FMH Ouderen
- Verwijzing
o Verdenking balansproblemen
- Beslismoment 1
o Voorbereiding anamnese
o Verhoogd valrisico
Verminderde spierkracht
Verminderde balans
o Afwijkend gezondheidsparameters
Verhoogd bloeddruk
BMI
Afwijkende hartslag
Vetpercentage
- Anamnese
o Kop opening gesprek, ijs breken, uitleg gesprek, situatie in kaart brengen,
is patiënt bekend bij fysiotherapie
o Romp wat is er voorgevallen, wanneer, ADL mogelijk of niet, medicijnen,
doelstelling patiënt, welke maatregel heeft de patiënt al genomen, thuissituatie
(man/vrouw, kinderen, huisdieren, appartement, huis, veel/weinig trappen)
o Staart samenvatten, uitleg verder onderzoek
- Beslismoment 2
o Hypothese opstellen
Verhoogd valrisico
Balansproblemen
Gevaar op gezondheidsproblemen
- Inspectie (kleding en schoenen uitdoen)
o In stand hoe staan ze, hoofdstand, spier aanspanning (dikke buik),
verhouding waist to hip, lichaamsvormen, antalgische houding, anatomische
houding,
o In gang op en neer laten lopen, balanshouding
o Functionele ADL oefeningen, traplopen, bukken, op een been staan
o Hypothese ontkrachten/bevestigen
- Onderzoek
o Bloeddrukmeting
3x herhalen
Systolisch: bovendruk (wanneer het hart samenknijpt, grote druk want
hart pompt het bloed rond) tussen de 120 en 140 mmHg is normaal
Diastolisch: onderdruk (wanneer het hart ontspant, lage druk want hart
loopt vol met bloed) tussen de 80 en 90 mmHg is normaal
Verhoogd: als je bovendruk hoger is dan 140 mmHg en/of als je
onderdruk hoger is dan 90 mmHg
o Hartfrequentiemeting
3x herhalen
Het aantal slagen per minuut, 60-80 slagen per minuut is normaal
Hartfrequentie maximaal is naar schatting 220 – leeftijd
Met 2 vingers (wijsvinger en ringvinger) hartslag voelen, in de nek of
radiale kant van de pols(onder de duim)
, o Huidplooien en vetpercentages
4 plekken die je 3x achter elkaar gemeten wordt, de 3 waardes geven
een gemiddelde. Alle 4 de gemiddeldes worden bij elkaar opgeteld en
dat geeft een mm-waarde aan die je in de tabel aan de hand van
geslacht en leeftijd afleest.
Je pak de huidplooi met je linkerhand en neemt
de plooi tussen wijsvinger en duim, de
huidplooimeter wordt met een van 45 graden op
de huid gezet en de mm afgelezen.
Er wordt altijd aan de linkerkant van de patiënt
gemeten om het universeel te houden
Let op dat je echt alleen de huid pakt en niet de
onderliggende spierlaag
- Verwijzing
o Verdenking balansproblemen
- Beslismoment 1
o Voorbereiding anamnese
o Verhoogd valrisico
Verminderde spierkracht
Verminderde balans
o Afwijkend gezondheidsparameters
Verhoogd bloeddruk
BMI
Afwijkende hartslag
Vetpercentage
- Anamnese
o Kop opening gesprek, ijs breken, uitleg gesprek, situatie in kaart brengen,
is patiënt bekend bij fysiotherapie
o Romp wat is er voorgevallen, wanneer, ADL mogelijk of niet, medicijnen,
doelstelling patiënt, welke maatregel heeft de patiënt al genomen, thuissituatie
(man/vrouw, kinderen, huisdieren, appartement, huis, veel/weinig trappen)
o Staart samenvatten, uitleg verder onderzoek
- Beslismoment 2
o Hypothese opstellen
Verhoogd valrisico
Balansproblemen
Gevaar op gezondheidsproblemen
- Inspectie (kleding en schoenen uitdoen)
o In stand hoe staan ze, hoofdstand, spier aanspanning (dikke buik),
verhouding waist to hip, lichaamsvormen, antalgische houding, anatomische
houding,
o In gang op en neer laten lopen, balanshouding
o Functionele ADL oefeningen, traplopen, bukken, op een been staan
o Hypothese ontkrachten/bevestigen
- Onderzoek
o Bloeddrukmeting
3x herhalen
Systolisch: bovendruk (wanneer het hart samenknijpt, grote druk want
hart pompt het bloed rond) tussen de 120 en 140 mmHg is normaal
Diastolisch: onderdruk (wanneer het hart ontspant, lage druk want hart
loopt vol met bloed) tussen de 80 en 90 mmHg is normaal
Verhoogd: als je bovendruk hoger is dan 140 mmHg en/of als je
onderdruk hoger is dan 90 mmHg
o Hartfrequentiemeting
3x herhalen
Het aantal slagen per minuut, 60-80 slagen per minuut is normaal
Hartfrequentie maximaal is naar schatting 220 – leeftijd
Met 2 vingers (wijsvinger en ringvinger) hartslag voelen, in de nek of
radiale kant van de pols(onder de duim)
, o Huidplooien en vetpercentages
4 plekken die je 3x achter elkaar gemeten wordt, de 3 waardes geven
een gemiddelde. Alle 4 de gemiddeldes worden bij elkaar opgeteld en
dat geeft een mm-waarde aan die je in de tabel aan de hand van
geslacht en leeftijd afleest.
Je pak de huidplooi met je linkerhand en neemt
de plooi tussen wijsvinger en duim, de
huidplooimeter wordt met een van 45 graden op
de huid gezet en de mm afgelezen.
Er wordt altijd aan de linkerkant van de patiënt
gemeten om het universeel te houden
Let op dat je echt alleen de huid pakt en niet de
onderliggende spierlaag