FISCAAL RECHT EN ARBEIDSOVEREENKOMSTEN
DEEL 1: ALGEMENE INLEIDING EN BASISPRINCIPES
H1: OORSPRONG VAN BELASTINGEN
1.1. OORSPRONG
De oorsprong van belastingen is de noodzaak om de overheidsuitgaven te financieren.
- Dit kan in diverse vormen:
o Vroeger: land, brood, …
o Vandaag: zo’n 90% uit heffing
Hoofdzakelijk belastingen en sociale zekerheidsbepalingen
NO TAXATION WITHOUT REPRESENTATION
Vroeger was belastingheffing een loutere machtsuitoefening (had men een land veroverd, kon men
belastingen heffen op wat en wie men ook wilde).
Sinds Magna Carta (1215) spreekt men over “no taxation without representation”
Sinds de Franse Revolutie (1789) zijn er ook sterk wat democratische bepalingen bij gekomen:
- Elke belastingwet moet door het parlement goedgekeurd worden
- Er is een jaarlijkse toestemming (rijksmiddelenbegroting) nodig:
o Voor inkomsten => Financiewet
o Voor uitgaven => Uitgavenbegroting
- Indien er geen akkoord gevonden kan worden, wordt het beginsel van “voorlopige twaalfden”
toegepast, waar de overheid het beleid van de laatste 12 maanden opnieuw kan uitvoeren
- Technisch gezien zou men in zo’n situatie geen belastingen moeten betalen
POLITIEK INSTRUMENT
Vroeger werd het stemrecht bepaald in functie van de betaalde belasting
Men ging er van uit dat mensen die meer belastingen betaalden een beter idee hadden van wat goed
was voor de samenleving
Maar sinds de uitbreiding van het kiezerkorps => ook uitbreiding van de kijk op belasting
Gezien belasting enkel doorgevoerd kan worden via een wet in het parlement, is het een instrument
geworden van sociale politiek en economisch beleid
TOENAMEN BELASTINGDRUK
1. In de loop van de 20e eeuw neemt de rol van de overheid toe
Er is dus nood aan meer financiering voor de overheidsuitgaven
2. De wereldoorlogen hebben gezorgd voor een belastingtoename
Dit was nodig en men heeft zich daar aan aangepast
3. Enorme inflatie van voornamelijk de jaren 70
1
, Er was geen indexatie van de tax brackets: men ging nominaal meer verdienen en kwam zo in
een hogere belastingschijf terecht
In dat opzicht heeft inflatie bijgedragen aan een toename van de welvaartsstaat
Die drie redenen hebben ervoor gezorgd dat de limiet bereikt is
De overheid kan niet meer belastingen vragen
- Er zijn ongewenste economische en psychologische neveneffecten
- Er is een dis-incentive voor werklozen aan de dop om op zoek te gaan naar werk
- Vergeleken met het buitenland is België al duur
We hebben nood aan een taks shift
Zoals vermeld is er een disincentive om te gaan werken als men al een uitkering heeft:
1.2. ACTUELE TENDENS: DE TAX SHIFT
REDENEN VOOR DE TAX SHIFT:
Er is een te hoge belastingdruk
1. Vermindering van de loonlasten
2. Vergrijzingsfiscaliteit (proportioneel aandeel dat niet meer werkt neemt steeds toe)
Men wil weg van de taxatie van arbeid richting de taxatie van de fiscale draagkracht van de niet langer
werkende
Waarom? => paradox van vergrijzing
VERSCHUIVINGEN
1. Naar vermogensinkomen
o Vooral verhoging van de RV
o Opvolging van de kaaimantaks en jaarlijkse taks op de effectenrekening
2. Niet naar vermogensbezit
o Tenzij via onroerende voorheffing en taks of effectenrekening
3. Naar bestedingen en transacties
o Accijnzen (verhogen zou groot deel van grenshandel wegnemen)
o BTW
o Maar vooral op inelastische bronnen om consumptie niet tegen te gaan
We zien een blijvende druk voor een vermindering van belastingen op arbeid en verschuiving naar een
heffing op vermogensinkomsten
2
,De blauwdruk voor een fiscale hervorming door Minister van Financiën Van Peteghem stelde een duaal
systeem voor:
- Arbeidsinkomen progressief belast aan 50%
o Dit aanpassen is onmogelijk (daling van 1% resulteert al in 4.5MIA verlies aan inkomsten)
- Alle vermogensinkomsten aan vlak tarief van 25% of 30%
- En ook belasting op meerwaarden
Dit voorstel werd geblokkeerd door MR voorzitter
