De organisatiekunde of organisatieleer bestudeert organisaties, het gedrag dat zij vertonen
en zoekt antwoorden op de vraag hoe de prestaties van de belangrijkste organisatiekundige
begrippen en concepten vanuit het perspectief van de juridisch professional organisatiewijs
wil worden.
Juridische diensten
Een dienst is een ontastbaar product of een niet – fysiek goed.
Organisatiekundig wordt juridische dienstverlening beschreven als kennisintensieve
dienstverlening door hoogopgeleide professionals. Een kenmerk hiervoor is dat er algemeen
theoretische kennis en praktische vaardigheden nodig zijn, die alleen door langdurige
opleiding en ervaring verkregen kunnen worden.
Er kan onderscheid worden gemaakt in:
1) juridische diensten
Diensten die hoogwaardige juridische expertise vereisen die alleen geleverd kunnen
worden door juridische professionals; personen met een opleiding op HBO- niveau of
WO. (of door personen met een combinatie van opleidingen en veel ervaring over
hetzelfde niveau.)
2) diensten met belangrijk en/of complexe juridische aspecten.
Juridische dienstverlening en organisaties
T- shaped juridische professional:
Staander van de T staat voor diepgaande juridisch inhoudelijke expertise.
Liggende deel T staat voor (basis) kennis en vaardigheden uit andere disciplines die nodig
zijn om effectief te kunnen functioneren, bijvoorbeeld:
- Organisatiekunde, technologie, financiën, communicatie of design.
Responsiviteit:
Als professional moet je oog hebben voor alle omstandigheden en hierop moet je effectief
kunnen inspelen. (altijd kijken naar het totaalplaatje; wat is het achterliggende probleem?)
Responsieve overheid:
Verplaatst zich zo goed mogelijk in het burgerperspectief. Zoekt ruimte binnen regelgeving en
biedt altijd de best mogelijke oplossing voor het probleem van een burger en niet alleen
maar toegestane oplossingen.
Organisatie, bedrijf, onderneming
Kenmerken van een organisatie:
1) Mensen
2) Middelen
3) Samenwerken
4) Doel
,Bedrijf
Organisaties kunnen onderverdeeld worden in bedrijven. Organisatiekundig is er sprake van
een bedrijf als een organisatie producten en/of diensten voortbrengt om te voorzien in een
maatschappelijke behoefte. Ook is er altijd sprake van een afzetmarkt. Leveren van
diensten/producten kan met of zonder winstoogmerk.
Onderneming
Er is sprake van een onderneming als het bedrijf een winstoogmerk heeft.
Indeling organisaties
Overheidsorganisaties
1) Private organisaties eigendom van private (rechts) personen, dus niet in handen
van de overheid.
2) Publieke organisaties centrale, decentrale en semioverheidsinstanties.
Centrale overheid
‘’ Het hoogste bevoegd gezag op een bepaald grondgebied.’’ De centrale overheid wordt
gevormd door alle organisaties die op landelijk niveau opereren.
Decentrale overheid
Provincies, gemeenten en waterschappen. Deze opereren dus niet landelijk, maar hebben
bevoegdheden en taken met betrekking tot een bepaald grondgebied.
Semioverheidsorganisaties
Organisaties die een private rechtsvorm hebben, maar publieke belangen dienen. Denk aan
belangrijke nutsvoorzieningen.
Profit en non- profit
Non - profitsector
Term non- profit wordt in de praktijk enkel gebruikt voor organisaties die geen winstoogmerk
hebben en niet tot centrale of decentrale overheid behoren. Bij non-profit kun je denken aan
belangenorganisaties, stichting en vereniging.
Profitsector met winstoogmerk
Juridische dienstverlening als kernactiviteit of niet
Juridische organisaties Organisaties met juridische dienstverlening als kernactiviteit.
Deze vorm kun je weer onderverdelen in:
1) Rechtsbijstand verlenen, meestal partijdig
2) Juridisch advies verzorgen, onpartijdig
Niet – juridische organisaties Organisaties met andere kernactiviteiten.
Deze lijn is niet altijd helemaal zwart-wit hierom zijn er ook mengvormen.
