INTERPRETEREN, ONDERZOEKEN EN THEORIE
VORMEN DEEL II
HOORCOLLEGE 1 & 2: INLEIDING
3 centrale kwesties uit de cursus:
- Wat maakt pedagogische wetenschappen tot wetenschap
o Belangrijk verschil tussen pedagogie en pedagogiek
o Elke universitair geschoolde pedagoog = onderzoeker
- Wat is eigen aan pedagogische wetenschappen
o Pedagogiek bestaat niet overal als autonoma wetenschappelijke discipline
- Wat is een geschikt paradigma om pedagogische wetenschappen te beoefenen
o Kernvraag = impliceert pedagogisch onderzoek noodzakelijkwijze interpretatie?
Pedagogische wetenschappen ontstaan in Duitsland
INLEIDING: HET PRIMAAT VAN BETEKENIS EN INTERPRETATIE
Het gehanteerde paradigma waarborgt de wetenschappelijkheid van een discipline. Je kan een fenomeen op twee manieren bestuderen.
Traditioneel gebeurt dit via een tweedeling tussen volgende paradigma’s:
- Kwalitatief VS kwantitatief onderzoek
- Interpreteren VS meten
- Verstaan VS verklaren
Voor de pedagogische wetenschappen is het niet zonder meer duidelijk welk paradigma best gehanteerd kan worden
- Traditionele visie: kwalitatief
- Vandaag de dag: achterhaald? socio-materiële wende
Opmerking over de notie paradigma:
Thomas Kuhn: the structure of scientific revolutions
is niet zomaar ‘een manier van kijken’, het is een geheel van (soms onuitgesproken) opvattingen over wat wetenschap is
- Paradigma’s wisselen elkaar af zonder dwingende intern-wetenschappelijke reden
- Paradigma’s zijn incommensurabel (= onvergelijkbaar, het is het ene of het andere)
- Er bestaat volgens Kuhn daarom niet zoiets als wetenschappelijke vooruitgang
- Paradigmatic shift = overgang van geocentrisch naar heliocentrisch wereldbeeld
DEEL 1: DE NOODZAAK VAN INTERPRETATIE (SMEYERS & SMITH, WINCH)
Omwille van het succes van de natuurwetenschappen (geneeskunde) wordt een bepaald paradima (kwantitatief, experimenteel, RCT,
nauwgezet en afstandelijk) als na te streven model genomen gevolg: interpretatie (subjectieve zingeving) en theoretische speculatie
(nadenken) moeten worden geweerd
Two cultures of scientific research; oorlog tussen ‘hard sciences’ en ‘humanities’
Smeyers & Smith; pedagogische wetenschappen zijn geen ‘hard science’ en de wende naar een medisch paradigma is een grote en
gevaarlijke vergissing
RTC:
methode om oorzakelijkheid aan te duiden alle subjectiviteit en interpetatie worden op een gecontroleerde manier uitgeschakels
Model VS realiteit:
Ook binnen de medische wetenschappen kent RCT eigenlijk maar een relatief succes. Vaststellen van oorzakelijkheid is altijd een relatieve
kwestie
Binnen de menswetenschappen zijn het vaststellen van wetmatigheden obv RCT’s zo goed als onbestaande het gaat hier meestal over
het in kaart brengen van condities en risicofactoren en om het formuleren van relaties van probaliteit
Bijkomend probleem: inzicht in wetmatigheden/mechanismen maakt bij mensen dikwijls geen verschil voor hun reëel gedrag
1
,Relative risk reduction (RRR) vs absolute risk reduction (ARR): voorbeeld Pfizer
relatieve versus algemene beschermisgraad: getallen zonder context kunnen leiden tot irrationele beslissingen
Succes van het medisch model: ruimere maatschappelijke tendensen die dit verklaren:
- Onmiskenbaar succes van de natuurwetenschappen en de medische wetenschap in het bijzonder; het zou gek zijn om dit
paradigma niet te imiteren een op medische leest geschoolde pedagogiek zou niet langer een kwestie van noodlot zijn
- Veranderende academische context: van vertrouwen naar wantrouwen
o Vroeger: autonome kennisinstelling, publiek gefinancierd, interne kwaliteitsbewaking
o Nu: kennisproductie aan de universteit wordt constant gecontroleerd en meer en meer extern gefinancierd
o gevolg: moordende competitie, rankings (impactfactor)
o neveneffecten: dominantie van kwantitatief-experimenteel onderzoek (ook in de beoordeling van
‘menswetenschappekijk’ onderzoek)
- Medicalisering van de pedagogische wetenschappen, we leven in een gemedicaliseerde samenleving (Foucault waarom
hechten we zoveel belang aan deze kennis?)
