Bacteriologie 3de bach geneeskunde KUL
Introductie tot klinische microbiologie
Rol van microbiologie en bacteriologie in gezondheid
Het doel van laboratoria is het identificeren van veroorzakers van
infectieziekten.
Vooral als de klinische presentatie niet duidelijk is
Op deze manier kan er doelgerichter en effectiever behandeld worden
Mogelijke veroorzakers:
- Bacteriën: eencellige micro-organismen met toxinen en invasie
- Virussen: niet-levende deeltjes die in gastheercellen vermenigvuldigen
- Schimmels: eukaryote micro-organismen vooral in
immuungecompromitteerde individuen
- Parasieten: organismen die op of in gastheer leven en schade
veroorzaken
Belangrijke technieken voor identificatie:
- Microscopie: geeft visualisatie van het micro-organisme. Snelle
info over de morfologie en presentatie van het micro-organisme.
- Kweek (culture): het kweken van micro-organismen is de standaard
voor indetificatie + nadien kan je er antimicrobiële testen op doen.
- Moleculaire diagnostiek: techieken zoals PCR detecteren genetisch
materiaal van pathogenen. Zeer sensitieve en specifieke methoden
die snelle info geven. Ook bruikbaar bij weinig pathogenen en moeilijke
kweken.
- Serologie: het opsporen van antilichamen en antigenen in bloed.
Nuttig bij pathogenen die moeilijk kweken of bij bewijs voor oudere
infecties.
Na de identificatie van een pathogeen gebeurt een gevoeligheidsbepaling om
effectieve antibiotica op te starten en om resistente stammen te monitoren.
1
,Bacteriologie 3de bach geneeskunde KUL
Transmissiesysteem van bacteriële pathogenen
Endogene pathogenen:
Zijn continu aanwezig in of op de gastheer
Veroorzaken infectie als ze veranderen van plek of als de afweer van de
gastheer verstoord is (bv. Verzwakt immuunsysteem of verwonding)
Exogene pathogenen:
Zijn normaal niet aanwezig op de gastheer maar op externe bronnen
(omgeving, andere mensen, dieren, …)
Veroorzaken infectie als ze in of op de gastheer geraken via
verschillende routes (inhalatie, ingestie, contact met besmette
oppervlakten of vectoren)
Transmissie routes:
Mens-tot-mens transmissie:
Directe transmissie:
- Contact transmissie: fysiek contact met besmette persoon
- Droplet transmissie: besmette persoon verspreid respiratoire
droplets tot 1 meter en besmetting door droplet op mucosa van oog,
neus of mond
Indirecte transmissie:
- Fomite transmissie: besmetting via oppervlakten of voorwerpen
- Airborne transmissie: pathogenen verblijven in de lucht tot ze
worden ingeademd
Omgevingstransmissie:
Pathogenen die aanwezig in de omgeving komen door ingestie, inhalatie of
direct contact in/op de gastheer.
Huid en zacht weefsel infecties: Pulmonaire infecties:
- Pseudomonas aeruginosa - Legionella pneumophila
- Clostridium perfringens (legionairsziekte)
- Clostridium tetani - Aspergillus
- Mycobacterium avium complex
(MAC) 2
,Bacteriologie 3de bach geneeskunde KUL
Zoönosen:
Pathogenen die natuurlijk aanwezig zijn in dieren kunnen overgedragen
worden aan mensen door direct contact of contact met dierlijke producten
Bacillus anthracis: anthrax
Slapende sporen die jaren overleven in grond
Eens in een nutriëntrijke omgeving worden ze geactiveerd tot
groeiende cellen (meestal in grazende dieren)
De bacterie produceert toxines die ernstige ziekte en dood kunnen
veroorzaken
Infectie via direct contact met geïnfecteerde dieren, inhalatie of
consumptie van sporen (gaat via beschadigde huid, longen of GI
binnen)
Brucella: brucellosis
Bacteriën in voortplantingsorganen van dieren (runderen, schapen,
geiten, varkens)
Infectie via direct contact met dode kalveren of melkproducten
Symptomen zijn koorts, vermoeidheid, gewrichtspijn en spierpijn
Mycobacterium bovis: bovine tuberculose
Transmissie via inhalatie van droplets van een besmet rund
Transmissie via ingestie van vlees/melkproducten van een
besmette koe
Veroorzaakt symptomen zoals TBC
Coxiella burnetti: Q fever
Bacteriën in geboorteproducten, melk, urine en faeces van geiten,
schapen en runderen
Infectie via inhalatie van besmette aerosols
Symptomen zijn griepachtige symptomen tot hepatitis en chronische
infectie
3
, Bacteriologie 3de bach geneeskunde KUL
Vector-gebonden transmissie:
Bacterie geraakt tot bij mensen via een vector (luizen, teken, vlooien).