RECENTE ONTWIKKELINGEN
Het regeerakkoord De Wever I bevat fiscale hervormingen
- Een belangrijke maatregel is de verlaging van de belasting op de werkende (door een verhoging
van de belastingvrije som en extra aftrek voor zelfstandigen)
- Ook op vermogensinkomsten wordt de fiscaliteit aangescherpt => er komt een
meerwaardebelasting van 10% op financiële instrumenten en crypto
o Geldt niet op historische meerwaarden (budgettaire rendement zal pas in de toekomst
voelbaar zijn)
- De vrijstelling van dividenden en meerwaarden in de vennootschapsbelasting wordt verstrengd
- De aftrekbaarheid van interesten voor een tweede en volgende woning worden beperkt
NIEUWE EVOLUTIE
Een belangrijke nieuwe ontwikkeling is de verdere regionalisering van de inkomstenbelastingen
De 3 belangrijkste belastingen zijn allemaal van federale bevoegdheid
We hechten daarnaast belang aan no taxation without representation
De vraag is nu of dit in hedendaags België nog opgaat. Federaal worden we namelijk vertegenwoordigd
door Vlaamse partijen die een minderheid hebben in Vlaanderen…
Een economisch beledig wordt bepaald door 3 componenten:
1. Subsidies => zijn al geregionaliseerd
2. Fiscaliteit => federaal
3. Tewerkstelling => federaal
Feitelijk zouden we de fiscaliteit en tewerkstelling ook per regio moeten organiseren => we zijn al bezig
met de regionalisering van de inkomstenbelastingen:
- Niet de vennootschapsbelasting
- Wel de personenbelasting (bedraagt 50%, waarvan 35% naar Vlaanderen gaat)
- Wel de successierechten, registratierechte en andere heffingen verbonden aan eigen
bevoegdheden
3
, H2. BELASTINGEN
1.1. DEFINITIE
Belasting = een verplichte bijdrage opgelegd door de overheid volgens bepaalde regels van het recht aan
haar onderdanen ten einde in het algemeen en zonder aanwijsbare tegenprestatie haar uitgaven te
kunnen doen
De ontleding:
- Een bijdrage opgelegd door en betaald aan de overheid
o Nooit aan particulieren
o Bij wet wordt bepaald welke overheden kunnen heffen (federaal, gewestelijk, provinciaal
en gemeentelijk maar niet door gemeenschappen)
- Een verplichte bijdrage
o Men moet belastingen betalen als men zich in de geviseerde situatie bevindt
o Dat niet doen is simulatie en is illegaal
- Geheven volgens wettelijke bepaling goedgekeurd door het bevoegde “Parlement”
o Democratische controle = legaliteitsbeginsel of nog “no taxation without representation”
Artikel 170 GW: geen belasting ten behoeve van de Staat kan worden ingevoerd
dan door de wet
o Er is jaarlijkse toestemming nodig tot heffen van belastingen (Financiewet) en het doen
van uitgaven (rijksmiddelenbegroting)
Artikel 171 GW: over de belastingen moet jaarlijks worden gestemd
Indien ze niet worden vernieuwd => 1 jaar geldig
Maar via “voorlopige twaalfden” => fiscaal beleid van afgelopen jaar wordt
verdergezet
- Opgedragen aan haar onderdanen
o Link met het grondgebied = territorialiteit
Daarom geen belastingen door gemeenschappen want geen grondgebied
- Niet specifiek bestemd voor een bepaalde uitgave
o Dit noemt men politieke discretie
Daarom is SZ geen belasting want heeft een specifiek doel
Onderscheid met andere bijdragen en heffingen (geen belastingen)
1. Sociale zekerheidsbijdrage
o Verplicht maar specifiek
Viseren specifieke aanwending, bepaalde uitgave, …
Inning door parastatalen
Formele benadering in concreto uitgehold
o Algemene beginselen van het belastingrecht niet van toepassing
o Geen jaarlijkse wettelijke controle nodig
2. Retributies
o Een vergoeding voor een tegenprestatie van de overheid in rechtstreeks en onmiddellijk
belang van de begunstigde (= geïndividualiseerde dienst zoals bv. kaaigelden)
4
DEEL 1: ALGEMENE INLEIDING EN BASISPRINCIPES
H1: OORSPRONG VAN BELASTINGEN
1.1. OORSPRONG
De oorsprong van belastingen is de noodzaak om de overheidsuitgaven te financieren.