- Overgang naar risicomaatschappij (Illich/Beck)
MEDICALISERING (FOUCAULT):
- Foucaults archeologie van het weten: kennis is niet enkel een kwestie van meer te weten te komen en eindelijk te zien wat er
potentieel altijd al te zien was; kennis wordt ook altijd geproduceerd
- Zichtbaarheid wordt gecreëerd dankzij specifieke historische omstandigheden, de medische wetenschap kon maar gedijen
dankzij de uitvinding van de kliniek
- De kliniek laat toe (grote hoeveelheden) ‘gevallen’ met elkaar te vergelijken, ziektes te identificeren, veralgemeningen en
voorspellingen te doen, remedies uit te testen, … de medische blik
- Zo ontstaan voor het eerst ‘ziektes’: ze worden ontdekt, gelezen (adhv symptomen) en behandeld volgens de voorschriften
Gevolgen:
- Epistemologische almacht bij kleine ‘kaste’ van dokters
- Onontkoombaar paradigma: indien ik me niet goed voel dan is het vrij dwingend dat ik me aan het oordeel van de medische
wetenschap dien te onderwerpen
- Normatieve effecten: men is ziek of gezond; alle ziektes zijn netjes opgelijst, mensen zijn normaal of abnormaal en de
abnormalen worden best zo snel als mogelijk genormaliseerd
Maar de productie van medische kennis is;
- Sterk historisch bepaald
- Dient altijd een machtsbelang; er bestaat geen neutrale kennis!
Disciplinaire macht:
1. Voorbehouden aan mensen beslagen in een bepaalde discipline
2. Kennis disciplineert ons (gedragsaanpassing)
bv; homoseksualteit als te genezen aandoening
Bv; Minnesota Multiphasic Personality Inventory:
- Vragenlijst
- Gebruikt om te kijken naar indicatie voor verhoogde criminele aanleg
- Betwistbare aannames
o Men is crimineel of niet
o De meeste mensen zijn niet crimineel
o ‘Eigenaardige’ gedragspatronen voorspellen die criminele natuur
- = slechts mogelijk dankzij de uitvinding van de gevangenis; de instelling creëert mee het probleem waravoor ze een oplossing is
Peilen naar intelligentie:
Intelligentietesten zijn ook een voorbeeld van de medicalisering
2
, Dikwijls neemt men aan dat intelligentie een vaststaand persoonlijkheidskenmerk is en dat men dit kenmerk accuraat en objectief kan
bepalen
Dit was niet het oorspronkelijke idee achter Alfred Binet’s intelligentietest: was bedoeld om kinderen die niet mee konden draaien in het
traditionele schoolsysteem nieuwe leerkansen te geven, door materieel bewijs aan te leveren dat vele van die kinderen meer in hun mars
hadden dan werd aangenomen. Hij deed dit door abstractie te maken van de inhouden die de traditionele school aanleverde MAAR Binet’s
tset was niet bedoeld om ‘de’ capaciteit om abstract te kunnen denken te meten
Binet wilde dus geen ‘finaal oordeel’ vellen over kinderen, maar wel helpen om bepaalde tekorten te remediëren
test was ook niet bedoeld om de basis te leggen voor de gemedicaliseerde ideologie van het IQ
Conclusie:
- Een analyse in termen van medicalisering geeft een antwoord op de vraag waarom het medisch model zo populair is vandaag
- Een van de antwoorden is dat het innemen van een ‘medische blik’ op opvoedingskwesties reële machtseffecten heeft:
o Wetenschappelijke kennis voorbehouden aan een kaste (= groep waarvan leden hetzelfde beroep uitoefenen)
o Het is voor de meerderheid der mensen irrationeel zich niet aan die kennis te onderwerpen
o Normatieve effecten komen tot stand die uiteindelijk het maatschappelijke ‘status quo’ (bestaande gang van zaken)
dienen
- Pedagogiek wordt dan meer en meer gezien als een discipline voorbehouden voor een klinisch geschoolde elite die
