OG week 2.2.5
Centrale vraag:
In hoeverre is de cao van toepassing op Het Bakkertje B.V.? In hoeverre dient een ondernemingsraad
te worden ingesteld door Het Bakkertje B.V.? In hoeverre kunnen de arbeidsovereenkomst voor
bepaalde tijd met de werknemers worden verlengd?
Leerdoelen:
1. Wat is een cao?
Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is een overeenkomst tussen een of meer
werkgevers of werkgeversverenigingen en een of meer werknemersverenigingen
(vakbonden), waarbij arbeidsvoorwaarden voor grotere groepen werknemers worden
afgesproken die bij individuele arbeidsovereenkomsten in acht moeten worden genomen
(arbeidsvoorwaardenregeling) (art. 1 lid 1 Wet cao). In de cao zijn de wettelijke bepalingen
van boek 7 BW of andere wetten overgenomen, worden van bepalingen van semidwingend
recht, driekwart dwingend recht, vijf achtste dwingend recht of aanvullend/regelend recht in
boek 7 BW afgeweken en worden bepalingen opgenomen die niet in boek 7 BW zijn
geregeld. De cao kan gelden voor een gehele bedrijfstak (bedrijfstak-cao), een onderneming
(ondernemings-cao), een concern (concern-cao) of op centraal niveau (raam-cao). Bij de
uitleg van een cao-bepaling kijkt de rechter naar de betekenis van de bewoordingen in het
normaal spreekgebruik, de wijze waarop een begrip in het algemeen of binnen een bepaalde
sector wordt geïnterpreteerd en de partijbedoeling als deze naar objectieve maatstaven
volgt uit de tekst van de bepaling en een eventueel daarbij behorende schriftelijke toelichting
(FNV/Aelbers-arrest).
1) Minimum-cao
Een cao waarbij de werkgever en werknemer niet naar beneden mogen afwijken, maar
wel naar boven bij een individuele arbeidsovereenkomst (meestal private domein). De
cao is in beginsel een minimum-cao, tenzij anders is bepaald.
2) Standaard-cao
Een cao waarbij de werkgever en werknemer naar boven en beneden mogen afwijken bij
een individuele arbeidsovereenkomst (meestal publieke domein).
2. Wie kan een cao afsluiten?
De cao-partijen zijn een of meer werkgevers of werkgeversverenigingen en een of meer
werknemersverenigingen (vakbonden) (art. 1 lid 1 Wet cao). De werkgevers- en
werknemersverenigingen zijn slechts bevoegd tot het aangaan van de cao als de
bevoegdheid tot collectieve belangenbehartiging is opgenomen in de statuten (art. 2 Wet
cao), ongeacht de vertegenwoordigingspercentage (geen representativiteitseis).
3. Wanneer is een cao van toepassing?
De cao is van toepassing op de werknemer die onder de werkingssfeer van de betreffende
cao valt. De werkingssfeer in de cao bepaalt dat de werknemer in dienst is bij de werkgever,
waardoor de omschrijving van het begrip ‘werkgever’ is en niet de werkzaamheden van de
werknemer leidend zijn. De cao werkt in de volgende gevallen door in de individuele
arbeidsovereenkomst:
1) Doorwerking cao
De werkgever en de werknemer zijn gebonden aan de cao als de werkgever en de
werknemer die bij de cao zijn betrokken (werkingssfeer) beiden lid zijn van een van de
werkgevers- of werknemersverenigingen die de cao zijn aangegaan (art. 9 lid 1 Wet cao).
De cao werkt dan automatisch en dwingend door in de individuele arbeidsovereenkomst.
