Casus onderwijsgroep week 2.3
Centrale vraag :
Hoe verloopt een echtscheidingsprocedure?
Leerdoelen :
1. Hoe kan een huwelijk eindigen?
Het huwelijk eindigt door (art. 1:149 BW) :
a. De dood.
b. Als de vermiste vermoedelijk overleden of overleden is verklaard, nog in leven is op de
dag waarop de achtergebleven echtgenoot een nieuw huwelijk of geregistreerd
partnerschap is aangegaan (op het moment van de voltrekking van het nieuwe huwelijk
of geregistreerd partnerschap).
c. Een echtscheiding.
d. Een ontbinding na scheiding van tafel en bed.
2. Hoe kan een geregistreerd partnerschap eindigen?
Het geregistreerd partnerschap eindigt door (art. 1:80c lid 1 BW):
a. De dood.
b. Als de vermiste vermoedelijk overleden of overleden is verklaard, nog in leven is op de
dag waarop de achtergebleven geregistreerde partner een nieuw geregistreerd
partnerschap of huwelijk is aangegaan ( op het moment van de voltrekking van het
nieuwe geregistreerd partnerschap of huwelijk).
c. Een ontbindingsovereenkomst, met wederzijds goedvinden.
d. Een ontbinding op verzoek van een of beide partners.
e. Een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk.
3. Hoe verloopt een verzoekschriftprocedure?
Echtscheiding tussen echtgenoten die niet van tafel van bed zijn gescheiden, wordt
uitgesproken op verzoek van een van de echtgenoten of op hun gemeenschappelijk verzoek
(art. 1:150 BW). Het echtscheidingsverzoek moet door een advocaat bij de rechtbank worden
ingediend. In het verzoekschrift moet de grond voor echtscheiding in staan.
1) Eenzijdig verzoek
Echtscheiding op verzoek van een van de echtgenoten wordt uitgesproken als het
huwelijk duurzaam ontwricht is (art. 1:151 BW).
2) Gemeenschappelijk verzoek
Echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek van de echtgenoten wordt uitgesproken als
het verzoek is gebaseerd op hun beider oordeel dat het huwelijk duurzaam ontwricht is
(art. 1:154 lid 1 BW).
Een verzoek van één der echtgenoten moet worden betekend door de andere echtgenoot.
De verzoeker moet binnen veertien dagen na de indiening van het verzoekschrift een
afschrift daarvan betekenen aan de andere echtgenoot (art. 816 lid 1 Rv). De andere
echtgenoot kan binnen 6 weken in verweer gaan (art. 816 lid 2 Rv).
Het geregistreerd partnerschap kan ontbonden worden op verzoek van een of beide partners
(1:80c lid 1 sub d BW). Op een ontbinding van een geregistreerd partnerschap als bedoeld in
, artikel 80c, onder d, zijn de artikelen 151, 153, 155, 156 tot en met 160, 164 en 165 van
overeenkomstige toepassing (art. 1:80e lid 1 BW).
4. Wat zijn de inhoudelijke eisen aan een verzoekschrift?
het verzoekschrift vermeldt (art. 815 lid 1 Rv) :
a. De naam, de voornamen, de woonplaats en de werkelijke verblijfplaats van de
echtgenoot die niet de verzoeker is.
b. De naam van zijn raadsman
c. De naam en de voornamen, de woonplaats en de werkelijke verblijfplaats van de
minderjarige kinderen van de echtgenoten.
d. Het verzoekschrift vermeldt over welke van de gevraagde voorzieningen
overeenstemming is bereikt en over welke van de gevraagde voorzieningen een verschil
van mening bestaat met de gronden daarvoor. En het verzoekschrift vermeldt op welke
wijze de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan (art. 815 lid 4
Rv).