aandoeningen en afwijkingen moet opsporen, definiëren, verklaren en behandelen (de pedagoog wordt een soort ‘dokter’)
- Medicailsering zet zich op alle mogelijke vlakken door
ILLICH: ‘PATHOGENIC PURSUIT OF HEALTH’
De modern geneeskunde houdt zich niet enkel bezig met het bestrijden van pathogenen, maar is zelf pathogeen:
- Iatrogenese (de dokter maakt zelf de mensen ziek)
o Overhygiëneparadox, ziekenhuisbacterie, overconsumptie van antibiotica, …
o Geneeskunde als een nieuwe religie en de arts als een geseculariseerde pastoor (die echter wel dezelfde macht
behouden: erfzonde/ziekte kan enkel door de pastor/arts worden vastgesteld en genezen)
o Steeds nieuwe ziektes beschreven en technologieën ontwikkeld steeds meer mensen worden gediagnostsceerd
en behandeld
- Obsessie met risico’s die we te allen prijze willen vermijden: normalisering van ‘tracing’ en ‘monitoring’, waardoor het volstrekt
irrationeel is om geen preventieve maatregelen te nemen (bv prenatale screening)
deze risico-aversie leidt volgens Illich tot ‘disembodiment’, of althans tot een onoverbrugbare spanning tussen ons unieke
lichaam (zoals we dat van binnenuit beleven) en onze algoritmische Doppelganger (ons lichaam als onderdeel van een statische
representatie van de medische conditie van een populatie)
o Gevaar risico; vervreemding van onze eigen sterfelijkheid (bv covid; metingen postitief beïnvloeden was enige
doel, maatregelen die daarvoor genomen moesten worden waren niet belangrijk)
Risk society:
Ulrich Beck: risico als onze nieuwe bestaansconditie die typisch hedendaags is; blootstelling aan risico’s die we niet meer kunnen
beheersen (ecologische crisis):
1. We zijn erfgenamen van technologische ontwikkelingen (bv plastic) die ooit een wonderoplossing leken, maar waarvan we nu
de onombaarkare conqequenties ondergaan. Het gaat hier om dreigingen die voor de gewone mens onzichtbaar zijn
(opwarming van de aarde bv)
‘loss of cognitive sovereignity’: meer en meer voelt de modale mens zich machteloos en dient deze zich te onderwerpen aan
de macht van experten
2. We kunnen niet langer inschatten welke de gevolgen zijn van ons collectief handelen. De wereld is één groot experiment want
er is geen planeet B (bv impact van massa-toerisme)
we worden voortdurend geconfronteerd met onze eigen kwetsbaarheid, hetgeen aanleiding geeft tot een nieuw soort
metakwetsbaarheid
Hoe meer initiatieven we nemen om risico’s te beheersen en onze problemen te controleren, hoe meer we geconfronteerd worden met
ons eigen onvermogen (niet-kunnen = nog-niet-kunnen) en hoe meer we verlangen naar nog meer beheersingsvermogen vicieuze cirkel
waarbij we steeds meer afhankelijk worden van technologie en ons steeds meer onderwerpen aan de (dwingende) visies van experten en
aan de meest absurde controlemaatregelen
Opvoeden van onze kinderen op basis van een neurotische overgevoeligheid voor risico’s uitbesteden van traditionele opvoedersrollen
aan technologie (parenting apps) en deskundigen
3
VORMEN DEEL II
HOORCOLLEGE 1 & 2: INLEIDING
3 centrale kwesties uit de cursus:
- Wat maakt pedagogische wetenschappen tot wetenschap
o Belangrijk verschil tussen pedagogie en pedagogiek
o Elke universitair geschoolde pedagoog = onderzoeker
- Wat is eigen aan pedagogische wetenschappen
o Pedagogiek bestaat niet overal als autonoma wetenschappelijke discipline
- Wat is een geschikt paradigma om pedagogische wetenschappen te beoefenen
o Kernvraag = impliceert pedagogisch onderzoek noodzakelijkwijze interpretatie?