Als een bepaling in de individuele arbeidsovereenkomst in strijd is met de cao, dan is die
, bepaling nietig en in plaats daarvan geldt de cao (art. 12 lid 1 Wet cao). Als een bepaling
omtrent een aangelegenheid in de individuele arbeidsovereenkomst ontbreekt, dan
geldt de bepaling in de cao (art. 13 Wet cao). De cao wordt altijd aangegaan voor
bepaalde tijd voor maximaal vijf jaar (art. 18 Wet cao). De cao eindigt van rechtswege
door verloop van de tijdsduur of door opzegging door een van de cao-partijen (art. 19 lid
1 Wet cao). De gebonden werkgever mag geen onderscheid maken tussen
vakbondsleden en niet-vakbondsleden.
a. Artikel 9-werknemer
De gebonden werkgever is verplicht de cao toe te passen op werknemers die lid zijn
van een werknemersvereniging (gebonden werknemers) (art. 9 lid 2 Wet cao). Deze
werknemer kan een beroep doen op de betreffende cao (art. 12 lid 2 jo. 13 Wet cao)
en op de Wet cao en de werknemer en zijn werknemersvereniging kan nakoming van
de cao vorderen (art. 9 jo. 15 jo. 16 Wet cao).
b. Artikel 14-werknemer
De gebonden werkgever is verplicht om de cao-bepalingen omtrent
arbeidsvoorwaarden ook toe te passen op werknemers die geen lid zijn van een
werknemersvereniging (niet-gebonden werknemers) (art. 14 Wet cao). Deze
werknemer kan geen beroep doen op de betreffende cao (art. 12 lid 2 jo. 13 Wet
cao) of op de Wet cao en kan dus geen nakoming van de cao vorderen (art. 14 Wet
cao), tenzij er sprake is van een avv of een incorperatiebeding.
2) Algemeenverbindendverklaring (avv)
De werkgevers en de werknemers zijn gebonden aan de bedrijfstak- of sector-cao als de
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op verzoek van een of meer cao-
partijen de betreffende cao algemeen verbindend heeft verklaard (overheidsmaatregel)
(art. 2 lid 1 jo. 4 lid 1 Wet AVV). De minister verklaart de cao algemeen verbindend als de
werknemersvereniging onafhankelijk van de werkgever heeft gehandeld en als de cao de
belangrijke meerderheid (ten minste 55%) van de werknemers in een bedrijf
vertegenwoordigt (representativiteitseis) (art. 2 lid 1 Wet AVV). De cao werkt dan
automatisch en dwingend door in de individuele arbeidsovereenkomst. Als een bepaling
in de individuele arbeidsovereenkomst in strijd is met de algemeen verbindende
verklaarde cao-bepalingen, dan is die bepaling nietig en in plaats daarvan gelden de cao-
bepalingen (art. 3 lid 1 Wet AVV). Als de cao algemeen verbindend is verklaard, dan
kunnen wel en niet gebonden werknemers een beroep doen op de betreffende cao (art.
12 lid 2 jo. 13 Wet cao). De avv geldt voor bepaalde tijd voor maximaal twee jaar en
eindigt in principe van rechtswege na verloop van de tijdsduur, maar eindigt in ieder
geval als de tijdsduur van de cao afloopt (art. 2 lid 2 Wet AVV).
3) Incorperatiebeding
De werkgever en de werknemer zijn gebonden aan de cao als de werkgever en de
werknemer een incorporatiebeding in de individuele arbeidsovereenkomsthebben
opgenomen, waarbij de betreffende cao geheel op de individuele arbeidsovereenkomst
van toepassing wordt verklaard, waardoor de arbeidsvoorwaarden in de cao (ook
driekwart dwingend recht) gelden voor de werknemer, ongeacht vakbondslidmaatschap
of algemeenverbindendverklaring van de cao. Als de individuele arbeidsovereenkomst
een incorperatiebeding heeft, dan kan de niet-gebonden werknemer geen beroep doen
op de betreffende cao, maar wel op de individuele arbeidsovereenkomst.
4) Nawerking cao
De werkgever en de werknemer zijn gebonden aan de cao die is verlopen bij
doorwerking van de cao en niet bij een algemeenverbindendverklaring. Als de tijdsduur
van een doorwerkend cao is verlopen, dan blijft de cao van kracht (nawerking) voor de
gebonden werkgever en gebonden werknemer voor de periode tussen het aflopen van
de oude cao en de totstandkoming van een nieuwe cao (cao-loze periode), waardoor de
contractsvrijheid tussen de individuele werkgever en de werknemer en tussen de
Centrale vraag:
In hoeverre is de cao van toepassing op Het Bakkertje B.V.? In hoeverre dient een ondernemingsraad
te worden ingesteld door Het Bakkertje B.V.? In hoeverre kunnen de arbeidsovereenkomst voor
bepaalde tijd met de werknemers worden verlengd?