Alleen juridische organisaties met alle juridische functies in niet-juridische organisaties
noemen we de Nederlandse rechtspraktijk.
, Strategie en innovatie
Strategie gaat over het stellen en behalve van doelen. De strategie raakt aan de
bestaansrechten van de organisatie.
Definitie
De lange termijn doelen die door een organisatie worden nagestreefd, in combinatie met de
wijze waarop de organisatie deze doelen door inzet van mensen en middelen probeert te
bereiken. Missie, visie en waarden zijn hier het vertrekpunt. Strategie is altijd gericht op de
lange termijn.
Strategie gaat over de concrete lange termijn doelen die een organisatie stelt en de redenen
waarom ze deze doelen stellen.
Alignement: Het uitlijnen van de organisatie, aan de hand van de strategie.
Strategie gaat over het maken van keuzes. Met trade-offs wordt uitgedrukt dat een beslissing
ten gunste van iets anders gaat.
Strategie bij commerciële organisaties
Het maken van winst is hier enkel een achterliggend doel, maar zonder dit achterliggende
doel zou de organisatie op langer termijn niet kunnen bestaan. Deze organisaties streven
naast doelen die direct in het belang van een organisatie zijn, ook hogere doelen na die
neerkomen op het leveren van een nuttige bijdrage aan de maatschappij.
Bij deze organisaties gaat de strategie over de plaats in de markt en de redenen waarom
consumenten voor de producten en/of diensten van deze organisatie zouden kiezen.
Overheidsorganisaties/ non- profit en strategie
Deze organisaties opereren niet in een markt, maar willen vanuit de hun toebedeelde taken
meerwaarde beiden voor een samenleving.
Ook non- profit organisaties opereren niet in een markt, maar handelen wel vanuit een idee
of visie, van waaruit zij zich doelen stellen en haar activiteiten ondernemen.
Concern
Een concern is een groep vennootschappen die markt die onder gezamelijke leiding staat. Ze
opereren in verschillende markten en doet dat wereldwijd. Naast een strategie voor elke
deelorganisatie heeft z’n organisatie op concernniveau een concernstrategie. Het doel
hiervan is om de deelorganisaties zo soepel mogelijk met elkaar te laten functioneren.
en zoekt antwoorden op de vraag hoe de prestaties van de belangrijkste organisatiekundige
begrippen en concepten vanuit het perspectief van de juridisch professional organisatiewijs
wil worden.
Juridische diensten
Een dienst is een ontastbaar product of een niet – fysiek goed.
Organisatiekundig wordt juridische dienstverlening beschreven als kennisintensieve
dienstverlening door hoogopgeleide professionals. Een kenmerk hiervoor is dat er algemeen
theoretische kennis en praktische vaardigheden nodig zijn, die alleen door langdurige
opleiding en ervaring verkregen kunnen worden.
Er kan onderscheid worden gemaakt in:
1) juridische diensten
Diensten die hoogwaardige juridische expertise vereisen die alleen geleverd kunnen
worden door juridische professionals; personen met een opleiding op HBO- niveau of
WO. (of door personen met een combinatie van opleidingen en veel ervaring over
hetzelfde niveau.)
2) diensten met belangrijk en/of complexe juridische aspecten.
Juridische dienstverlening en organisaties
T- shaped juridische professional:
Staander van de T staat voor diepgaande juridisch inhoudelijke expertise.
Liggende deel T staat voor (basis) kennis en vaardigheden uit andere disciplines die nodig
zijn om effectief te kunnen functioneren, bijvoorbeeld:
- Organisatiekunde, technologie, financiën, communicatie of design.
Responsiviteit:
Als professional moet je oog hebben voor alle omstandigheden en hierop moet je effectief
kunnen inspelen. (altijd kijken naar het totaalplaatje; wat is het achterliggende probleem?)
Responsieve overheid:
Verplaatst zich zo goed mogelijk in het burgerperspectief. Zoekt ruimte binnen regelgeving en
biedt altijd de best mogelijke oplossing voor het probleem van een burger en niet alleen
maar toegestane oplossingen.