- Dit kan in diverse vormen:
o Vroeger: land, brood, …
o Vandaag: zo’n 90% uit heffing
Hoofdzakelijk belastingen en sociale zekerheidsbepalingen
NO TAXATION WITHOUT REPRESENTATION
Vroeger was belastingheffing een loutere machtsuitoefening (had men een land veroverd, kon men
belastingen heffen op wat en wie men ook wilde).
Sinds Magna Carta (1215) spreekt men over “no taxation without representation”
Sinds de Franse Revolutie (1789) zijn er ook sterk wat democratische bepalingen bij gekomen:
- Elke belastingwet moet door het parlement goedgekeurd worden
- Er is een jaarlijkse toestemming (rijksmiddelenbegroting) nodig:
o Voor inkomsten => Financiewet
o Voor uitgaven => Uitgavenbegroting
- Indien er geen akkoord gevonden kan worden, wordt het beginsel van “voorlopige twaalfden”
toegepast, waar de overheid het beleid van de laatste 12 maanden opnieuw kan uitvoeren
- Technisch gezien zou men in zo’n situatie geen belastingen moeten betalen
POLITIEK INSTRUMENT
Vroeger werd het stemrecht bepaald in functie van de betaalde belasting
Men ging er van uit dat mensen die meer belastingen betaalden een beter idee hadden van wat goed
was voor de samenleving
Maar sinds de uitbreiding van het kiezerkorps => ook uitbreiding van de kijk op belasting
Gezien belasting enkel doorgevoerd kan worden via een wet in het parlement, is het een instrument
geworden van sociale politiek en economisch beleid
TOENAMEN BELASTINGDRUK
1. In de loop van de 20e eeuw neemt de rol van de overheid toe
Er is dus nood aan meer financiering voor de overheidsuitgaven
2. De wereldoorlogen hebben gezorgd voor een belastingtoename
Dit was nodig en men heeft zich daar aan aangepast
3. Enorme inflatie van voornamelijk de jaren 70
1
, Er was geen indexatie van de tax brackets: men ging nominaal meer verdienen en kwam zo in
een hogere belastingschijf terecht
In dat opzicht heeft inflatie bijgedragen aan een toename van de welvaartsstaat
Die drie redenen hebben ervoor gezorgd dat de limiet bereikt is
De overheid kan niet meer belastingen vragen
- Er zijn ongewenste economische en psychologische neveneffecten
- Er is een dis-incentive voor werklozen aan de dop om op zoek te gaan naar werk
- Vergeleken met het buitenland is België al duur
We hebben nood aan een taks shift
Zoals vermeld is er een disincentive om te gaan werken als men al een uitkering heeft:
1.2. ACTUELE TENDENS: DE TAX SHIFT
REDENEN VOOR DE TAX SHIFT:
Er is een te hoge belastingdruk
1. Vermindering van de loonlasten
2. Vergrijzingsfiscaliteit (proportioneel aandeel dat niet meer werkt neemt steeds toe)
Men wil weg van de taxatie van arbeid richting de taxatie van de fiscale draagkracht van de niet langer
werkende
Waarom? => paradox van vergrijzing
VERSCHUIVINGEN
1. Naar vermogensinkomen
o Vooral verhoging van de RV
o Opvolging van de kaaimantaks en jaarlijkse taks op de effectenrekening
2. Niet naar vermogensbezit
o Tenzij via onroerende voorheffing en taks of effectenrekening
3. Naar bestedingen en transacties
o Accijnzen (verhogen zou groot deel van grenshandel wegnemen)
o BTW
o Maar vooral op inelastische bronnen om consumptie niet tegen te gaan
We zien een blijvende druk voor een vermindering van belastingen op arbeid en verschuiving naar een
heffing op vermogensinkomsten
2
,De blauwdruk voor een fiscale hervorming door Minister van Financiën Van Peteghem stelde een duaal
systeem voor:
- Arbeidsinkomen progressief belast aan 50%
o Dit aanpassen is onmogelijk (daling van 1% resulteert al in 4.5MIA verlies aan inkomsten)
- Alle vermogensinkomsten aan vlak tarief van 25% of 30%
- En ook belasting op meerwaarden
Dit voorstel werd geblokkeerd door MR voorzitter
