestelijke klachten. Daarnaast vele sociale gevolgen.
Les 2
Je weet wat de kern van de gedragstherapeutische benadering
(behaviorisme) is.
Behaviorisme = gaat helemaal uit van nurture, dus alles is aangeleerd.
Het kan ook zijn dat gedrag verkeerd is aangeleerd of helemaal niet is
aangeleerd. Mentale ziektes zijn bijvoorbeeld aangeleerd en dat kan ook
worden afgeleerd. Dit kan door therapie bijvoorbeeld worden aangeleerd.
Of door bepaalde opdrachten. Als je geboren wordt ben je een “tabula
rasa”.
Je kan het gedrag van jezelf en van zorgvragers (mw. Bakker)
verklaren vanuit de klassieke conditionering en weet hierbij
voorbeelden te benoemen.
Klassieke conditionering : Klassieke conditionering is een leerproces
waarbij een neutrale stimulus wordt gekoppeld aan een stimulus die een
automatische reactie oproept.
Associatief leren: bijvoorbeeld herinneringen bij geuren. Je associeert een
herinnering bij een geur.
Extinctie en generalisatie; gedrag kan uitdoven. Associatie kan
generaliseren. Bijvoorbeeld dat als je bang bent voor een witte rat je dat
ook wordt voor een wit konijn.
Leerdoelen
Les 1
Je weet wat de begrippen nature en nurture inhouden en wat dit
betekent voor de verklaring van je eigen gedrag en het gedrag
van mw. Bakker?
Nature: aangeboren
Nurture: aangeleerd door milieu
Je weet waar vanuit psychologische invalshoek naar gekeken
wordt om gedrag van een zorgvrager te verklaren en wat hierbij
de aandachtsgebieden zijn.
Biologische psychologie: Focus op de biologische basis van gedrag
en mentale processen, zoals hersenfunctie, neurotransmitters en
genetica.
Cognitieve psychologie: Focus op mentale processen zoals denken,
geheugen, taal en waarneming.
Emotionele psychologie: Focus op emoties, gevoelens en hun
invloed op gedrag.
Sociale psychologie: Focus op de invloed van sociale interactie en
groepen op het individu.
Ontwikkelingspsychologie: Focus op de ontwikkeling van gedrag en
mentale processen doorheen de levensloop.
Persoonlijkheidspsychologie: Focus op de unieke karaktertrekken en
consistenties in iemands gedrag.
Abnormale psychologie: Focus op afwijkend gedrag en psychische
stoornissen.
Je weet welke stromingen er zijn in de psychologie. Je kunt de kern
benoemen van deze stromingen en daarmee ook de verschillen.
De psychoanalyse: richt zich op het onbewuste, vroege jeugdervaringen
en innerlijke conflicten als drijfveren van gedrag.
Het behaviorisme: alles is aangeleerd! nurture
Humanistische psychologie: Benadrukt persoonlijke groei, vrije wil en
zelfactualisatie.
Cognitieve psychologie: focus op mentale processen.
Systeemtheorie: Systeemtheorie is een wetenschappelijke benadering
die stelt dat alles bestaat uit systemen geordende gehelen die bestaan uit
onderlinge verbanden en interacties. In plaats van alleen te kijken naar
losse onderdelen, kijkt systeemtheorie naar hoe die onderdelen
samenwerken binnen een groter geheel.
Biologische psychologie: Richt zich op de invloed van biologische
processen, zoals genetica, hormonen en hersenactiviteit, op gedrag en
mentale processen.
, Je weet wat het belang is van psychologische kennis voor
verpleegkundigen
- Gedrag patiënt begrijpen;
- Gedrag van jezelf begrijpen, je eigen automatische processen
- Stress en ziekte beleving: Ziekte en dood zijn ultieme stress factoren
- Coping stijl
- Ziekte verloop
- Helpt professionele houding te ontwikkelen
- Gezondheid bevorderend gedrag
- Ziekte en behandeling geven niet alleen lichamelijke klachten maar
ook geestelijke klachten. Daarnaast vele sociale gevolgen.
Les 2
Je weet wat de kern van de gedragstherapeutische benadering
(behaviorisme) is.
Behaviorisme = gaat helemaal uit van nurture, dus alles is aangeleerd.
Het kan ook zijn dat gedrag verkeerd is aangeleerd of helemaal niet is
aangeleerd. Mentale ziektes zijn bijvoorbeeld aangeleerd en dat kan ook
worden afgeleerd. Dit kan door therapie bijvoorbeeld worden aangeleerd.
Of door bepaalde opdrachten. Als je geboren wordt ben je een “tabula
rasa”.
Je kan het gedrag van jezelf en van zorgvragers (mw. Bakker)
verklaren vanuit de klassieke conditionering en weet hierbij
voorbeelden te benoemen.
Klassieke conditionering : Klassieke conditionering is een leerproces
waarbij een neutrale stimulus wordt gekoppeld aan een stimulus die een
automatische reactie oproept.
Associatief leren: bijvoorbeeld herinneringen bij geuren. Je associeert een
herinnering bij een geur.
Extinctie en generalisatie; gedrag kan uitdoven. Associatie kan
generaliseren. Bijvoorbeeld dat als je bang bent voor een witte rat je dat
ook wordt voor een wit konijn.