1
,Inhoudsopgave
Inleiding....................................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1 Anamnese................................................................................................................................. 4
1.1 De gezondheidspatronen van Gordon...........................................................................................................4
1.2 Determinantenmodel van Lalonde................................................................................................................6
1.3 Stages of Change...........................................................................................................................................7
1.4 Zelfredzaamheidsradar..................................................................................................................................8
1.5 Draaglast- en draagkracht analyse...............................................................................................................9
Hoofdstuk 2 Verpleegkundige diagnosen..................................................................................................... 10
2.1 Clusteren......................................................................................................................................................10
2.2 Redeneerweb...............................................................................................................................................11
2.3 Diagnosen....................................................................................................................................................13
Hoofdstuk 3: Bepalen zorgresultaten en indiceren interventies...................................................................15
Hoofdstuk 4: Organiseren en uitvoeren....................................................................................................... 26
Hoofdstuk 5: Monitoren en evalueren......................................................................................................... 28
Hoofdstuk 6: Borgen van kwaliteit............................................................................................................... 30
Literatuurlijst.............................................................................................................................................. 31
Bijlagen....................................................................................................................................................... 33
Bijlage 1: Rode loper maagcarcinoom...............................................................................................................33
2
,Inleiding
In de module werken aan gezondheid worden (potentiële) gezondheidsproblemen onderzocht op de
afdeling medische oncologie binnen het UMCG. Er worden naast gezondheidsproblemen ook
resultaten en interventies geformuleerd. Binnen deze module wordt er aandacht besteed aan de
draagkracht- en draaglast van de patiënt gericht op het bevorderen van de zelfmanagement. De
naasten van de patiënt worden ook actief betrokken binnen het proces. Bij het proces van indiceren
wordt gebruik gemaakt van het model van Rosendal.
Het model van Rosendal bestaat uit 11 stappen (Rosendal & Dorst, 2015). Deze staan beschreven in
figuur 1 hieronder.
1. Vertrouwen opbouwen
2. Anamnese afnemen
3. Oorzaken en gevolgen uitsorteren
4. Mogelijke diagnosen voorleggen aan cliënt
5. Toetsen zelfredzaamheid
6. Diagnosen vaststellen en voorleggen
7. Resultaat bepalen
8. Interventies bepalen (indiceren)
9. Toewijzen en/of verwijzen
10. Zorgplan starten
11. Monitoren en evalueren
Voor de gegevensverzameling wordt gebruik gemaakt van de 11 patronen van Gordon, omdat deze
ook binnen het UMCG worden gebruikt. Binnen de gegevensverzameling wordt ook gebruik gemaakt
van andere modellen, zoals determinantenmodel van Lalonde, Stage of Change,
zelfredzaamheidsradar en draaglast-draagkracht model. Voor het opstellen van de diagnosen wordt
de NANDA gebruikt, voor het bepalen van de resultaten de NOC en voor het bepalen van
interventies de NIC. Binnen het UMCG en in EPIC wordt gebruik gemaakt van deze classificaties en
zijn al eerder gebruikt binnen de opleiding. Dit is de reden waarom er gekozen is voor deze
classificaties.
Binnen de module werken aan gezondheid is preventie een groot onderdeel. Op de oncologie komt
ook veel preventie voor. Bepaalde leefstijlfactoren, zoals roken en alcohol hebben een verhoogd
risico op het ontstaan van kanker. Tijdens de behandeling wordt er voorlichting gegeven over
bepaalde hygiëneregels en bijwerkingen die chemotherapie kan veroorzaken, zoals misselijkheid en
gewichtsverlies.
In dit verslag staat patiënt mw. A centraal. Mv is een 72-jarige vrouw die uit is opgenomen met een
maagcarcinoom op de afdeling D2 sinds juli 2023. Maagcarcinoom betekent maagkanker en komt
relatief vaak voor. Verdere uitwerking van maagcarcinoom is terug te vinden in bijlage één.