RECENTE ONTWIKKELINGEN
Het regeerakkoord De Wever I bevat fiscale hervormingen
- Een belangrijke maatregel is de verlaging van de belasting op de werkende (door een verhoging
van de belastingvrije som en extra aftrek voor zelfstandigen)
- Ook op vermogensinkomsten wordt de fiscaliteit aangescherpt => er komt een
meerwaardebelasting van 10% op financiële instrumenten en crypto
o Geldt niet op historische meerwaarden (budgettaire rendement zal pas in de toekomst
voelbaar zijn)
- De vrijstelling van dividenden en meerwaarden in de vennootschapsbelasting wordt verstrengd
- De aftrekbaarheid van interesten voor een tweede en volgende woning worden beperkt
NIEUWE EVOLUTIE
Een belangrijke nieuwe ontwikkeling is de verdere regionalisering van de inkomstenbelastingen
De 3 belangrijkste belastingen zijn allemaal van federale bevoegdheid
We hechten daarnaast belang aan no taxation without representation
De vraag is nu of dit in hedendaags België nog opgaat. Federaal worden we namelijk vertegenwoordigd
door Vlaamse partijen die een minderheid hebben in Vlaanderen…
Een economisch beledig wordt bepaald door 3 componenten:
1. Subsidies => zijn al geregionaliseerd
2. Fiscaliteit => federaal
3. Tewerkstelling => federaal
Feitelijk zouden we de fiscaliteit en tewerkstelling ook per regio moeten organiseren => we zijn al bezig
met de regionalisering van de inkomstenbelastingen:
- Niet de vennootschapsbelasting
- Wel de personenbelasting (bedraagt 50%, waarvan 35% naar Vlaanderen gaat)
- Wel de successierechten, registratierechte en andere heffingen verbonden aan eigen
bevoegdheden
3
, H2. BELASTINGEN
1.1. DEFINITIE
Belasting = een verplichte bijdrage opgelegd door de overheid volgens bepaalde regels van het recht aan
haar onderdanen ten einde in het algemeen en zonder aanwijsbare tegenprestatie haar uitgaven te
kunnen doen
De ontleding:
- Een bijdrage opgelegd door en betaald aan de overheid
o Nooit aan particulieren
o Bij wet wordt bepaald welke overheden kunnen heffen (federaal, gewestelijk, provinciaal
en gemeentelijk maar niet door gemeenschappen)
- Een verplichte bijdrage
o Men moet belastingen betalen als men zich in de geviseerde situatie bevindt
o Dat niet doen is simulatie en is illegaal
- Geheven volgens wettelijke bepaling goedgekeurd door het bevoegde “Parlement”
o Democratische controle = legaliteitsbeginsel of nog “no taxation without representation”
Artikel 170 GW: geen belasting ten behoeve van de Staat kan worden ingevoerd
dan door de wet
o Er is jaarlijkse toestemming nodig tot heffen van belastingen (Financiewet) en het doen
van uitgaven (rijksmiddelenbegroting)
Artikel 171 GW: over de belastingen moet jaarlijks worden gestemd
Indien ze niet worden vernieuwd => 1 jaar geldig
Maar via “voorlopige twaalfden” => fiscaal beleid van afgelopen jaar wordt
verdergezet
- Opgedragen aan haar onderdanen
o Link met het grondgebied = territorialiteit
Daarom geen belastingen door gemeenschappen want geen grondgebied
- Niet specifiek bestemd voor een bepaalde uitgave
o Dit noemt men politieke discretie
Daarom is SZ geen belasting want heeft een specifiek doel
Onderscheid met andere bijdragen en heffingen (geen belastingen)
1. Sociale zekerheidsbijdrage
o Verplicht maar specifiek
Viseren specifieke aanwending, bepaalde uitgave, …
Inning door parastatalen
Formele benadering in concreto uitgehold
o Algemene beginselen van het belastingrecht niet van toepassing
o Geen jaarlijkse wettelijke controle nodig
2. Retributies
o Een vergoeding voor een tegenprestatie van de overheid in rechtstreeks en onmiddellijk
belang van de begunstigde (= geïndividualiseerde dienst zoals bv. kaaigelden)
4