Administratieve organisatie
1. Ondernemingen en hun belang voor de overheid, management en innoveren
Ondernemingen zorgen voor inkomsten voor de overheid.
Inkomsten van de overheid: Belastingen/winst, inkomen van werknemers, RSZ, btw
Uitgaven: Ziekenhuis, Wegen, Onderwijs, Pensioen, Ziekteuitkering, Kindergeld,
Duurzaamheid
1.1 Ondernemen in een dynamisch gegeven, het is een kunst om vandaag te
ondernemen
Voortdurende ontwikkelingen op het gebied van IT en verregaande digitalisering
Disruptieve innovaties: het ontwrichten van bestaande markten door innovators
Distruptieve innovaties = dingen die net uitgevonden zijn verdwijnen alweer terug.
Bv. taxisector ervaart verhoogde concurrentiedruk door Uber en elektrische steps
Bv. reissector kent een enorme groei door de komst van Airbnb
Nieuwe maatschappelijke trends: sociale media, structureel thuiswerken …
=> Steeds grotere en snellere veranderingen in het ondernemingslandschap.
Het is dus een uitdaging om vandaag de dag te ondernemen.
Waarom is het moeilijk om te ondernemen?
Verandering bij de consument, consument verandert constant
Veel concurrenten
Veel verandering in het product
Ict speelt een grote rol
Verandering van regels van de overheid
Verandering in personeel vb van thuis werken, personeel is veel mondiger geworden
Klanten zijn mondiger geworden via vb social media
Online kopen
1.2 Wat is eigenlijk ondernemen
Wat doet een onderneming?
Producten en diensten op de markt brengen (hierbij is innovatie en
productlevenscyclus zeer belangrijk)
Met als doel succes te boeken en winst te realiseren (visie en toekomstscenario zijn
noodzakelijk, wordt opgenomen in een financieel plan)
Met aandacht voor structuur (zeker zodra de onderneming groeit en er bijgevolg
nood is aan controles)
Met aandacht voor financiële/economische resultaten (voortdurende communicatie
met aandeelhouders, overheden, klanten, personeel, leveranciers en banken)
1.3 Management
Om ondernemerschap te realiseren, is er nood aan bekwame managers.
Een goede manager is steeds op zoek naar de juiste weg voor succes:
o Correcte productie en dienstverlening
o Oog voor het economische (kostprijs, rendement, kwaliteit en tijd)
o Oog voor het administratieve en andere draaiende systemen (betalingen,
leveringen, onderhoud, etc.)
Bij grotere ondernemingen werken zij in opdracht van eigenaars of shareholders.
Dit geeft aanleiding tot de zgn. agency-problematiek.
Belangenvermenging tussen managers en eigenaars. Aandeelhouder denkt op lange termijn
en de manager denkt op korte termijn.
,1.4 Agency theorie
Binnen grote bedrijven ontstaat er een scheiding tussen het eigendom en
management:
o De eigenaars stellen de financiële middelen ter beschikking en zijn
aandeelhouders.
o De managers staan in voor de dagdagelijkse leiding van het bedrijf.
Echter zijn de belangen van het management tegengesteld aan die van de
eigenaars:
o De eigenaars hebben er baat bij dat het bedrijf een lange termijn groei kent..
o De managers streven hun eigen belangen na en persoonlijke ambities. Dit
kan leiden tot “verkeerde” managementbeslissingen:
Bv. managers zetten risicovolle investeringsprojecten voort om zo eigen targets te behalen
terwijl de algemene financiële positie van het bedrijf in het gedrang komt.
Bv. managers kiezen voor bepaalde kosten/aankopen om hun reputatie te verbeteren
zonder rekening te houden met de toegestane budgetten.
De agency problematiek brengt duidelijk aan het licht dat de privébelangen van het
management niet altijd stroken met de algemene belangen van de onderneming.
Hierdoor dringt de noodzaak zich op om effectieve en efficiënte interne controlesystemen in
te bouwen in de organisatie. De werking van dergelijke interne controlesystemen kan
versterkt worden door middel van externe controles.
Interne en externe controles kunnen aldus helpen om het hoofd te bieden aan het agency
probleem binnen grote bedrijven.