Leerdoelen:
1. Wat is een cao?
Een collectieve arbeidsovereenkomst (cao) is een overeenkomst tussen een of meer
werkgevers of werkgeversverenigingen en een of meer werknemersverenigingen
(vakbonden), waarbij arbeidsvoorwaarden voor grotere groepen werknemers worden
afgesproken die bij individuele arbeidsovereenkomsten in acht moeten worden genomen
(arbeidsvoorwaardenregeling) (art. 1 lid 1 Wet cao). In de cao zijn de wettelijke bepalingen
van boek 7 BW of andere wetten overgenomen, worden van bepalingen van semidwingend
recht, driekwart dwingend recht, vijf achtste dwingend recht of aanvullend/regelend recht in
boek 7 BW afgeweken en worden bepalingen opgenomen die niet in boek 7 BW zijn
geregeld. De cao kan gelden voor een gehele bedrijfstak (bedrijfstak-cao), een onderneming
(ondernemings-cao), een concern (concern-cao) of op centraal niveau (raam-cao). Bij de
uitleg van een cao-bepaling kijkt de rechter naar de betekenis van de bewoordingen in het
normaal spreekgebruik, de wijze waarop een begrip in het algemeen of binnen een bepaalde
sector wordt geïnterpreteerd en de partijbedoeling als deze naar objectieve maatstaven
volgt uit de tekst van de bepaling en een eventueel daarbij behorende schriftelijke toelichting
(FNV/Aelbers-arrest).
1) Minimum-cao
Een cao waarbij de werkgever en werknemer niet naar beneden mogen afwijken, maar
wel naar boven bij een individuele arbeidsovereenkomst (meestal private domein). De
cao is in beginsel een minimum-cao, tenzij anders is bepaald.
2) Standaard-cao
Een cao waarbij de werkgever en werknemer naar boven en beneden mogen afwijken bij
een individuele arbeidsovereenkomst (meestal publieke domein).
2. Wie kan een cao afsluiten?
De cao-partijen zijn een of meer werkgevers of werkgeversverenigingen en een of meer
werknemersverenigingen (vakbonden) (art. 1 lid 1 Wet cao). De werkgevers- en
werknemersverenigingen zijn slechts bevoegd tot het aangaan van de cao als de
bevoegdheid tot collectieve belangenbehartiging is opgenomen in de statuten (art. 2 Wet
cao), ongeacht de vertegenwoordigingspercentage (geen representativiteitseis).
3. Wanneer is een cao van toepassing?
De cao is van toepassing op de werknemer die onder de werkingssfeer van de betreffende
cao valt. De werkingssfeer in de cao bepaalt dat de werknemer in dienst is bij de werkgever,
waardoor de omschrijving van het begrip ‘werkgever’ is en niet de werkzaamheden van de
werknemer leidend zijn. De cao werkt in de volgende gevallen door in de individuele
arbeidsovereenkomst:
1) Doorwerking cao
De werkgever en de werknemer zijn gebonden aan de cao als de werkgever en de
werknemer die bij de cao zijn betrokken (werkingssfeer) beiden lid zijn van een van de
werkgevers- of werknemersverenigingen die de cao zijn aangegaan (art. 9 lid 1 Wet cao).
De cao werkt dan automatisch en dwingend door in de individuele arbeidsovereenkomst.