Mevrouw is opgenomen met klachten in de linker onderbuik en pijn na het eten. Door angst en pijn
na het eten is mv in vier weken tijd 10 kg afgevallen. Mevrouw is op de afdeling D2 opgenomen voor
haar FLOT-kuren gevolgd door een maagresectie. Tijdens de kuren ervaart mevrouw
misselijkheidsklachten en flebitis. Binnen deze module wordt er gekeken op welke vlakken mevrouw
ondersteuning nodig heeft en waar we preventieve aandacht op kunnen leggen.
3
, Hoofdstuk 1 Anamnese
1.1 De gezondheidspatronen van Gordon
Om de gezondheidssituatie van mv A. in kaart te brengen wordt er gebruik gemaakt van de patronen
van Gordon. De patronen van Gordon worden toegepast binnen het UMCG in het EPD. De
verpleegkundigen rapporteren in de functionele status met de patronen en tijdens de opname wordt
de gegevensverzameling hiermee ook gedaan. Mede daardoor is er voor deze module ook gekozen
om hiermee te werken. De patronen van Gordon ordenen de gezondheidsdeterminanten van een
mens en maakt hier een overzicht in. Daarnaast onderschrijven de patronen van principes van de
verpleegkundige diagnostiek en ordent deze in een logisch geheel (Mast, 2014).
Tabel 1: Patronen van Gordon
Patronen Toelichting mv A.
Gezondheidsbeleving en Mevrouw A. is een 72-jarige vrouw met een maagcarcinoom.
instandhouding Mevrouw is bekend met myocardinfarct en carpaletunnelsyndroom
sinds 2014. Daarnaast heeft ze ook klachten die passend zijn bij
astma, maar hier is geen medische diagnose voorgesteld.
De behandeling die mv krijgt is een neo-adjuvante FLOT-kuur van
vier kuren gevolgd door een totale maagresectie, met daarna een
adjuvante FLOT-kuur. Mevrouw is erg benieuwd naar de
maagresectie en hoe dit gaat bevallen. Ze moet na de maagresectie
anders leren leven en eten. Mevrouw krijgt een subtotale
maagresectie. Dat betekent dat een deel van de maag verwijderd
wordt.
Mevrouw rookte voorafgaand aan de behandeling 20-25 sigaretten
per dag en dronk alleen alcohol bij gelegenheden. Probeert hier nu
mee te minderen, vanwege de gezondheid. Het is nu ongeveer 10-
15 sigaretten per dag.
Tijdens de kuren ervaart mevrouw misselijkheidsklachten. Op de
afdeling voelt ze zich goed, maar wanneer zij weer thuis is beginnen
de klachten. Ze heeft een afbouwschema gekregen van de
dexamethason, maar deze helpt niet volledig want ze blijft klachten
houden. Daarom slikt ze nu loperamide. Dit biedt voldoende hulp.
Mevrouw heeft al meerdere keren flebitis gekregen op de plekken
waar zij het infuus heeft gehad. Ze smeert hier nu hirudoid zalf op,
maar toch komt het iedere keer weer terug.
Mevrouw staat positief in haar ziekteproces. Ze laat alles op zich
afkomen en probeert er het beste van te maken. Ze is erg
zelfstandig. Probeert alles zelf te doen als dit lukt. Mocht dit niet
lukken, kan ze terugvallen op haar sociale netwerk.
Voeding en stofwisseling Voeding: Voordat mv gediagnosticeerd werd met maagcarcinoom
kreeg mv last van de linker onderbuik en was het eten ook pijnlijk.
Door de kuren heeft mv last van smaakveranderingen. Sommige
dagen kan ze alles eten en andere dagen smaakt het eten haar niks
of heeft eten ineens een hele andere smaak. Als mv misselijk is, wilt
ze wel blijven eten omdat het moet, maar ze is wel elke keer bang
dat ze moet braken hierdoor en valt ze af door haar verminderde
intake.