1.5 Rol van het bedrijf in de maatschappij
Een onderneming heeft een economische rol:
o Levert een bijdrage tot het bruto binnenlands product
Zij betaalt de facturen van de leveranciers
Zij verloont de werknemers
Zij keert een dividend uit aan de aandeelhouders
Een onderneming vervult daarnaast een sociale rol:
Zij betaalt belastingen (voor infrastructuur, onderwijs, etc.)
Zij betaalt sociale zekerheid (voor pensioenen, kindergeld, zieken,
werklozen….)
Zij heeft tevens een duurzame rol (leefbaarheid voor de komende
generaties). Opgelegd door Europa en Verenigde Naties: wereld moet
socialer, welvarender en milieuvriendelijker zijn. Dit trachten bedrijven
te realiseren d.m.v. maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Een onderneming doet tevens aan autofinanciering of zelffinanciering (door reserves
op te bouwen om te overleven en uit te breiden).
=> De maatschappij heeft er dus alle baat bij dat een onderneming winst maakt.
De onderneming is als zodanig een schakel geworden in de gehele maatschappij.
o Het doel is niet enkel en alleen winst voor de aandeelhouders.
Ook de werknemers, de consumenten, de overheid, leveranciers, de banken
en dus andere ondernemingen hebben belangen.
Haar doel is dus zorgen voor het welzijn van al die belanghebbenden en dit in
een lange termijn visie. Met aandacht voor sociale correcties en schaarste.
(meer nu, is morgen minder)
o Noteer evenwel dat: concurrentiedrang en het winstbejag kan leiden tot
onverantwoord ondernemen.
Bv. het dieselschandaal VW: via frauduleuze software uitlaatnormen
manipuleren, PFOS-vervuiling door chemiereus 3M, subsidieschandaal Let’s
Go Urban etc.
=> Externe controles zijn dus zeer belangrijk (voor overheid, leveranciers, banken,….)
, veel ondernemingen rapporten publiceren:
Inzake hun inspanningen voor onder meer milieu,
kinderarbeid, klimaat, gendergelijkheid, etc.
Maar toch veroorzaken de concurrentiedrang en het
winstbejag bepaalde vormen van onverantwoord ondernemen.
1.6 Ondernemen is dus
een georganiseerde inbreng van materialen en mensen
Om te komen tot welvaart en welzijn
Waarbij de mens zich individueel kan ontplooien
Met schaarse middelen steeds betere producten en diensten voortbrengen
Om te voldoen aan de wijzigende behoeften van de mensen
Innovatie is van primordiaal belang om als onderneming hieraan te kunnen voldoen.
1.7 Innoveren
Innoveren kan op verschillende manieren:
o in producten (zorgt voor differentiatie met concurrerende producten en leidt
tot monopolistische concurrenties)
o In nieuw zakenmodel (e-commerce, social media, bitcoins, etc.)
o In procedures (productieoptimalisatie, kostenminimalisatie,
winstmaximalisatie en kwaliteitsverbetering)
o In arbeidsorganisaties
Door de snelle groei van technologieën is de druk om zeer snel te innoveren zeer
groot.
Probleem: wanneer is het aangewezen om een nieuw product te lanceren op de
markt?
o Te snel kan problemen veroorzaken: me-too producten van Aziatische
concurrenten
o Te laat is evenmin goed (bankieren mobiele app: KBC en Belfius zijn pioniers
terwijl AXA achter loopt)
Nieuwe trend: grote opkomst van kleine innovatieve bedrijven mede dankzij de
samenwerking met hogescholen, universiteiten, het bedrijfsleven en overheden.
Innoveren verloopt niet altijd even vlekkeloos:
o Gebrekkige kennis/know how
o Gebrekkige managementervaring (niet vertrouwd met innovaties)
o Gebrekkig startkapitaal
o Moeilijke financieringskanalen
1.8 Hoe innovatie te implementeren?
Ontwikkel een productidee met bijhorende specificaties over prijs en kwaliteit
Marktonderzoek kan een waardevolle bron van informatie vormen.
Bepaal het nodige beginkapitaal en het kapitaal voor productie en marketing
Zoek kapitaalverschaffers en kredietverleners
Werf goede medewerkers aan die zich achter het productidee scharen
1.9 Productlevenscyclus
Innoveren is trouwens noodzakelijk vanwege de productlevenscyclus (PLC)
Dit meet men op basis van de verkochte volumes in de tijd (zie figuur volgende slide)
PLC toont de diverse fasen die een product doorloopt van zodra het op de markt
komt.