Vectoren brengen de bacteriën van de ene gastheer naar de andere. De
vectoren krijgen de bacteriën door inname van bloed van de gastheer.
Bartonella quintana: trench fever
Vector is luizen (pediculus humanus corporis)
Besmetting via bijten of krabben van de luis
Vooral bij gebrek aan hygiëne of overbevolking
Symptomen zijn koorts, hoofdpijn, botpijn, malaise
Vooral zieken in ermbarmelijke wijken
Yersinia pestis: de pest
Vector is vlooien op ratten
Builenpest = gezwollen lymfeklieren, koorts en zwakte
Septische pest = infectie in bloed veroorzaakt bloedingen en shock
Pneumatische pest = longontsteking en dood (verspreiding vie
droplets)
One-health approach
Houdt rekening met de invloed van dieren en omgeving op onze
gezondheid
Preventiemaatregelen:
- Goede luchtkwaliteit binnen
- Proper water
- Specifieke hulp voor kwetsbare groepen
- Dieren vaccinaties
- Vector controle programma’s
- Gemeenschaps educatie en stimulatie
Antimicrobiële resistentie (AMR)
4
Introductie tot klinische microbiologie
Rol van microbiologie en bacteriologie in gezondheid
Het doel van laboratoria is het identificeren van veroorzakers van
infectieziekten.
Vooral als de klinische presentatie niet duidelijk is
Op deze manier kan er doelgerichter en effectiever behandeld worden
Mogelijke veroorzakers:
- Bacteriën: eencellige micro-organismen met toxinen en invasie
- Virussen: niet-levende deeltjes die in gastheercellen vermenigvuldigen
- Schimmels: eukaryote micro-organismen vooral in
immuungecompromitteerde individuen
- Parasieten: organismen die op of in gastheer leven en schade
veroorzaken
Belangrijke technieken voor identificatie:
- Microscopie: geeft visualisatie van het micro-organisme. Snelle
info over de morfologie en presentatie van het micro-organisme.
- Kweek (culture): het kweken van micro-organismen is de standaard
voor indetificatie + nadien kan je er antimicrobiële testen op doen.
- Moleculaire diagnostiek: techieken zoals PCR detecteren genetisch
materiaal van pathogenen. Zeer sensitieve en specifieke methoden
die snelle info geven. Ook bruikbaar bij weinig pathogenen en moeilijke
kweken.
- Serologie: het opsporen van antilichamen en antigenen in bloed.
Nuttig bij pathogenen die moeilijk kweken of bij bewijs voor oudere
infecties.
Na de identificatie van een pathogeen gebeurt een gevoeligheidsbepaling om
effectieve antibiotica op te starten en om resistente stammen te monitoren.