Na de maagresectie moet mevrouw anders leren eten. Ze mag niet
alles meer eten en moet in kleinere porties. De diëtiste is al in
4
,Inhoudsopgave
Inleiding....................................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1 Anamnese................................................................................................................................. 4
1.1 De gezondheidspatronen van Gordon...........................................................................................................4
1.2 Determinantenmodel van Lalonde................................................................................................................6
1.3 Stages of Change...........................................................................................................................................7
1.4 Zelfredzaamheidsradar..................................................................................................................................8
1.5 Draaglast- en draagkracht analyse...............................................................................................................9
Hoofdstuk 2 Verpleegkundige diagnosen..................................................................................................... 10
2.1 Clusteren......................................................................................................................................................10
2.2 Redeneerweb...............................................................................................................................................11
2.3 Diagnosen....................................................................................................................................................13
Hoofdstuk 3: Bepalen zorgresultaten en indiceren interventies...................................................................15
Hoofdstuk 4: Organiseren en uitvoeren....................................................................................................... 26
Hoofdstuk 5: Monitoren en evalueren......................................................................................................... 28
Hoofdstuk 6: Borgen van kwaliteit............................................................................................................... 30
Literatuurlijst.............................................................................................................................................. 31
Bijlagen....................................................................................................................................................... 33
Bijlage 1: Rode loper maagcarcinoom...............................................................................................................33
2
,Inleiding
In de module werken aan gezondheid worden (potentiële) gezondheidsproblemen onderzocht op de
afdeling medische oncologie binnen het UMCG. Er worden naast gezondheidsproblemen ook
resultaten en interventies geformuleerd. Binnen deze module wordt er aandacht besteed aan de
draagkracht- en draaglast van de patiënt gericht op het bevorderen van de zelfmanagement. De
naasten van de patiënt worden ook actief betrokken binnen het proces. Bij het proces van indiceren
wordt gebruik gemaakt van het model van Rosendal.
Het model van Rosendal bestaat uit 11 stappen (Rosendal & Dorst, 2015). Deze staan beschreven in
figuur 1 hieronder.
1. Vertrouwen opbouwen
2. Anamnese afnemen
3. Oorzaken en gevolgen uitsorteren
4. Mogelijke diagnosen voorleggen aan cliënt
5. Toetsen zelfredzaamheid
6. Diagnosen vaststellen en voorleggen
7. Resultaat bepalen
8. Interventies bepalen (indiceren)
9. Toewijzen en/of verwijzen
10. Zorgplan starten
11. Monitoren en evalueren
Voor de gegevensverzameling wordt gebruik gemaakt van de 11 patronen van Gordon, omdat deze
ook binnen het UMCG worden gebruikt. Binnen de gegevensverzameling wordt ook gebruik gemaakt
van andere modellen, zoals determinantenmodel van Lalonde, Stage of Change,
zelfredzaamheidsradar en draaglast-draagkracht model. Voor het opstellen van de diagnosen wordt
de NANDA gebruikt, voor het bepalen van de resultaten de NOC en voor het bepalen van
interventies de NIC. Binnen het UMCG en in EPIC wordt gebruik gemaakt van deze classificaties en
zijn al eerder gebruikt binnen de opleiding. Dit is de reden waarom er gekozen is voor deze
classificaties.
Binnen de module werken aan gezondheid is preventie een groot onderdeel. Op de oncologie komt
ook veel preventie voor. Bepaalde leefstijlfactoren, zoals roken en alcohol hebben een verhoogd
risico op het ontstaan van kanker. Tijdens de behandeling wordt er voorlichting gegeven over
bepaalde hygiëneregels en bijwerkingen die chemotherapie kan veroorzaken, zoals misselijkheid en
gewichtsverlies.
In dit verslag staat patiënt mw. A centraal. Mv is een 72-jarige vrouw die uit is opgenomen met een
maagcarcinoom op de afdeling D2 sinds juli 2023. Maagcarcinoom betekent maagkanker en komt
relatief vaak voor. Verdere uitwerking van maagcarcinoom is terug te vinden in bijlage één.