1. Introductiefase: product is niet bekend bij de mensen, geen of geringe
concurrentie, prijs zeer hoog en uitsluitend nieuwsgierige kopers.
, 2. Vroege groeifase: naamsbekendheid neemt toe, snelle groei en hoge
verkoopvolumes
Tussen fase 2 en 3 ontstaat er een massaproductie
3. Late groeifase: maximale winst met vertraagde groei
4. Maturiteitsfase: herhalingsaankopen en nauwelijks productverbeteringen
5. Vervalfase: verkoop blijft verminderen tot dat het product uit de markt
verdwijnt
1.9.1 Introductiefase
Gevaarlijke fase: grote onzekerheid m.b.t. het succes van het product, geen
massaproductie en hoge productiekosten zorgen ervoor dat het product verlieslatend
wordt ondanks de hoge verkoopprijs.
Dit gevaar neemt verder toe bij bijkomende aanpassingen voor de consument en
aanwezige substituten.
Daarom zijn goede marketing en absolute transparantie over het product cruciaal in
deze fase.
Het bedrijf is alleen op de markt in deze fase waardoor zij als een prijszetter kan
fungeren. Dit verklaart tevens waarom een hoge prijs kan gevraagd worden.
Vele ondernemingen hebben schrik om als eerste met een specifiek product op de
markt te verschijnen omwille van de hoge onzekerheid. Zij verkiezen om nog even te
wachten en het product te imiteren van zodra het idee aanslaat.
Je eerste producten zijn heel duur.
1.9.2 Vroege groeifase
Verkoop neemt exponentieel toe
De onderneming wordt geconfronteerd met problemen inzake productiecapaciteit en
imitaties van concurrenten.
Om die reden legt marketing de nadruk op productdifferentiatie.
Mogelijks kunnen prijsdalingen zich voordoen. Maar dit is niet problematisch, vermits
er geen sprake is van hoge concurrentie.
1. Ondernemingen en hun belang voor de overheid, management en innoveren
Ondernemingen zorgen voor inkomsten voor de overheid.
Inkomsten van de overheid: Belastingen/winst, inkomen van werknemers, RSZ, btw
Uitgaven: Ziekenhuis, Wegen, Onderwijs, Pensioen, Ziekteuitkering, Kindergeld,
Duurzaamheid
1.1 Ondernemen in een dynamisch gegeven, het is een kunst om vandaag te
ondernemen
Voortdurende ontwikkelingen op het gebied van IT en verregaande digitalisering
Disruptieve innovaties: het ontwrichten van bestaande markten door innovators
Distruptieve innovaties = dingen die net uitgevonden zijn verdwijnen alweer terug.
Bv. taxisector ervaart verhoogde concurrentiedruk door Uber en elektrische steps
Bv. reissector kent een enorme groei door de komst van Airbnb
Nieuwe maatschappelijke trends: sociale media, structureel thuiswerken …
=> Steeds grotere en snellere veranderingen in het ondernemingslandschap.
Het is dus een uitdaging om vandaag de dag te ondernemen.
Waarom is het moeilijk om te ondernemen?
Verandering bij de consument, consument verandert constant
Veel concurrenten
Veel verandering in het product
Ict speelt een grote rol
Verandering van regels van de overheid
Verandering in personeel vb van thuis werken, personeel is veel mondiger geworden
Klanten zijn mondiger geworden via vb social media
Online kopen
1.2 Wat is eigenlijk ondernemen
Wat doet een onderneming?
Producten en diensten op de markt brengen (hierbij is innovatie en
productlevenscyclus zeer belangrijk)
Met als doel succes te boeken en winst te realiseren (visie en toekomstscenario zijn
noodzakelijk, wordt opgenomen in een financieel plan)
Met aandacht voor structuur (zeker zodra de onderneming groeit en er bijgevolg
nood is aan controles)
Met aandacht voor financiële/economische resultaten (voortdurende communicatie
met aandeelhouders, overheden, klanten, personeel, leveranciers en banken)
1.3 Management
Om ondernemerschap te realiseren, is er nood aan bekwame managers.
