Casus onderwijsgroep week 3.3
Centrale vraag :
Welke schade komt voor vergoeding in aanmerking en op welk bedrag komt dat uit?
Kan cliënt de overeenkomst ontbinden?
Leerdoelen :
1. Wat is schade?
Schade is het verschil in de vermogenstoestand tussen de situatie zoals die nu is ten gevolge
van de normschending en de situatie zoals deze geweest zou zijn indien die normschending
niet had plaatsgevonden. De normschending kan bestaan uit het plegen van wanprestatie of
het plegen van een onrechtmatige daad. De verplichting tot het betalen van
schadevergoeding kan direct voortvloeien uit de wet of uit een overeenkomst.
2. Welke soorten schade zijn er?
De soorten schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding
moeten worden vergoed, voor zover de wet op vergoeding hiervan recht geeft, zijn (art. 6:95
lid 1 BW) :
1) Vermogensschade (materiele schade) (art. 6:96 lid 1 jo. lid 2 BW).
a. Geleden verlies
b. Gederfde winst.
c. Redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade die als gevolg van de
gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, mocht worden verwacht
(schadebeperkingsplicht).
d. Redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid.
e. Redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte.
2) Ander nadeel (smartengeld/immateriële schade/ideële schade)
Nadeel dat niet uit vermogensschade bestaat. De benadeelde heeft recht op
schadevergoeding, indien (art. 6:106 BW).
1) De aansprakelijke persoon had het oogmerk zodanig nadeel toe te brengen.
2) De benadeelde heeft lichamelijk letsel opgelopen.
3) De benadeelde is in zijn eer of goede naam aangetast of op andere wijze in zijn
persoon aangetast.
4) Het nadeel is gelegen in aantasting van de nagedachtenis van een overledene en
toegebracht aan de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, geregistreerde
partner of een bloedverwant tot de tweede graad.
3. Waar bestaat ander nadeel uit?
1) Smartengeld (immateriële schade/ ideële schade)
Andere schade dan schade die het vermogen vermindert. De hoogte van het
smartengeld wordt door de rechter naar billijkheid vastgesteld (art. 6:106 BW).
2) Shockschade
De benadeelde is in zijn persoon aangetast doordat hij geestelijk letsel heeft opgelopen
met een voldoende ernstig karakter (art. 6:106 sub b BW). Shockschade is de hevige
emotionele shock die iemand oploopt door het waarnemen van een ongeval of door de
confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, waarbij de shock dermate ernstig is dat
deze leidt tot geestelijk letsel in de vorm van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld.
3) Affectieschade
Centrale vraag :
Welke schade komt voor vergoeding in aanmerking en op welk bedrag komt dat uit?
Kan cliënt de overeenkomst ontbinden?
Leerdoelen :
1. Wat is schade?
Schade is het verschil in de vermogenstoestand tussen de situatie zoals die nu is ten gevolge
van de normschending en de situatie zoals deze geweest zou zijn indien die normschending
niet had plaatsgevonden. De normschending kan bestaan uit het plegen van wanprestatie of
het plegen van een onrechtmatige daad. De verplichting tot het betalen van
schadevergoeding kan direct voortvloeien uit de wet of uit een overeenkomst.
2. Welke soorten schade zijn er?
De soorten schade die op grond van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding
moeten worden vergoed, voor zover de wet op vergoeding hiervan recht geeft, zijn (art. 6:95
lid 1 BW) :
1) Vermogensschade (materiele schade) (art. 6:96 lid 1 jo. lid 2 BW).
a. Geleden verlies
b. Gederfde winst.
c. Redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade die als gevolg van de
gebeurtenis waarop de aansprakelijkheid berust, mocht worden verwacht
(schadebeperkingsplicht).
d. Redelijke kosten ter vaststelling van schade en aansprakelijkheid.
e. Redelijke kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte.
2) Ander nadeel (smartengeld/immateriële schade/ideële schade)
Nadeel dat niet uit vermogensschade bestaat. De benadeelde heeft recht op
schadevergoeding, indien (art. 6:106 BW).
1) De aansprakelijke persoon had het oogmerk zodanig nadeel toe te brengen.
2) De benadeelde heeft lichamelijk letsel opgelopen.
3) De benadeelde is in zijn eer of goede naam aangetast of op andere wijze in zijn
persoon aangetast.
4) Het nadeel is gelegen in aantasting van de nagedachtenis van een overledene en
toegebracht aan de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot, geregistreerde
partner of een bloedverwant tot de tweede graad.
3. Waar bestaat ander nadeel uit?
1) Smartengeld (immateriële schade/ ideële schade)
Andere schade dan schade die het vermogen vermindert. De hoogte van het
smartengeld wordt door de rechter naar billijkheid vastgesteld (art. 6:106 BW).
2) Shockschade
De benadeelde is in zijn persoon aangetast doordat hij geestelijk letsel heeft opgelopen
met een voldoende ernstig karakter (art. 6:106 sub b BW). Shockschade is de hevige
emotionele shock die iemand oploopt door het waarnemen van een ongeval of door de
confrontatie met de ernstige gevolgen ervan, waarbij de shock dermate ernstig is dat
deze leidt tot geestelijk letsel in de vorm van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld.
3) Affectieschade