Pedagogische wetenschappen ontstaan in Duitsland
INLEIDING: HET PRIMAAT VAN BETEKENIS EN INTERPRETATIE
Het gehanteerde paradigma waarborgt de wetenschappelijkheid van een discipline. Je kan een fenomeen op twee manieren bestuderen.
Traditioneel gebeurt dit via een tweedeling tussen volgende paradigma’s:
- Kwalitatief VS kwantitatief onderzoek
- Interpreteren VS meten
- Verstaan VS verklaren
Voor de pedagogische wetenschappen is het niet zonder meer duidelijk welk paradigma best gehanteerd kan worden
- Traditionele visie: kwalitatief
- Vandaag de dag: achterhaald? socio-materiële wende
Opmerking over de notie paradigma:
Thomas Kuhn: the structure of scientific revolutions
is niet zomaar ‘een manier van kijken’, het is een geheel van (soms onuitgesproken) opvattingen over wat wetenschap is
- Paradigma’s wisselen elkaar af zonder dwingende intern-wetenschappelijke reden
- Paradigma’s zijn incommensurabel (= onvergelijkbaar, het is het ene of het andere)
- Er bestaat volgens Kuhn daarom niet zoiets als wetenschappelijke vooruitgang
- Paradigmatic shift = overgang van geocentrisch naar heliocentrisch wereldbeeld
DEEL 1: DE NOODZAAK VAN INTERPRETATIE (SMEYERS & SMITH, WINCH)
Omwille van het succes van de natuurwetenschappen (geneeskunde) wordt een bepaald paradima (kwantitatief, experimenteel, RCT,
nauwgezet en afstandelijk) als na te streven model genomen gevolg: interpretatie (subjectieve zingeving) en theoretische speculatie
(nadenken) moeten worden geweerd
Two cultures of scientific research; oorlog tussen ‘hard sciences’ en ‘humanities’
Smeyers & Smith; pedagogische wetenschappen zijn geen ‘hard science’ en de wende naar een medisch paradigma is een grote en
gevaarlijke vergissing
RTC:
methode om oorzakelijkheid aan te duiden alle subjectiviteit en interpetatie worden op een gecontroleerde manier uitgeschakels
Model VS realiteit:
Ook binnen de medische wetenschappen kent RCT eigenlijk maar een relatief succes. Vaststellen van oorzakelijkheid is altijd een relatieve
kwestie
Binnen de menswetenschappen zijn het vaststellen van wetmatigheden obv RCT’s zo goed als onbestaande het gaat hier meestal over
het in kaart brengen van condities en risicofactoren en om het formuleren van relaties van probaliteit
Bijkomend probleem: inzicht in wetmatigheden/mechanismen maakt bij mensen dikwijls geen verschil voor hun reëel gedrag
1
,Relative risk reduction (RRR) vs absolute risk reduction (ARR): voorbeeld Pfizer
relatieve versus algemene beschermisgraad: getallen zonder context kunnen leiden tot irrationele beslissingen
Succes van het medisch model: ruimere maatschappelijke tendensen die dit verklaren:
- Onmiskenbaar succes van de natuurwetenschappen en de medische wetenschap in het bijzonder; het zou gek zijn om dit
paradigma niet te imiteren een op medische leest geschoolde pedagogiek zou niet langer een kwestie van noodlot zijn
- Veranderende academische context: van vertrouwen naar wantrouwen
o Vroeger: autonome kennisinstelling, publiek gefinancierd, interne kwaliteitsbewaking
o Nu: kennisproductie aan de universteit wordt constant gecontroleerd en meer en meer extern gefinancierd
o gevolg: moordende competitie, rankings (impactfactor)
o neveneffecten: dominantie van kwantitatief-experimenteel onderzoek (ook in de beoordeling van
‘menswetenschappekijk’ onderzoek)
- Medicalisering van de pedagogische wetenschappen, we leven in een gemedicaliseerde samenleving (Foucault waarom
hechten we zoveel belang aan deze kennis?)