5. Wat moet aan een verzoekschrift worden toegevoegd?
Bij de indiening van het verzoekschrift moeten worden overgelegd (art. 815 lid 5 Rv) :
a. Een afschrift of uittreksel van de huwelijksakte.
b. Een bescheiden betreffende de gronden waarop de rechter ingevolge artikel 4
rechtsmacht heeft.
c. Een afschrift of uittreksel van de geboorteakte van ieder minderjarig kind van de
echtgenoten tezamen of van een van hen.
d. De processtukken die betrekking hebben op de voorlopige voorzieningen (indien deze
zijn gevraagd).
e. Een authentiek afschrift van de rechterlijke uitspraak waarbij de scheiding van tafel en
bed is uitgesproken (indien het een verzoek tot ontbinding van het huwelijk na scheiding
van tafel en bed betreft).
f. Een ouderschapsplan dat door beide echtgenoten is ondertekend (art. 815 lid 2 Rv).
6. Wanneer komt de echtscheiding tot stand?
Als de rechtbank het verzoek tot echtscheiding toewijst, dan wordt deze rechterlijke
beslissing vastgelegd in een echtscheidingsbeschikking. De echtscheiding komt tot stand door
inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand (art.
1:163 lid 1 BW). De inschrijving kan op verzoek van een of van beide van de echtgenoten (art.
1:163 lid 2 BW). De inschrijving moet binnen zes maanden nadat de
echtscheidingsbeschikking in kracht van gewijsde is gedaan. Nadat deze termijn is
verstreken, verliest de beschikking haar rechtskracht (art. 1:163 lid 3 BW).
7. Wat zijn nevenvoorzieningen?
Echtgenoten kunnen de rechter vragen om een beslissing te nemen over kwesties die met de
echtscheiding te maken hebben. Ingeval de echtscheiding, de scheiding van tafel en bed of
de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed wordt uitgesproken, kan de
rechter als nevenvoorziening de navolgende voorzieningen treffen (art. 827 lid 1 Rv) :
a. De partneralimentatie.
b. De verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap of bij huwelijkse voorwaarden
overeengekomen verrekening van inkomsten of van vermogen.
Centrale vraag :
Hoe verloopt een echtscheidingsprocedure?
Leerdoelen :
1. Hoe kan een huwelijk eindigen?
Het huwelijk eindigt door (art. 1:149 BW) :
a. De dood.
b. Als de vermiste vermoedelijk overleden of overleden is verklaard, nog in leven is op de
dag waarop de achtergebleven echtgenoot een nieuw huwelijk of geregistreerd
partnerschap is aangegaan (op het moment van de voltrekking van het nieuwe huwelijk
of geregistreerd partnerschap).
c. Een echtscheiding.
d. Een ontbinding na scheiding van tafel en bed.
2. Hoe kan een geregistreerd partnerschap eindigen?
Het geregistreerd partnerschap eindigt door (art. 1:80c lid 1 BW):
a. De dood.
b. Als de vermiste vermoedelijk overleden of overleden is verklaard, nog in leven is op de
dag waarop de achtergebleven geregistreerde partner een nieuw geregistreerd
partnerschap of huwelijk is aangegaan ( op het moment van de voltrekking van het
nieuwe geregistreerd partnerschap of huwelijk).
c. Een ontbindingsovereenkomst, met wederzijds goedvinden.
d. Een ontbinding op verzoek van een of beide partners.
e. Een omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk.
3. Hoe verloopt een verzoekschriftprocedure?
Echtscheiding tussen echtgenoten die niet van tafel van bed zijn gescheiden, wordt
uitgesproken op verzoek van een van de echtgenoten of op hun gemeenschappelijk verzoek
(art. 1:150 BW). Het echtscheidingsverzoek moet door een advocaat bij de rechtbank worden
ingediend. In het verzoekschrift moet de grond voor echtscheiding in staan.
1) Eenzijdig verzoek
Echtscheiding op verzoek van een van de echtgenoten wordt uitgesproken als het
huwelijk duurzaam ontwricht is (art. 1:151 BW).