Als een bepaling in de individuele arbeidsovereenkomst in strijd is met de cao, dan is die
, bepaling nietig en in plaats daarvan geldt de cao (art. 12 lid 1 Wet cao). Als een bepaling
omtrent een aangelegenheid in de individuele arbeidsovereenkomst ontbreekt, dan
geldt de bepaling in de cao (art. 13 Wet cao). De cao wordt altijd aangegaan voor
bepaalde tijd voor maximaal vijf jaar (art. 18 Wet cao). De cao eindigt van rechtswege
door verloop van de tijdsduur of door opzegging door een van de cao-partijen (art. 19 lid
1 Wet cao). De gebonden werkgever mag geen onderscheid maken tussen
vakbondsleden en niet-vakbondsleden.
a. Artikel 9-werknemer
De gebonden werkgever is verplicht de cao toe te passen op werknemers die lid zijn
van een werknemersvereniging (gebonden werknemers) (art. 9 lid 2 Wet cao). Deze
werknemer kan een beroep doen op de betreffende cao (art. 12 lid 2 jo. 13 Wet cao)
en op de Wet cao en de werknemer en zijn werknemersvereniging kan nakoming van
de cao vorderen (art. 9 jo. 15 jo. 16 Wet cao).
b. Artikel 14-werknemer
De gebonden werkgever is verplicht om de cao-bepalingen omtrent
arbeidsvoorwaarden ook toe te passen op werknemers die geen lid zijn van een
werknemersvereniging (niet-gebonden werknemers) (art. 14 Wet cao). Deze
werknemer kan geen beroep doen op de betreffende cao (art. 12 lid 2 jo. 13 Wet
cao) of op de Wet cao en kan dus geen nakoming van de cao vorderen (art. 14 Wet
cao), tenzij er sprake is van een avv of een incorperatiebeding.
2) Algemeenverbindendverklaring (avv)
De werkgevers en de werknemers zijn gebonden aan de bedrijfstak- of sector-cao als de
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) op verzoek van een of meer cao-
partijen de betreffende cao algemeen verbindend heeft verklaard (overheidsmaatregel)
(art. 2 lid 1 jo. 4 lid 1 Wet AVV). De minister verklaart de cao algemeen verbindend als de
werknemersvereniging onafhankelijk van de werkgever heeft gehandeld en als de cao de
belangrijke meerderheid (ten minste 55%) van de werknemers in een bedrijf
vertegenwoordigt (representativiteitseis) (art. 2 lid 1 Wet AVV). De cao werkt dan
automatisch en dwingend door in de individuele arbeidsovereenkomst. Als een bepaling
in de individuele arbeidsovereenkomst in strijd is met de algemeen verbindende
verklaarde cao-bepalingen, dan is die bepaling nietig en in plaats daarvan gelden de cao-
bepalingen (art. 3 lid 1 Wet AVV). Als de cao algemeen verbindend is verklaard, dan
kunnen wel en niet gebonden werknemers een beroep doen op de betreffende cao (art.
12 lid 2 jo. 13 Wet cao). De avv geldt voor bepaalde tijd voor maximaal twee jaar en
eindigt in principe van rechtswege na verloop van de tijdsduur, maar eindigt in ieder
geval als de tijdsduur van de cao afloopt (art. 2 lid 2 Wet AVV).
3) Incorperatiebeding
De werkgever en de werknemer zijn gebonden aan de cao als de werkgever en de
werknemer een incorporatiebeding in de individuele arbeidsovereenkomsthebben
opgenomen, waarbij de betreffende cao geheel op de individuele arbeidsovereenkomst
van toepassing wordt verklaard, waardoor de arbeidsvoorwaarden in de cao (ook
driekwart dwingend recht) gelden voor de werknemer, ongeacht vakbondslidmaatschap
of algemeenverbindendverklaring van de cao. Als de individuele arbeidsovereenkomst
een incorperatiebeding heeft, dan kan de niet-gebonden werknemer geen beroep doen
op de betreffende cao, maar wel op de individuele arbeidsovereenkomst.
4) Nawerking cao
De werkgever en de werknemer zijn gebonden aan de cao die is verlopen bij
doorwerking van de cao en niet bij een algemeenverbindendverklaring. Als de tijdsduur
van een doorwerkend cao is verlopen, dan blijft de cao van kracht (nawerking) voor de
gebonden werkgever en gebonden werknemer voor de periode tussen het aflopen van
de oude cao en de totstandkoming van een nieuwe cao (cao-loze periode), waardoor de
contractsvrijheid tussen de individuele werkgever en de werknemer en tussen de