- Overgang naar risicomaatschappij (Illich/Beck)
MEDICALISERING (FOUCAULT):
- Foucaults archeologie van het weten: kennis is niet enkel een kwestie van meer te weten te komen en eindelijk te zien wat er
potentieel altijd al te zien was; kennis wordt ook altijd geproduceerd
- Zichtbaarheid wordt gecreëerd dankzij specifieke historische omstandigheden, de medische wetenschap kon maar gedijen
dankzij de uitvinding van de kliniek
- De kliniek laat toe (grote hoeveelheden) ‘gevallen’ met elkaar te vergelijken, ziektes te identificeren, veralgemeningen en
voorspellingen te doen, remedies uit te testen, … de medische blik
- Zo ontstaan voor het eerst ‘ziektes’: ze worden ontdekt, gelezen (adhv symptomen) en behandeld volgens de voorschriften
Gevolgen:
- Epistemologische almacht bij kleine ‘kaste’ van dokters
- Onontkoombaar paradigma: indien ik me niet goed voel dan is het vrij dwingend dat ik me aan het oordeel van de medische
wetenschap dien te onderwerpen
- Normatieve effecten: men is ziek of gezond; alle ziektes zijn netjes opgelijst, mensen zijn normaal of abnormaal en de
abnormalen worden best zo snel als mogelijk genormaliseerd
Maar de productie van medische kennis is;
- Sterk historisch bepaald
- Dient altijd een machtsbelang; er bestaat geen neutrale kennis!
Disciplinaire macht:
1. Voorbehouden aan mensen beslagen in een bepaalde discipline
2. Kennis disciplineert ons (gedragsaanpassing)
bv; homoseksualteit als te genezen aandoening
Bv; Minnesota Multiphasic Personality Inventory:
- Vragenlijst
- Gebruikt om te kijken naar indicatie voor verhoogde criminele aanleg
- Betwistbare aannames
o Men is crimineel of niet
o De meeste mensen zijn niet crimineel
o ‘Eigenaardige’ gedragspatronen voorspellen die criminele natuur
- = slechts mogelijk dankzij de uitvinding van de gevangenis; de instelling creëert mee het probleem waravoor ze een oplossing is
Peilen naar intelligentie:
Intelligentietesten zijn ook een voorbeeld van de medicalisering
2
, Dikwijls neemt men aan dat intelligentie een vaststaand persoonlijkheidskenmerk is en dat men dit kenmerk accuraat en objectief kan
bepalen
Dit was niet het oorspronkelijke idee achter Alfred Binet’s intelligentietest: was bedoeld om kinderen die niet mee konden draaien in het
traditionele schoolsysteem nieuwe leerkansen te geven, door materieel bewijs aan te leveren dat vele van die kinderen meer in hun mars
hadden dan werd aangenomen. Hij deed dit door abstractie te maken van de inhouden die de traditionele school aanleverde MAAR Binet’s
tset was niet bedoeld om ‘de’ capaciteit om abstract te kunnen denken te meten
Binet wilde dus geen ‘finaal oordeel’ vellen over kinderen, maar wel helpen om bepaalde tekorten te remediëren
test was ook niet bedoeld om de basis te leggen voor de gemedicaliseerde ideologie van het IQ
Conclusie:
- Een analyse in termen van medicalisering geeft een antwoord op de vraag waarom het medisch model zo populair is vandaag
- Een van de antwoorden is dat het innemen van een ‘medische blik’ op opvoedingskwesties reële machtseffecten heeft:
o Wetenschappelijke kennis voorbehouden aan een kaste (= groep waarvan leden hetzelfde beroep uitoefenen)
o Het is voor de meerderheid der mensen irrationeel zich niet aan die kennis te onderwerpen
