2017-2018
BEWEGEN EN STABILITEIT
Samenvatting
ANATOMIE
Annemaj Scholte
,Inhoud
1.06 WC anatomie: terminologie .............................................................................................................. 3
Anatomische terminologie ...............................................................................................................................3
Vlakken, assen en bewegingen .........................................................................................................................4
bewegingen bovenste extremiteit (B.E.) ................................................................................................... 5
Bewegingen onderste extremiteit (O.E.) ................................................................................................... 6
Innervatie B.E .......................................................................................................................................... 7
Innervatie O.E. ......................................................................................................................................... 7
1.07 VT anatomie: inspecteren en palperen botten onderbeen.................................................................. 8
Voorbereiding/Theorie .....................................................................................................................................8
Praktijk ..............................................................................................................................................................9
2.07 VT anatomie: inspecteren en palperen spronggewrichten ................................................................ 12
Voorbereiding/Theorie ...................................................................................................................................12
praktijk ............................................................................................................................................................13
3.07 VT anatomie: inspecteren en palperen van spieren in het onderbeen ............................................... 17
Voorbereiding/Theorie ...................................................................................................................................17
Praktijk ............................................................................................................................................................19
5.07 VT anatomie: inspecteren en palperen van de art. genus ................................................................. 22
Voorbereiding/Theorie ...................................................................................................................................22
Praktijk ............................................................................................................................................................23
6.07 VT anatomie: inspecteren en palperen spieren bovenbeen .............................................................. 26
Voorbereiding/Theorie ...................................................................................................................................26
Praktijk ............................................................................................................................................................27
7.07 VT anatomie: inspecteren en palperen art. coxae en spieren bovenbeen, heup en bil. ...................... 31
Voorbereiding/Theorie ...................................................................................................................................31
Praktijk ............................................................................................................................................................32
Jaar 1, periode 1 – bewegen en stabiliteit 2
,1.06 WC anatomie: terminologie
Anatomische terminologie
Anatomische terminologie
Latijn Nederlands Latijns Nederlands
a. Arteria Slagader Lat. Lateraal Zijdelings/ zijkant
aa. Arteriae Slagaders med. mediaal Middenlijn
art. Articulatio Gewricht ant. Anterior Aan de voorkant
v. Vena Ader post. Posterior Aan de achterkant
inf. Inferior Onder(gelegen) m. Musculus Spier
sup. Superior Boven(gelegen) n. nervus zenuw
Anatomische terminologie
holte Cavum, cavitas Spina Graad, doorn, uitsteeksel
bot Os tuber Knobbel (groter)
kraakbeen Cartilago tuberositas knobbelachtige verhevenheid
huid Cutis, derma caput Kop
ader Vena basis Fundament, grondslag
slagader Arterie/Arteria corpus Lichaam
spier Musculus pees Tendo
zenuw Nervus voet Tarsus
gewricht Articulatio trochanter Draaier, uitsteeksel
margo rand tuberculum Knobbel (kleiner)
ziektetoestanden
-pathie Aandoening, ziekte, afwijking Hyper- Vermeerderd, te veel
-itis Ontsteking Tachy- Snel, haastig
–ose Ziekte, aandoening Brady- Langzaam, traag
-penie Te kort, te weinig -algie pijn
Hypo- Verminderd, te weinig Dys- Verkeerd, slecht, mis
plaatsaanduidingen
caudaal De lichaamsdelen aan de kant van de craniaal Uiteinde bij het hoofd
‘’staart”. Onderste deel
Teg. craniaal
proximaal Naar het lichaam toe distaal Van het lichaam af
Het meest dichtbije van het anatomisch Het meest verraf van het anatomische
centrum centrum
ventraal De voorkant van het lichaam, buikzijde anterior Voor (ventraal)
dorsaal De achterkant van het lichaam, rugzijde posterior Achter (dorsaal)
lateraal Buitenkant mediaal binnenkant
plantair Onderkant(vanaf de voetzool gezien) palmair Onderkant van de hand
Jaar 1, periode 1 – bewegen en stabiliteit 3
, Vlakken, assen en bewegingen
VLAKKEN
Een frontaal vlak deelt het lichaam in een voorste en achterste deel.
Een sagittaal vlak deelt het lichaam in een linker en rechter deel;
een mediaan vlak deelt het lichaam in een linker en rechter helft.
Een transversaal vlak deelt het lichaam in een bovenste en onderste deel.
ASSEN
1. longitudinale as = de lengte as (verticaal).
2. frontale of transversale as = een horizontale as die van links naar rechts loopt.
3. sagittale as = een horizontale as die van voor naar achter
loopt.
BEWEGINGEN
Om een longitudinale as:
exorotatie = naar buiten draaien
endorotatie = naar binnen draaien
Om een frontale as :
anteflexie = naar voren buigen (als in een gewricht ook naar achter buigen mogelijk is).
retroflexie = naar achter buigen (als in een gewricht ook naar voren buigen mogelijk is).
flexie = buigen
extensie = strekken
Om een sagittale as:
abductie = van het lichaam (= de romp) af
adductie = naar het lichaam (= de romp) toe
Jaar 1, periode 1 – bewegen en stabiliteit 4