Organisatie, bedrijf, onderneming
Kenmerken van een organisatie:
1) Mensen
2) Middelen
3) Samenwerken
4) Doel
,Bedrijf
Organisaties kunnen onderverdeeld worden in bedrijven. Organisatiekundig is er sprake van
een bedrijf als een organisatie producten en/of diensten voortbrengt om te voorzien in een
maatschappelijke behoefte. Ook is er altijd sprake van een afzetmarkt. Leveren van
diensten/producten kan met of zonder winstoogmerk.
Onderneming
Er is sprake van een onderneming als het bedrijf een winstoogmerk heeft.
Indeling organisaties
Overheidsorganisaties
1) Private organisaties eigendom van private (rechts) personen, dus niet in handen
van de overheid.
2) Publieke organisaties centrale, decentrale en semioverheidsinstanties.
Centrale overheid
‘’ Het hoogste bevoegd gezag op een bepaald grondgebied.’’ De centrale overheid wordt
gevormd door alle organisaties die op landelijk niveau opereren.
Decentrale overheid
Provincies, gemeenten en waterschappen. Deze opereren dus niet landelijk, maar hebben
bevoegdheden en taken met betrekking tot een bepaald grondgebied.
Semioverheidsorganisaties
Organisaties die een private rechtsvorm hebben, maar publieke belangen dienen. Denk aan
belangrijke nutsvoorzieningen.
Profit en non- profit
Non - profitsector
Term non- profit wordt in de praktijk enkel gebruikt voor organisaties die geen winstoogmerk
hebben en niet tot centrale of decentrale overheid behoren. Bij non-profit kun je denken aan
belangenorganisaties, stichting en vereniging.
Profitsector met winstoogmerk
Juridische dienstverlening als kernactiviteit of niet
Juridische organisaties Organisaties met juridische dienstverlening als kernactiviteit.
Deze vorm kun je weer onderverdelen in:
1) Rechtsbijstand verlenen, meestal partijdig
2) Juridisch advies verzorgen, onpartijdig
Niet – juridische organisaties Organisaties met andere kernactiviteiten.
Deze lijn is niet altijd helemaal zwart-wit hierom zijn er ook mengvormen.
Alleen juridische organisaties met alle juridische functies in niet-juridische organisaties
noemen we de Nederlandse rechtspraktijk.
, Strategie en innovatie
Strategie gaat over het stellen en behalve van doelen. De strategie raakt aan de
bestaansrechten van de organisatie.
Definitie
De lange termijn doelen die door een organisatie worden nagestreefd, in combinatie met de
wijze waarop de organisatie deze doelen door inzet van mensen en middelen probeert te
bereiken. Missie, visie en waarden zijn hier het vertrekpunt. Strategie is altijd gericht op de
lange termijn.
Strategie gaat over de concrete lange termijn doelen die een organisatie stelt en de redenen
waarom ze deze doelen stellen.
Alignement: Het uitlijnen van de organisatie, aan de hand van de strategie.
Strategie gaat over het maken van keuzes. Met trade-offs wordt uitgedrukt dat een beslissing
ten gunste van iets anders gaat.
Strategie bij commerciële organisaties
Het maken van winst is hier enkel een achterliggend doel, maar zonder dit achterliggende
doel zou de organisatie op langer termijn niet kunnen bestaan. Deze organisaties streven
naast doelen die direct in het belang van een organisatie zijn, ook hogere doelen na die
neerkomen op het leveren van een nuttige bijdrage aan de maatschappij.
Bij deze organisaties gaat de strategie over de plaats in de markt en de redenen waarom
consumenten voor de producten en/of diensten van deze organisatie zouden kiezen.
Overheidsorganisaties/ non- profit en strategie
Deze organisaties opereren niet in een markt, maar willen vanuit de hun toebedeelde taken
meerwaarde beiden voor een samenleving.
Ook non- profit organisaties opereren niet in een markt, maar handelen wel vanuit een idee
of visie, van waaruit zij zich doelen stellen en haar activiteiten ondernemen.
Concern
Een concern is een groep vennootschappen die markt die onder gezamelijke leiding staat. Ze
opereren in verschillende markten en doet dat wereldwijd. Naast een strategie voor elke
deelorganisatie heeft z’n organisatie op concernniveau een concernstrategie. Het doel
hiervan is om de deelorganisaties zo soepel mogelijk met elkaar te laten functioneren.