Week 1
Recht = rechtsregels, rechtssysteem
Moraal = wat je ziet als goed en kwaad
Recht Moraal
- handhaafbaar - per persoon / groep verschillend
- formeel vastgelegd > kenbaar - subjectief / motief
- sociale controle
Smal recht moraal = beperkt zich tot regels die nodig/noodzakelijk zijn om vreedzaam
samen te kunnen leven
Breed rechts moraal = strekt zich over het gehele menselijke leven bijv bepaalde
kledingvoorschriften
Perfectionistisch = de mens richt zich naar ideaal zijn, er wordt dus gestreefd naar
bepaalde volmaaktheid.
Paternalisme = een morele overtuiging voor je eigen bestwil, die iemand anders aan je
oplegt. bijvoorbeeld: je moet geen drugs gebruiken want dat is slecht voor je gezondheid
Moralisme = bepaalde morele regels worden aan je opgelegd - dit doe jezelf of de
overheid - in de zin van dit is een goede manier van leven
Negatieve vrijheid = belemmeringen mogen er niet zijn → de overheid moet juist iets niet
doen want dan zou je juist wat opleggen
Positieve vrijheid = belemmerd zijn in je vrijheid doordat je bepaalde voorzieningen niet
hebt, dus door dingen die er niet zijn bijv gezondheidszorg of onderwijs → overheid moet
wat regelen
Wezensvrijheid = de vrijheid om tot volle ontplooiing van je wezensaard te komen,
ongehinderd door innerlijke belemmeringen.
,Natuurrechtelijk Rechtspositivisme
- formeel juiste procedure
- bevoegde instantie
recht is gemaakt en dat is geldig en dus is er ook geen
onrecht
rechtspositivisme houdt in dat recht geldig is wanneer het
wordt uitgevaardigd door iemand wie daar bevoegd voor
is
- moraal / rechtvaardigheid Normatief: Beschrijvend:
(zij zien een morele gehoorzaamheidsplicht, wil een nette beschrijving
maatstaf in de natuur of in rechtszekerheid is het geven van het recht en wil
de menselijke aard) allerbelangrijkst ook als het het moraal daar buiten
- inhoudelijk in orde immoreel is houden.
- formeel juiste procedure + (geen
bevoegde instantie gehoorzaamheidsplicht
want dan zou je een
normatief
Recht moet inhoudelijk moreel oordeel geven)
rechtspositivisme houdt in
kloppen, dus ook aan het
dat er een
moraal voldoen. en het Beschrijvend
gehoorzaamheidsplicht is, rechtspositivisme koppelt
recht moet op de juiste
want recht is recht. Zij recht en moraal los van
wijze tot stand zijn
vinden rechtszekerheid het elkaar. Het gaat hierbij niet
gekomen en door de juiste
instanties allerbelangrijkste, ook als om een plicht, maar enkel
het immoreel is. om een beschrijving.
Beschrijvend
rechtspositivisme beschrijft
alleen wat het recht is; er
wordt niets gezegd over
een eventuele opvolging
van het recht.
beschrijvend
rechtspositivisme gaan
voor een nette beschrijving
van het recht en wilt het
moreel daar buiten houden.
en zij vinden dat als je een
gehoorzaamheidsplicht in
steld dat je toch morele
waarde toevoegt.
, Radbruch
Radbruch is door de Tweede Wereldoorlog anders gaan denken en is daarom veranderd
van stroming. Daarom is er een Radbruch I (voor de WOII) en een Radbruch II (na de WOII).
Radbruch I = normatief rechtspositivist
Radbruch II = natuurrecht
Rechtszekerheid = recht moet zeker zijn en niet elke dag verschillen
Rechtvaardigheid = gelijke behandeling van gelijke
Doelmatigheid = wat is nuttig voor het volk / het algemeen welzijn
1. Rechtszekerheid
2. Rechtvaardigheid
3. Doelmatigheid
Echter is er ook de Radbruch formule waardoor de rangorde kan veranderen. Zo komt
volgens Radbruch rechtvaardigheid boven rechtszekerheid wanneer rechtvaardigheid
ondraaglijk geschonden wordt
Kelsen
beschrijvend rechtspositivisme
Grundnorm = wat geldig is als norm is alles wat de makers van de eerste grondwet als hun
wil hebben geopenbaard - dit is de grondveronderstelling van alle kennis van het
rechtssysteem dat op deze grondwet is gebaseerd.
→ De grundnorm is een aanname/hypothese en is dus op zichzelf geen geldig recht
De grundnorm kan veranderen door bijvoorbeeld een revolutie (of een andere
machtsovername) en dan is er een nieuw systeem dus ook een nieuw begin.
→ Echter moet het wel corresponderen met het gedrag van het volk, het volk moet de
nieuwe wetten dus ook echt overnemen en aanhouden. Het moet dus gehandhaafd worden
en effectief zijn.