Mevrouw is opgenomen met klachten in de linker onderbuik en pijn na het eten. Door angst en pijn
na het eten is mv in vier weken tijd 10 kg afgevallen. Mevrouw is op de afdeling D2 opgenomen voor
haar FLOT-kuren gevolgd door een maagresectie. Tijdens de kuren ervaart mevrouw
misselijkheidsklachten en flebitis. Binnen deze module wordt er gekeken op welke vlakken mevrouw
ondersteuning nodig heeft en waar we preventieve aandacht op kunnen leggen.
3
, Hoofdstuk 1 Anamnese
1.1 De gezondheidspatronen van Gordon
Om de gezondheidssituatie van mv A. in kaart te brengen wordt er gebruik gemaakt van de patronen
van Gordon. De patronen van Gordon worden toegepast binnen het UMCG in het EPD. De
verpleegkundigen rapporteren in de functionele status met de patronen en tijdens de opname wordt
de gegevensverzameling hiermee ook gedaan. Mede daardoor is er voor deze module ook gekozen
om hiermee te werken. De patronen van Gordon ordenen de gezondheidsdeterminanten van een
mens en maakt hier een overzicht in. Daarnaast onderschrijven de patronen van principes van de
verpleegkundige diagnostiek en ordent deze in een logisch geheel (Mast, 2014).
Tabel 1: Patronen van Gordon
Patronen Toelichting mv A.
Gezondheidsbeleving en Mevrouw A. is een 72-jarige vrouw met een maagcarcinoom.
instandhouding Mevrouw is bekend met myocardinfarct en carpaletunnelsyndroom
sinds 2014. Daarnaast heeft ze ook klachten die passend zijn bij
astma, maar hier is geen medische diagnose voorgesteld.
De behandeling die mv krijgt is een neo-adjuvante FLOT-kuur van
vier kuren gevolgd door een totale maagresectie, met daarna een
adjuvante FLOT-kuur. Mevrouw is erg benieuwd naar de
maagresectie en hoe dit gaat bevallen. Ze moet na de maagresectie
anders leren leven en eten. Mevrouw krijgt een subtotale
maagresectie. Dat betekent dat een deel van de maag verwijderd
wordt.
Mevrouw rookte voorafgaand aan de behandeling 20-25 sigaretten
per dag en dronk alleen alcohol bij gelegenheden. Probeert hier nu
mee te minderen, vanwege de gezondheid. Het is nu ongeveer 10-
15 sigaretten per dag.
Tijdens de kuren ervaart mevrouw misselijkheidsklachten. Op de
afdeling voelt ze zich goed, maar wanneer zij weer thuis is beginnen
de klachten. Ze heeft een afbouwschema gekregen van de
dexamethason, maar deze helpt niet volledig want ze blijft klachten
houden. Daarom slikt ze nu loperamide. Dit biedt voldoende hulp.
Mevrouw heeft al meerdere keren flebitis gekregen op de plekken
waar zij het infuus heeft gehad. Ze smeert hier nu hirudoid zalf op,
maar toch komt het iedere keer weer terug.
Mevrouw staat positief in haar ziekteproces. Ze laat alles op zich
afkomen en probeert er het beste van te maken. Ze is erg
zelfstandig. Probeert alles zelf te doen als dit lukt. Mocht dit niet
lukken, kan ze terugvallen op haar sociale netwerk.
Voeding en stofwisseling Voeding: Voordat mv gediagnosticeerd werd met maagcarcinoom
kreeg mv last van de linker onderbuik en was het eten ook pijnlijk.
Door de kuren heeft mv last van smaakveranderingen. Sommige
dagen kan ze alles eten en andere dagen smaakt het eten haar niks
of heeft eten ineens een hele andere smaak. Als mv misselijk is, wilt
ze wel blijven eten omdat het moet, maar ze is wel elke keer bang
dat ze moet braken hierdoor en valt ze af door haar verminderde
intake.
Na de maagresectie moet mevrouw anders leren eten. Ze mag niet
alles meer eten en moet in kleinere porties. De diëtiste is al in
4