2) Gemeenschappelijk verzoek
Echtscheiding op gemeenschappelijk verzoek van de echtgenoten wordt uitgesproken als
het verzoek is gebaseerd op hun beider oordeel dat het huwelijk duurzaam ontwricht is
(art. 1:154 lid 1 BW).
Een verzoek van één der echtgenoten moet worden betekend door de andere echtgenoot.
De verzoeker moet binnen veertien dagen na de indiening van het verzoekschrift een
afschrift daarvan betekenen aan de andere echtgenoot (art. 816 lid 1 Rv). De andere
echtgenoot kan binnen 6 weken in verweer gaan (art. 816 lid 2 Rv).
Het geregistreerd partnerschap kan ontbonden worden op verzoek van een of beide partners
(1:80c lid 1 sub d BW). Op een ontbinding van een geregistreerd partnerschap als bedoeld in
, artikel 80c, onder d, zijn de artikelen 151, 153, 155, 156 tot en met 160, 164 en 165 van
overeenkomstige toepassing (art. 1:80e lid 1 BW).
4. Wat zijn de inhoudelijke eisen aan een verzoekschrift?
het verzoekschrift vermeldt (art. 815 lid 1 Rv) :
a. De naam, de voornamen, de woonplaats en de werkelijke verblijfplaats van de
echtgenoot die niet de verzoeker is.
b. De naam van zijn raadsman
c. De naam en de voornamen, de woonplaats en de werkelijke verblijfplaats van de
minderjarige kinderen van de echtgenoten.
d. Het verzoekschrift vermeldt over welke van de gevraagde voorzieningen
overeenstemming is bereikt en over welke van de gevraagde voorzieningen een verschil
van mening bestaat met de gronden daarvoor. En het verzoekschrift vermeldt op welke
wijze de kinderen zijn betrokken bij het opstellen van het ouderschapsplan (art. 815 lid 4
Rv).
5. Wat moet aan een verzoekschrift worden toegevoegd?
Bij de indiening van het verzoekschrift moeten worden overgelegd (art. 815 lid 5 Rv) :
a. Een afschrift of uittreksel van de huwelijksakte.
b. Een bescheiden betreffende de gronden waarop de rechter ingevolge artikel 4
rechtsmacht heeft.
c. Een afschrift of uittreksel van de geboorteakte van ieder minderjarig kind van de
echtgenoten tezamen of van een van hen.
d. De processtukken die betrekking hebben op de voorlopige voorzieningen (indien deze
zijn gevraagd).
e. Een authentiek afschrift van de rechterlijke uitspraak waarbij de scheiding van tafel en
bed is uitgesproken (indien het een verzoek tot ontbinding van het huwelijk na scheiding
van tafel en bed betreft).
f. Een ouderschapsplan dat door beide echtgenoten is ondertekend (art. 815 lid 2 Rv).
6. Wanneer komt de echtscheiding tot stand?
Als de rechtbank het verzoek tot echtscheiding toewijst, dan wordt deze rechterlijke
beslissing vastgelegd in een echtscheidingsbeschikking. De echtscheiding komt tot stand door
inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand (art.
1:163 lid 1 BW). De inschrijving kan op verzoek van een of van beide van de echtgenoten (art.
1:163 lid 2 BW). De inschrijving moet binnen zes maanden nadat de
echtscheidingsbeschikking in kracht van gewijsde is gedaan. Nadat deze termijn is
verstreken, verliest de beschikking haar rechtskracht (art. 1:163 lid 3 BW).
7. Wat zijn nevenvoorzieningen?
Echtgenoten kunnen de rechter vragen om een beslissing te nemen over kwesties die met de
echtscheiding te maken hebben. Ingeval de echtscheiding, de scheiding van tafel en bed of
de ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed wordt uitgesproken, kan de
rechter als nevenvoorziening de navolgende voorzieningen treffen (art. 827 lid 1 Rv) :
a. De partneralimentatie.
b. De verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap of bij huwelijkse voorwaarden
overeengekomen verrekening van inkomsten of van vermogen.