Een goede manager is steeds op zoek naar de juiste weg voor succes:
o Correcte productie en dienstverlening
o Oog voor het economische (kostprijs, rendement, kwaliteit en tijd)
o Oog voor het administratieve en andere draaiende systemen (betalingen,
leveringen, onderhoud, etc.)
Bij grotere ondernemingen werken zij in opdracht van eigenaars of shareholders.
Dit geeft aanleiding tot de zgn. agency-problematiek.
Belangenvermenging tussen managers en eigenaars. Aandeelhouder denkt op lange termijn
en de manager denkt op korte termijn.
,1.4 Agency theorie
Binnen grote bedrijven ontstaat er een scheiding tussen het eigendom en
management:
o De eigenaars stellen de financiële middelen ter beschikking en zijn
aandeelhouders.
o De managers staan in voor de dagdagelijkse leiding van het bedrijf.
Echter zijn de belangen van het management tegengesteld aan die van de
eigenaars:
o De eigenaars hebben er baat bij dat het bedrijf een lange termijn groei kent..
o De managers streven hun eigen belangen na en persoonlijke ambities. Dit
kan leiden tot “verkeerde” managementbeslissingen:
Bv. managers zetten risicovolle investeringsprojecten voort om zo eigen targets te behalen
terwijl de algemene financiële positie van het bedrijf in het gedrang komt.
Bv. managers kiezen voor bepaalde kosten/aankopen om hun reputatie te verbeteren
zonder rekening te houden met de toegestane budgetten.
De agency problematiek brengt duidelijk aan het licht dat de privébelangen van het
management niet altijd stroken met de algemene belangen van de onderneming.
Hierdoor dringt de noodzaak zich op om effectieve en efficiënte interne controlesystemen in
te bouwen in de organisatie. De werking van dergelijke interne controlesystemen kan
versterkt worden door middel van externe controles.
Interne en externe controles kunnen aldus helpen om het hoofd te bieden aan het agency
probleem binnen grote bedrijven.
1.5 Rol van het bedrijf in de maatschappij
Een onderneming heeft een economische rol:
o Levert een bijdrage tot het bruto binnenlands product
Zij betaalt de facturen van de leveranciers
Zij verloont de werknemers
Zij keert een dividend uit aan de aandeelhouders
Een onderneming vervult daarnaast een sociale rol:
Zij betaalt belastingen (voor infrastructuur, onderwijs, etc.)
Zij betaalt sociale zekerheid (voor pensioenen, kindergeld, zieken,
werklozen….)
Zij heeft tevens een duurzame rol (leefbaarheid voor de komende
generaties). Opgelegd door Europa en Verenigde Naties: wereld moet
socialer, welvarender en milieuvriendelijker zijn. Dit trachten bedrijven
te realiseren d.m.v. maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Een onderneming doet tevens aan autofinanciering of zelffinanciering (door reserves
op te bouwen om te overleven en uit te breiden).
=> De maatschappij heeft er dus alle baat bij dat een onderneming winst maakt.
De onderneming is als zodanig een schakel geworden in de gehele maatschappij.
o Het doel is niet enkel en alleen winst voor de aandeelhouders.
Ook de werknemers, de consumenten, de overheid, leveranciers, de banken
en dus andere ondernemingen hebben belangen.
Haar doel is dus zorgen voor het welzijn van al die belanghebbenden en dit in
een lange termijn visie. Met aandacht voor sociale correcties en schaarste.
(meer nu, is morgen minder)
o Noteer evenwel dat: concurrentiedrang en het winstbejag kan leiden tot
onverantwoord ondernemen.
Bv. het dieselschandaal VW: via frauduleuze software uitlaatnormen
manipuleren, PFOS-vervuiling door chemiereus 3M, subsidieschandaal Let’s
Go Urban etc.
=> Externe controles zijn dus zeer belangrijk (voor overheid, leveranciers, banken,….)
, veel ondernemingen rapporten publiceren:
Inzake hun inspanningen voor onder meer milieu,
kinderarbeid, klimaat, gendergelijkheid, etc.
Maar toch veroorzaken de concurrentiedrang en het
winstbejag bepaalde vormen van onverantwoord ondernemen.