1
,Bacteriologie 3de bach geneeskunde KUL
Transmissiesysteem van bacteriële pathogenen
Endogene pathogenen:
Zijn continu aanwezig in of op de gastheer
Veroorzaken infectie als ze veranderen van plek of als de afweer van de
gastheer verstoord is (bv. Verzwakt immuunsysteem of verwonding)
Exogene pathogenen:
Zijn normaal niet aanwezig op de gastheer maar op externe bronnen
(omgeving, andere mensen, dieren, …)
Veroorzaken infectie als ze in of op de gastheer geraken via
verschillende routes (inhalatie, ingestie, contact met besmette
oppervlakten of vectoren)
Transmissie routes:
Mens-tot-mens transmissie:
Directe transmissie:
- Contact transmissie: fysiek contact met besmette persoon
- Droplet transmissie: besmette persoon verspreid respiratoire
droplets tot 1 meter en besmetting door droplet op mucosa van oog,
neus of mond
Indirecte transmissie:
- Fomite transmissie: besmetting via oppervlakten of voorwerpen
- Airborne transmissie: pathogenen verblijven in de lucht tot ze
worden ingeademd
Omgevingstransmissie:
Pathogenen die aanwezig in de omgeving komen door ingestie, inhalatie of
direct contact in/op de gastheer.
Huid en zacht weefsel infecties: Pulmonaire infecties:
- Pseudomonas aeruginosa - Legionella pneumophila
- Clostridium perfringens (legionairsziekte)
- Clostridium tetani - Aspergillus
- Mycobacterium avium complex
(MAC) 2
,Bacteriologie 3de bach geneeskunde KUL
Zoönosen:
Pathogenen die natuurlijk aanwezig zijn in dieren kunnen overgedragen
worden aan mensen door direct contact of contact met dierlijke producten
Bacillus anthracis: anthrax
Slapende sporen die jaren overleven in grond
Eens in een nutriëntrijke omgeving worden ze geactiveerd tot
groeiende cellen (meestal in grazende dieren)
De bacterie produceert toxines die ernstige ziekte en dood kunnen
veroorzaken
Infectie via direct contact met geïnfecteerde dieren, inhalatie of
consumptie van sporen (gaat via beschadigde huid, longen of GI
binnen)
Brucella: brucellosis
Bacteriën in voortplantingsorganen van dieren (runderen, schapen,
geiten, varkens)
Infectie via direct contact met dode kalveren of melkproducten
Symptomen zijn koorts, vermoeidheid, gewrichtspijn en spierpijn
Mycobacterium bovis: bovine tuberculose
Transmissie via inhalatie van droplets van een besmet rund
Transmissie via ingestie van vlees/melkproducten van een
besmette koe
Veroorzaakt symptomen zoals TBC
Coxiella burnetti: Q fever
Bacteriën in geboorteproducten, melk, urine en faeces van geiten,
schapen en runderen
Infectie via inhalatie van besmette aerosols
Symptomen zijn griepachtige symptomen tot hepatitis en chronische
infectie
3
, Bacteriologie 3de bach geneeskunde KUL
Vector-gebonden transmissie:
Bacterie geraakt tot bij mensen via een vector (luizen, teken, vlooien).
Vectoren brengen de bacteriën van de ene gastheer naar de andere. De
vectoren krijgen de bacteriën door inname van bloed van de gastheer.
Bartonella quintana: trench fever
Vector is luizen (pediculus humanus corporis)
Besmetting via bijten of krabben van de luis
Vooral bij gebrek aan hygiëne of overbevolking
Symptomen zijn koorts, hoofdpijn, botpijn, malaise
Vooral zieken in ermbarmelijke wijken
Yersinia pestis: de pest
Vector is vlooien op ratten
Builenpest = gezwollen lymfeklieren, koorts en zwakte
Septische pest = infectie in bloed veroorzaakt bloedingen en shock
Pneumatische pest = longontsteking en dood (verspreiding vie
droplets)
One-health approach
Houdt rekening met de invloed van dieren en omgeving op onze
gezondheid
Preventiemaatregelen:
- Goede luchtkwaliteit binnen
- Proper water
- Specifieke hulp voor kwetsbare groepen
- Dieren vaccinaties
- Vector controle programma’s
- Gemeenschaps educatie en stimulatie
Antimicrobiële resistentie (AMR)
4