o Normatieve effecten komen tot stand die uiteindelijk het maatschappelijke ‘status quo’ (bestaande gang van zaken)
dienen
- Pedagogiek wordt dan meer en meer gezien als een discipline voorbehouden voor een klinisch geschoolde elite die
aandoeningen en afwijkingen moet opsporen, definiëren, verklaren en behandelen (de pedagoog wordt een soort ‘dokter’)
- Medicailsering zet zich op alle mogelijke vlakken door
ILLICH: ‘PATHOGENIC PURSUIT OF HEALTH’
De modern geneeskunde houdt zich niet enkel bezig met het bestrijden van pathogenen, maar is zelf pathogeen:
- Iatrogenese (de dokter maakt zelf de mensen ziek)
o Overhygiëneparadox, ziekenhuisbacterie, overconsumptie van antibiotica, …
o Geneeskunde als een nieuwe religie en de arts als een geseculariseerde pastoor (die echter wel dezelfde macht
behouden: erfzonde/ziekte kan enkel door de pastor/arts worden vastgesteld en genezen)
o Steeds nieuwe ziektes beschreven en technologieën ontwikkeld steeds meer mensen worden gediagnostsceerd
en behandeld
- Obsessie met risico’s die we te allen prijze willen vermijden: normalisering van ‘tracing’ en ‘monitoring’, waardoor het volstrekt
irrationeel is om geen preventieve maatregelen te nemen (bv prenatale screening)
deze risico-aversie leidt volgens Illich tot ‘disembodiment’, of althans tot een onoverbrugbare spanning tussen ons unieke
lichaam (zoals we dat van binnenuit beleven) en onze algoritmische Doppelganger (ons lichaam als onderdeel van een statische
representatie van de medische conditie van een populatie)
o Gevaar risico; vervreemding van onze eigen sterfelijkheid (bv covid; metingen postitief beïnvloeden was enige
doel, maatregelen die daarvoor genomen moesten worden waren niet belangrijk)
Risk society:
Ulrich Beck: risico als onze nieuwe bestaansconditie die typisch hedendaags is; blootstelling aan risico’s die we niet meer kunnen
beheersen (ecologische crisis):
1. We zijn erfgenamen van technologische ontwikkelingen (bv plastic) die ooit een wonderoplossing leken, maar waarvan we nu
de onombaarkare conqequenties ondergaan. Het gaat hier om dreigingen die voor de gewone mens onzichtbaar zijn
(opwarming van de aarde bv)
‘loss of cognitive sovereignity’: meer en meer voelt de modale mens zich machteloos en dient deze zich te onderwerpen aan
de macht van experten
2. We kunnen niet langer inschatten welke de gevolgen zijn van ons collectief handelen. De wereld is één groot experiment want
er is geen planeet B (bv impact van massa-toerisme)
we worden voortdurend geconfronteerd met onze eigen kwetsbaarheid, hetgeen aanleiding geeft tot een nieuw soort
metakwetsbaarheid
Hoe meer initiatieven we nemen om risico’s te beheersen en onze problemen te controleren, hoe meer we geconfronteerd worden met
ons eigen onvermogen (niet-kunnen = nog-niet-kunnen) en hoe meer we verlangen naar nog meer beheersingsvermogen vicieuze cirkel
waarbij we steeds meer afhankelijk worden van technologie en ons steeds meer onderwerpen aan de (dwingende) visies van experten en
aan de meest absurde controlemaatregelen
Opvoeden van onze kinderen op basis van een neurotische overgevoeligheid voor risico’s uitbesteden van traditionele opvoedersrollen
aan technologie (parenting apps) en deskundigen
3