Recht = rechtsregels, rechtssysteem
Moraal = wat je ziet als goed en kwaad
Recht Moraal
- handhaafbaar - per persoon / groep verschillend
- formeel vastgelegd > kenbaar - subjectief / motief
- sociale controle
Smal recht moraal = beperkt zich tot regels die nodig/noodzakelijk zijn om vreedzaam
samen te kunnen leven
Breed rechts moraal = strekt zich over het gehele menselijke leven bijv bepaalde
kledingvoorschriften
Perfectionistisch = de mens richt zich naar ideaal zijn, er wordt dus gestreefd naar
bepaalde volmaaktheid.
Paternalisme = een morele overtuiging voor je eigen bestwil, die iemand anders aan je
oplegt. bijvoorbeeld: je moet geen drugs gebruiken want dat is slecht voor je gezondheid
Moralisme = bepaalde morele regels worden aan je opgelegd - dit doe jezelf of de
overheid - in de zin van dit is een goede manier van leven
Negatieve vrijheid = belemmeringen mogen er niet zijn → de overheid moet juist iets niet
doen want dan zou je juist wat opleggen
Positieve vrijheid = belemmerd zijn in je vrijheid doordat je bepaalde voorzieningen niet
hebt, dus door dingen die er niet zijn bijv gezondheidszorg of onderwijs → overheid moet
wat regelen
Wezensvrijheid = de vrijheid om tot volle ontplooiing van je wezensaard te komen,
ongehinderd door innerlijke belemmeringen.
,Natuurrechtelijk Rechtspositivisme
- formeel juiste procedure
- bevoegde instantie
recht is gemaakt en dat is geldig en dus is er ook geen
onrecht
rechtspositivisme houdt in dat recht geldig is wanneer het
wordt uitgevaardigd door iemand wie daar bevoegd voor
is
- moraal / rechtvaardigheid Normatief: Beschrijvend:
(zij zien een morele gehoorzaamheidsplicht, wil een nette beschrijving
maatstaf in de natuur of in rechtszekerheid is het geven van het recht en wil
de menselijke aard) allerbelangrijkst ook als het het moraal daar buiten
- inhoudelijk in orde immoreel is houden.
- formeel juiste procedure + (geen
bevoegde instantie gehoorzaamheidsplicht
want dan zou je een
normatief
Recht moet inhoudelijk moreel oordeel geven)
rechtspositivisme houdt in
kloppen, dus ook aan het
dat er een
moraal voldoen. en het Beschrijvend
gehoorzaamheidsplicht is, rechtspositivisme koppelt
recht moet op de juiste
want recht is recht. Zij recht en moraal los van
wijze tot stand zijn
vinden rechtszekerheid het elkaar. Het gaat hierbij niet
gekomen en door de juiste
instanties allerbelangrijkste, ook als om een plicht, maar enkel
het immoreel is. om een beschrijving.
Beschrijvend
rechtspositivisme beschrijft
alleen wat het recht is; er
wordt niets gezegd over
een eventuele opvolging
van het recht.
beschrijvend
rechtspositivisme gaan
voor een nette beschrijving
van het recht en wilt het
moreel daar buiten houden.
en zij vinden dat als je een
gehoorzaamheidsplicht in
steld dat je toch morele
waarde toevoegt.
, Radbruch
Radbruch is door de Tweede Wereldoorlog anders gaan denken en is daarom veranderd
van stroming. Daarom is er een Radbruch I (voor de WOII) en een Radbruch II (na de WOII).
Radbruch I = normatief rechtspositivist
Radbruch II = natuurrecht
Rechtszekerheid = recht moet zeker zijn en niet elke dag verschillen
Rechtvaardigheid = gelijke behandeling van gelijke
Doelmatigheid = wat is nuttig voor het volk / het algemeen welzijn
1. Rechtszekerheid
2. Rechtvaardigheid
3. Doelmatigheid
Echter is er ook de Radbruch formule waardoor de rangorde kan veranderen. Zo komt
volgens Radbruch rechtvaardigheid boven rechtszekerheid wanneer rechtvaardigheid
ondraaglijk geschonden wordt
Kelsen
beschrijvend rechtspositivisme
Grundnorm = wat geldig is als norm is alles wat de makers van de eerste grondwet als hun
wil hebben geopenbaard - dit is de grondveronderstelling van alle kennis van het
rechtssysteem dat op deze grondwet is gebaseerd.
→ De grundnorm is een aanname/hypothese en is dus op zichzelf geen geldig recht
De grundnorm kan veranderen door bijvoorbeeld een revolutie (of een andere
machtsovername) en dan is er een nieuw systeem dus ook een nieuw begin.
→ Echter moet het wel corresponderen met het gedrag van het volk, het volk moet de
nieuwe wetten dus ook echt overnemen en aanhouden. Het moet dus gehandhaafd worden
en effectief zijn.