1.6 Ondernemen is dus
een georganiseerde inbreng van materialen en mensen
Om te komen tot welvaart en welzijn
Waarbij de mens zich individueel kan ontplooien
Met schaarse middelen steeds betere producten en diensten voortbrengen
Om te voldoen aan de wijzigende behoeften van de mensen
Innovatie is van primordiaal belang om als onderneming hieraan te kunnen voldoen.
1.7 Innoveren
Innoveren kan op verschillende manieren:
o in producten (zorgt voor differentiatie met concurrerende producten en leidt
tot monopolistische concurrenties)
o In nieuw zakenmodel (e-commerce, social media, bitcoins, etc.)
o In procedures (productieoptimalisatie, kostenminimalisatie,
winstmaximalisatie en kwaliteitsverbetering)
o In arbeidsorganisaties
Door de snelle groei van technologieën is de druk om zeer snel te innoveren zeer
groot.
Probleem: wanneer is het aangewezen om een nieuw product te lanceren op de
markt?
o Te snel kan problemen veroorzaken: me-too producten van Aziatische
concurrenten
o Te laat is evenmin goed (bankieren mobiele app: KBC en Belfius zijn pioniers
terwijl AXA achter loopt)
Nieuwe trend: grote opkomst van kleine innovatieve bedrijven mede dankzij de
samenwerking met hogescholen, universiteiten, het bedrijfsleven en overheden.
Innoveren verloopt niet altijd even vlekkeloos:
o Gebrekkige kennis/know how
o Gebrekkige managementervaring (niet vertrouwd met innovaties)
o Gebrekkig startkapitaal
o Moeilijke financieringskanalen
1.8 Hoe innovatie te implementeren?
Ontwikkel een productidee met bijhorende specificaties over prijs en kwaliteit
Marktonderzoek kan een waardevolle bron van informatie vormen.
Bepaal het nodige beginkapitaal en het kapitaal voor productie en marketing
Zoek kapitaalverschaffers en kredietverleners
Werf goede medewerkers aan die zich achter het productidee scharen
1.9 Productlevenscyclus
Innoveren is trouwens noodzakelijk vanwege de productlevenscyclus (PLC)
Dit meet men op basis van de verkochte volumes in de tijd (zie figuur volgende slide)
PLC toont de diverse fasen die een product doorloopt van zodra het op de markt
komt.
1. Introductiefase: product is niet bekend bij de mensen, geen of geringe
concurrentie, prijs zeer hoog en uitsluitend nieuwsgierige kopers.
, 2. Vroege groeifase: naamsbekendheid neemt toe, snelle groei en hoge
verkoopvolumes
Tussen fase 2 en 3 ontstaat er een massaproductie
3. Late groeifase: maximale winst met vertraagde groei
4. Maturiteitsfase: herhalingsaankopen en nauwelijks productverbeteringen
5. Vervalfase: verkoop blijft verminderen tot dat het product uit de markt
verdwijnt
1.9.1 Introductiefase
Gevaarlijke fase: grote onzekerheid m.b.t. het succes van het product, geen
massaproductie en hoge productiekosten zorgen ervoor dat het product verlieslatend
wordt ondanks de hoge verkoopprijs.
Dit gevaar neemt verder toe bij bijkomende aanpassingen voor de consument en
aanwezige substituten.
Daarom zijn goede marketing en absolute transparantie over het product cruciaal in
deze fase.
Het bedrijf is alleen op de markt in deze fase waardoor zij als een prijszetter kan
fungeren. Dit verklaart tevens waarom een hoge prijs kan gevraagd worden.
Vele ondernemingen hebben schrik om als eerste met een specifiek product op de
markt te verschijnen omwille van de hoge onzekerheid. Zij verkiezen om nog even te
wachten en het product te imiteren van zodra het idee aanslaat.
Je eerste producten zijn heel duur.
1.9.2 Vroege groeifase
Verkoop neemt exponentieel toe
De onderneming wordt geconfronteerd met problemen inzake productiecapaciteit en
imitaties van concurrenten.
Om die reden legt marketing de nadruk op productdifferentiatie.
Mogelijks kunnen prijsdalingen zich voordoen. Maar dit is niet problematisch, vermits
er geen sprake is van hoge concurrentie.